Voltaire’s kasteel

Columns

In mijn reiskoffer zat Roger Pearson’s biografie over Voltaire en omdat ik toch in de buurt van Genève kwam, besloot ik een omweg te maken naar het kasteeltje van Ferney, waar Voltaire heel intellectueel Europa ontving en waar hij zijn gelukkigste jaren beleefde. Voltaire, de almachtige is een prachtig boek, vooral omdat Pearson – hoogleraar Frans in Oxford – zijn onderwerp heeft beschreven met oog voor detail en met veel gevoel voor humor. Hij beschouwt Voltaire ontegenzeggelijk als een grote geesten uit de Europese geschiedenis, maar ziet ook diens kleinheden en tekortkomingen. Inderdaad was Voltaire een aartsopportunist die haakte naar erkenning, zelfs van mensen die hij diep in zijn hart verachtte. Maar Voltaire (1694-1778) was ook een moedig man, die als het maar even kon vrijuit sprak en daarmee grote risico’s nam. Het was tijd dat de Hugenoten uit Frankrijk waren verdreven en ketters nog werden verbrand. Twee maal is Voltaire opgesloten in de Bastille en vaker vreesde hij, niet zonder reden, te worden gearresteerd.

Overigens schrijft Pearson dat een van de beroemdste, aan Voltaire toegeschreven uitspraken nooit door Voltaire is gezegd of geschreven. Zo citeerde Pim Fortuyn graag deze wisecrack: “Mijnheer, ik veracht uw mening, maar ik zou willen sterven voor uw recht die te mogen uiten”. Maar helaas, zo koket was Voltaire nu ook weer niet. Wel heeft de grote Franse filosoof een keer tegen Frederik van Pruisen gezegd: “Ik ben verdraagzaam, ik vind het uitstekend wanneer men anders denkt dan ik”. Dat klinkt wat anders en eigenlijk ook veel redelijker.

Voltaires kasteel in 1758.jpg

Zowel van katholieke als van protestantse kant had Voltaire gevaar te duchten vanwege zijn vrijmoedige commentaren op de christelijke kerken en hun leerstellingen, maar een atheïst was hij niet. Hij was een deïst, die de hand van God weerspiegeld zag in de natuurwetten. Weinig had hij op met een persoonlijke God die als een registeraccountant de goede en de slechte daden van mensen bijhoudt. Voor de Jezus-figuur – “aha, dat is een andere kwestie” – kon Voltaire nauwelijks sympathie opbrengen.

Voltaires kasteel nu.jpg

Voltaire correspondeerde met alle groten der aarde en ontving op Ferney vooraanstaande filosofen en geleerden, zoals Hume, d’Alembert en d’Holbach, die wel een onvervalste atheïst was. Op een dag kwam ook Casanova langs, maar dat vond Voltaire een rare snuiter, hoewel de gastheer zelf toch ook niet ongevoelig was voor vrouwelijk schoon.

In de tijd van Voltaire lag Ferney net over de Zwitserse grens, zodat de dissident zich tamelijk veilig kon wanen, maar tegenwoordig is Ferney weer Frans grondgebied. Eerlijk gezegd had ik verwacht dat de Fransen met hun gloire erg zuinig zouden zijn op dit culturele erfgoed. Helaas, dat viel lelijk tegen. Het kasteeltje bestaat nog steeds, maar verkeert in een staat van verval. Dat de landerijen erom heen verdwenen zijn, valt te billijken, maar ook het bouwwerk zelf maakte een verlopen indruk. Alleen de kamers op de benedenverdieping zijn voor publiek opengesteld en wat daar wordt tentoongesteld, heeft in sommige gevallen nauwelijks iets met Voltaire te maken. Wat een ongeïnteresseerd ratjetoe is het daar. Bij de ingang van het kasteel had men recht tegenover het standbeeld van Voltaire een beeld van Jean-Jacques Rousseau neergezet, en dat terwijl Voltaire nogal een hekel had aan Rousseau en geen gelegenheid voorbij liet gaan om hem te bespotten.

Thuisgekomen was ik nog net op tijd om de laatste aflevering van Zomergasten te zien. Aan het woord kwam een of andere onzin-filosoof, die aan twee belangrijke criteria voldeed: hij was jong en hij zag er goed uit. Verder orakelde hij in de geest van het naziegenie Martin Heidegger. De gastheer zat er wat schaapachtig bij te lachen en trok af en toe een gele kaart. De Verlichting in Europa gaat nog zware tijden tegemoet.
Het Parool, 2 september 2006