Bij de moord op Anna Politkovskaja

Columns

Er is een tijd geweest dat vrouwen niet welkom waren in de journalistiek. Zo herinner ik mij dat op het prikbord van de NRC/Handelsblad-redactie lange tijd een briefje heeft gehangen, waarin H.J.A. Hofland aan de solliciterende Lien Heyting liet weten dat hij als hoofdredacteur nooit vrouwen aannam, omdat zoiets alleen maar gerommel geeft op de redactie.
Lien Heyting heeft doorgezet, Hofland heeft zijn mening veranderd en tegenwoordig is een vrouwelijke verschijning in de journalistiek gemeengoed geworden.

Nietzsche heeft eens opgemerkt dat vrouwen veel moediger zijn dan mannen, zodra zij door een ideaal worden gegrepen. Vaak zijn zij ook bereid voor dat ideaal te sterven.

Deze week is voor haar woning in Moskou de journaliste Anna Politkovskaja doodgeschoten. Zij was een critica van het Poetim-regiem, een toegewijde democraat, een activist, maar bovenal een journalist die gedreven werd door een onblusbare nieuwsgierigheid. Zij koesterde een diepe haat tegen discriminatie en racisme en was daarbij bereid voor haar principes risico’s te nemen.

Zij was, kortom, een heldin van deze tijd.

Met als einde: vermoord, in een kist gelegd en aarde erover heen.

Anna Politkovskaya2.jpg

Alsof hij een alibi nodig had, was Puetin net in Duitsland toen het gebeurde. Op een persconferentie zei hij met een zuur gezicht dat de betekenis van Anna Politkovskaja “maar minimaal” was. Grootmoedig voegde hij eraan toe dat “haar dood Rusland meer schade heeft berokkend dan haar werk”. De reactie van Poetin was erg onthullend, want zo weten wij nu wat eigenlijk allang wisten, namelijk dat de Russische staat democratie en vrijheid van meningsuiting gewoon aan zijn laars lapt.

De moord op Politkovskaja zal, zo voorspel ik, niet worden opgelost. Dat wil zeggen: ongetwijfeld zullen de usual suspects – de gebruikelijke verdachten – worden opgepakt, en mogelijk zullen die ook worden veroordeeld en in de gevangenis worden gestopt, maar dat betekent nog helemaal niet dat daarmee de echte daders zijn gestraft. Die zullen vast en zeker vrij blijven rondlopen.

Onder Puetin zijn er al twaalf vooraanstaande journalisten omgelegd, en dan zijn de meer regionale verslaggevers nog niet eens meegeteld. Bijna al die moorden hebben gemeen dat de journalisten op het punt stonden een ontdekking te doen. Van al die liquidaties doet de moord op Anna Politkovskaja nog het meeste denken aan de moord op een andere vrouwelijke journalist: Larisa Joedina. Deze journaliste was werkzaam in Kalmukkië, een staat die schakers bekend zal voorkomen, want de president van Kalmukkië is tevens de voorzitter van de wereldschaakbond FIDE.
Kirsan Iljoemsjinov is de naam.

Zoals bekend regeert deze dictator de voormalige Sovjetrepubliek met harde hand. Het parlement heeft zichzelf zogenaamd per stemming afgeschaft, zodat de Iljoemsjinov daar niet meer heen hoeft als hij zich per zilveren Rolls Royce laat vervoeren. Corruptie en nepotisme zijn in het straatarme Kalmukkië de normale smeermiddelen. Als een daad van surrealisme heeft de president, van een land dat voor een substantieel deel uit schaapherders bestaat, in zijn residentie een heuse schaakstad laten bouwen.

Chess City.

Larisa Yudina.jpg

Korte tijd heeft in Kalmukkië één onafhankelijke krant bestaan, de Sovietskaya Kalmykia Segodnya. Hoofdredacteur was Larisa Joedina, die onvermoeibaar het machtsmisbruik van haar president aan de kaak stelde en over de ene misstand na de andere publiceerde. Op 7 juni 1999 werd zij gevonden: dood, vermoord. De moord vond plaats op nog geen twee kilometer afstand van Chess City, waar deze week de wereldkampioenen Veselin Topalov en Vladimir Kramnik hun schaakpartijen hebben gespeeld. Volgens Amnesty is een broer van de president bij de moord betrokken, maar die is uiteraard nooit gepakt

Toen Topalov en Kramnik ruzie met elkaar kregen om een bezoek aan de wc-pot, zat Iljoemsjinov net bij Poetim in het Kremlin. Wat zij daar hebben besproken, is niet bekend gemaakt..

Het Parool, 14 oktober 2006