Gevangen in het systeem

Boeken etc

Kijk, een drenkeling komt voorbij
Heere Heeresma
Uitgever: De Arbeiderspers

Een tijd lang heeft er de klad gezeten in het schrijverschap van Heere Heeresma. De auteur woonde in het buitenland en kwam alleen nog over om een potje te mopperen. Zijn ironie leek een maniertje te zijn geworden, wat de kwaliteit van zijn werk uiteraard niet ten goede kwam. Uitgevers doken weg als Heeresma ergens zijn hoef plantte, indachtig de vele niet terug vorderbare voorschotten die nog openstonden.

Met Sprookjes voor het sterven gaan uit 1996 leek het laatste wel te zijn gezegd.

Maar zie: vorig jaar verscheen ineens Jongen uit plan Zuid ´38-´43, deel 1, ontroerende jeugdherinneringen, zonder opsmuk opgeschreven, maar daarom van een niveau dat Heeresma in jaren niet had bereikt. Daarna kwam – weer bij De Arbeiderspers – ook nog eens deel 2 uit, zodat wij konden vaststellen dat Heeresma een uitgeverij had gevonden waar hij het langer uit kon houden dan een halve middag.

En dan is nu weer na vele, vele jaren een heuse roman verschenen: Kijk, een drenkeling komt voorbij. Heeresma is niet zo’n romanschrijver. Als wij Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp even niet meetellen, omdat dat boek ons destijds meer werd gepresenteerd als “een zedenschets” dan als een roman, dan was Een dagje naar het strand uit 1962 (!) zijn laatste. Ooit is die roman nog eens verfilmd door Theo van Gogh als een ander sprookje voor het sterven gaan.

Kijk, een drenkeling.jpg

In Kijk, een drenkeling komt voorbij lijkt de tijd in verschillende opzichten stil te staan. Het is een Kafkaiaanse vertelling, van het soort dat in de jaren vijftig en zestig (van de vorige eeuw) populair was. Opzet en toon doen enigszins denken aan die van Het behouden huis, het in het buitenland meest bekende werk van Willem Frederik Hermans. De sfeer is die van vervreemding, waarin de hoofdpersoon weet dat hem iets vreselijks aan het overkomen is, zonder dat hem en de lezer duidelijk waaruit dat onheil nu eigenlijk precies bestaat.

Net als bij Kafka wordt iemand in Kijk, een drenkeling komt voorbij zo maar gearresteerd. Het ene moment is de hoofdpersoon nog een hamburger aan het eten, het volgende moment zit hij in een cel, in afwachting van de ondervragingen die komen gaan. Hij heeft geen idee waarom hij is vastgezet en uitzicht op een snelle vrijlating lijkt er niet te zijn. De tegenstander is “het systeem”, een anonieme en omnipotente instantie, een cohort van krachten die niemand kent, maar die wel iedereen in zijn greep houdt. Voor de hoofdpersoon komt het er op aan te overleven door de enkele vertegenwoordigers van het systeem die hij tegenkomt, vooral niet voor het hoofd te stoten. Hij praat mee, al heeft hij geen idee waar dat meepraten nu eigenlijk over gaat.

De roman speelt zich af in het nu, in deze tijd, maar de hoofdpersoon leeft in het verleden. De taal van zijn overlevingsstrategie is naoorlogs. Af en toe wordt Duits gesproken, gesnauwd. De liedjes en de gezegden die de hoofdpersoon door het hoofd spelen, komen uit de tijd dat er nog ganzenbord werd gespeeld, de wind om het huis waaide en werkverschaffing onder werkelozen nog een begrip was.

Hé, babberiba, je kont zit vol mika.
Koek, koekoek, een vrouw in een mannenbroek.
Wat dorst, wat dorst, een vrouw met een blote borst.
Jezebel, it was you.
Daar hoog in de Zwitserse alpen. Daar klinkt er mijn jodelrefrein.
Zipperdidoeda, zipperdidee, may oh may what a beautiful day.
Er klinkt een schot, er roept een stem die gaat door gans Jeruzalem

Enzovoort.

De liedjes en gezegden worden als mantra’s uitgesproken om het gevaar te bezweren. Die gewoonte is typerend voor het hele werk van Heeresema. Dat de mantra’s uit een tijdperk stammen, dat door de jeugd van nu misschien niet onmiddellijk zal worden herkend, maakt Kijk, een drenkeling komt voorbij tot een ouderwetse roman. Maar wat zou dat? Heeresma nadert de 75 en het zou onzin zijn ineens met je tijd mee te willen.

Dat alles maakt Kijk, een drenkeling komt voorbij niet minder beklemmend. Met Jongen uit plan Zuid heeft Heeresma duidelijk gemaakt dat het hem niets kan schelen of zijn problematiek origineel is, en of wat doet al eerder is gedaan. Heeresma doet het gewoon opnieuw en het belangrijkste daarbij is dat hij het doet op zijn eigen manier. Dat Heeresma kan schrijven, zo veel is wel zeker. Hij blijft een trefzekere stilist.

In feite is Kijk, een drenkeling komt voorbij een gruwelijk boek, dat geen enkele hoop laat. De hoofdpersoon wordt natuurlijk niet voor niets met Krekker aangeduid, zodat wij er op voorbereid moeten zijn dat er iets gebroken gaat worden. Fysiek gemarteld wordt er niet, maar de situatie waarin de hoofdpersoon verkeert, is van een martelende onzekerheid. Eigenlijk gebeurt er nauwelijks iets. De hoofdpersoon zit in een cel, of loopt een enkele keer door het cellencomplex. Ook wordt hij ondervraagd over zaken die nooit helemaal worden uitgesproken, maar die voor het systeem kennelijk wel van het grootste belang zijn.

Af en toe verschijnt er ook een medegevangene, al is het niet eens duidelijk of die medegevangene echt bestaan dan wel worden gedroomd. Met die medegevangene loopt het nooit goed af en je hoeft geen groot voorstellingsvermogen te hebben dat het met de hoofdpersoon dezelfde kant op gaat. Hij droomt ervan weg te varen op een schip, maar de oorlog blijft hem achtervolgen. Als er vrijheid zal worden gevonden, dan is het een vrijheid in de dood. De titel had ook kunnen zijn: Kijk, een drenkeling valt voorbij.

Heeresma is natuurlijk nooit een onbezorgde schrijver geweest. Zijn cynische humor stond altijd in het teken van een niets ontziend pessimisme. Kijk, een drenkeling komt voorbij is zeker geen boek voor de huidige minister-president, die met een clownesk beroep op de VOC-mentaliteit een nieuw elan in onze samenleving wil brengen. De roman van Heeresma is in alle opzichten het tegendeel daarvan; het is een somberste boek dat Heeresma in zijn lange carrière heeft geschreven. Kijk, een drenkeling komt voorbij is ook geen boek voor vrouwenleesclubjes, waar men op zoek gaat naar aardige, gevoelige mensen die het goeie willen. Maar voor de Heeresma-fans is Kijk, een drenkeling komt voorbij een must.

HP\De Tijd, 27 oktober 2006