Overal alleen maar nette mensen

Boeken etc

Over het volgende stukje was veel gedoe, vooral door toedoen van muddle-headed Prem Radhakishun, die eerder in Het Parool een column vol geraaskal had geschreven, waarin stond dat ik een racist ben en zo’n beetje verantwoordelijk voor de aanslag in Apeldoorn.

vuijsje-21

Arme Prem.

Hij heeft vast kwaliteiten, maar hij doet reuze zijn best om te voldoen aan het vooroordeel over de domme neger die alleen maar lawaai kan maken, overal waar hij binnenkomt. Naipaul placht slechts met verachting over dat mensentype te spreken.

Helaas kan ik geen link maken naar het stuk van Prem. Het Parool schaamde zich ervoor en plaatste het niet op het internet.

Enfin. In de hoop een rel te voorkomen, weigerde de hoofdredacteur ineens mijn daaropvolgende  column, die over iets heel anders ging maar een klein bijzinnetje bevatte, waarin Prem even op de hak werd genomen. En zoals het dan gaat: het voorkomen van een relletje is de beste manier om een relletje te laten ontstaan. Een vreemde ervaring om voor al die lasterlijke flauwe kul van Prem om half acht uit je bed te worden gebeld door Nova en DWDD. Drie dagen later plaatste Het Parool mijn column alsnog. Hierbij:

ALLEEN MAAR NETTE MENSEN

Een paar dagen geleden vroeg Robert Vuijsje of ik als zijn secondant wilde optreden tijdens het debat, dat naar aanleiding van zijn roman Alleen maar nette mensen door Women Inc. zou worden georganiseerd. Dat vond ik vererend verzoek. Ik heb in journalistiek veel geleerd van Roberts vader Bert Vuijsje en het leek me een kwestie van symmetrie dat ik nu in de literatuur iets leren ging van de schrijvende zoon.

De roman van Robert gaat over een jonge joodse jongen, die er een beetje uitziet als een Marokkaan. David, want zo heet de hoofdpersoon, raakt op die manier verzeild tussen allerlei bevolkingsgroepen, een zwerftocht die nog wordt versterkt door zijn seksuele voorkeur voor weelderige zwarte vrouwen. Wat David ondervindt, is dat iedere bevolkingsgroep – en ieder individu daaruit – discrimineert op zijn (of haar) eigen wijze.

Misschien kunnen mensen niet leven zonder te discrimineren, dat is een vraag die bij het lezen van de roman wel eens opduikt. Het is geen nieuw thema, de zwarte schrijver James Baldwin heeft het meer dan eens gebruikt. Nieuw aan de roman van Vuijsje is dat het thema tot leven wordt gebracht in een multiculturele omgeving in Nederland.

Wij vertrokken van mijn huis en Robert had aangekondigd dat hij zijn geliefde mee zou nemen. Zij was inderdaad zwart, weelderig en om op te eten. En ook nog erg geestig. Omdat ik niet wilde achterblijven had ik mijn grote zwarte Jaguar voor de deur geparkeerd, zodat wij meteen konden vertrekken. “Jij houdt van grote zwart vrouwen”, zei ik tegen Robert, “ik van snelle zwarte auto’s. Zo heeft iedere man wel wat”. In een uitgelaten stemming scheurden wij naar het pakhuis De Zwijger, waar het debat zou plaats vinden.

Toch hadden wij er weinig fiducie in dat het een zinvol debat zou worden. Bijna al dat soort multiculturele confrontaties eindigen in emotionele bijeenkomsten, waar uiting wordt gegeven aan een diepe gekwetstheid en een consequent volgehouden slachtofferschap. In dat opzicht stelde het debat in De Zwijger niet teleur. Eigenlijk was het nog erger dan ik had verwacht. Het leek wel of de zaal vol zat met tweehonderd Prem Radhakishuns, die allemaal aan het roepen en het schreeuwen waren, zonder dat er veel lijn te bespeuren viel in wat er nu eigenlijk werd betoogd.

vuijsje-3

Uiteraard viel al snel het verwijt van racisme, want die rode kaart is tegenwoordig snel getrokken. Het verwijt van racisme heeft het grote voordeel dat de aangesprokene tenminste de mond wordt gesnoerd en dat degene die het vol uitschreeuwt verder niet hoeft te reflecteren op zijn eigen domheid. Het dieptepunt van de avond kwam toen een zwarte jongen, geheel in de stijl van Prem, de roman van Vuijsje vergeleek met Mein Kampf.

Wanneer je redenering van de zaal volgt, zou Alleen maar nette mensen niet alleen tegen zwarten gaan, maar zou het ook nog eens een antisemitisch boek zijn. David heeft namelijk eerst een Joodse vriendin. Maar die vindt hij niet aantrekkelijk en hij dumpt haar voor een zwarte vrouw met zo’n heerlijke kont.

alleen-maar-nette-mensen

Vuijsje bleef aanvankelijk nog tamelijk cool onder de ophef, maar ik had met hem te doen. Weinigen in de zaal schenen te begrijpen dat een roman zo zijn eigen fictieve wetten heeft en dat de David uit het boek niet gelijk staat aan de schrijver. Maar wat men Robert in feite nog het meeste kwalijk nam, is dat hij met zijn boek aandacht genereerde, dat hij op de televisie kwam. Straks zou hij zelfs naar Pauw & Witteman gaan! Terwijl al die mensen in de zaal gekwetst en zonder stem achterbleven. Zij wilden ook wel eens hun verhaal doen in het licht van camera’s.

Op een gegeven ogenblik kreeg ik zelfs de indruk dat het niet meer ging over de achterstelling van zwarten of vrouwen, maar over de knellende onrechtvaardigheid dat niet iedereen beroemd kan worden.

PS: Op stukje van de vorige week over de vraag wie de leus heeft bedacht “Even Apeldoorn bellen”, heb ik verschillende reacties gekregen. Ik kom daar binnenkort op terug.

Het Parool, 19 mei 2009