Dun, dunner, dunst

Columns

Op de presentatie van De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 60 lange verhalen, samengesteld door Joost Zwagerman, sprak ik ook nog even met Mai Spijkers, de uitgever van deze 1500 pagina’s dikke pil.

De uitgever glunderde, sterker nog: zijn gezicht straalde.

Nu is het in deze, voor het boekenvak zo moeilijke tijd altijd fijn wanneer een uitgever in een goed humeur is. Ik veronderstelde dat de uitgever zo blij rondliep, omdat het auteursrechtelijk allemaal was gelukt met de bloemlezing van Joost Zwagerman. Dat was ook zo, zei de uitgever, maar eerlijk gezegd was er ook nog een andere reden voor zijn blijdschap.

Aan de kiezer, het boek van Jan Peter Balkenende! Dat gaf hij ook uit. Nauwelijks een dag in de handel, en nu al waren er twintig duizend van verkocht. Op de veertigste plaats binnengekomen op de Boekenmonitor. Helemaal vanuit het niets!

De uitgever wreef zich in de handen.

Balkenende.jpg

“Gefeliciteerd”, zei ik, “is het een ook goed boek?”.

“Whah…”, antwoordde de uitgever.

“Kan de premier een beetje schrijven?”, vroeg ik.

“Whah…”, antwoordde de uitgever.

“En waar gaan de royalties naar toe? Naar een goed doel?”

“Whah…naar hemzelf. Hij heeft een gewoon contract ondertekend”, antwoordde de uitgever.

De uitgever maakte een rondje langs de genodigden, maar even later keerde hij terug. Nog altijd stralend. Niet zonder trots vertelde hij dat afgelopen zomer ook een rondje had gemaakt langs de lijsttrekkers met de vraag of zij misschien een boekje wilden fabrieken. Een boekje met wat persoonlijke informatie en wat ideetjes. Ze hadden bijna allemaal ja gezegd: Wouter, Femke en Rouvoet. Alleen Mark Rutte wilde niet. Die dacht dat hij het wel verbaal afkon.

“Een grote fout”, volgens de uitgever.

Door de crisis rond Rita Verdonk en de val van het kabinet was het nog aanpoten geweest om alles op tijd naar de drukker te krijgen, maar het was gelukt. Kassa! Van Femke waren er 10.000 doorheen gedraaid en Wouter Bos zou snel met een eigen titel komen: Wat Wouter Wil.

Wat Wouter Wil.jpg


“Kan Wouter een beetje schrijven?”, vroeg ik.

“Whah”, antwoordde de uitgever.

Met een glaasje in de hand vervolgende hij zijn gang langs de gasten en ik benijdde hem om zijn succes en om het gemak waarmee hij kennelijk met zulke belangrijke mensen om wist te gaan.

Zou het wat helpen, zo’n boek?

Ik bedoel, zou zo’n lijsttrekker daar nou meer stemmen door krijgen? Als je dat boekje Aan de kiezer inkijkt van onze minister-president dan is het één lange reclamespot. Met Nederland gaat het prima, omdat wij gezamenlijk onze schouders eronder hebben gezet. Inderdaad, de meeste mensen houden van goed nieuws, dus het zou best kunnen helpen.
En bovendien: wat klagen wij nou eigenlijk? In Nederland is het nooit, zoals in de Angelsaksische landen, de gewoonte geweest dat politici boeken schrijven. Daar hadden Nederlandse politici geen tijd en ook geen talent voor. Of misschien hadden ze niet genoeg stof, want niet alles wat in dit kikkerlandje gebeurt, is even belangrijk. Churchill schreef dikke standaardwerken, waarvoor hij zelfs de Nobelprijs kreeg. Maar weet u een titel van Colijn, Drees, Barend Biesheuvel of Piet de Jong?

Dit bij mijzelve overdacht hebbende, voelde ik mij ineens reuze trots op mijn land, mijn politici en mijn huidige lijsttrekkers. Zij hoeven heus niet allemaal een net zo’n scherpe pen te hebben als Joost Zwagerman. Als morgen Wat Wouter Wil uitkomt, zal ik naar de boekhandel snellen, al is het alleen maar om de uitgever nòg gelukkiger te maken.

Binnenlands Bestuur, 3 november 2006