Op naar Siebelink Country

Boeken etc

Moederziel
Herman Stevens
Uitgeverij: Prometheus

Sinds Knielen op een bed violen van Jan Siebelink weten wij dat een schrijver die een heel leven in de middenmoot heeft meegedraaid plotseling toch nog succes kan hebben. Niemand begrijpt precies waar die plotselinge populariteit vandaan komt, en in literaire kring is men er nog lang niet aan toe Siebelink bij de categorie Hermans-Reve-Mulisch in te delen, maar de oplagecijfers zijn er niet minder om.

Mij zou het niet verbazen als Herman Stevens, als hij maar genoeg zitvlees heeft, ook een keer zal worden overvallen door eenzelfde succes als dat van Siebelink. Het zal vooral een kwestie van geduld zijn, en natuurlijk ook van stug doorschrijven. Stevens heeft dat, net als Siebelink, in zich. Bovendien zie ik meer overeenkomsten.

Beide schrijvers halen altijd een bepaald niveau, zonder dat zij in grote mate de aandacht trekken. Misschien zijn zij te verlegen – bij Siebeling is dat nu wel over – misschien spreekt hun werk te weinig tot verbeelding om de lezers tot enthousiasme te brengen – ook dat is bij Siebelink nu wel over. In elk geval is (was) beiderlei charisma te beperkt om in dit multimediale tijdperk als schrijver aan de weg te timmeren. Wat Siebelink en Stevens nog meer gemeen hebben, is hun manier van schrijven: altijd biografisch en sterk realistisch getint. Hun romans zijn conventioneel, zonder fratsen, de vertelling staat voorop en alles lijkt zo uit het leven gegrepen te zijn.

Moederziel2.jpg

Dat geldt zeker ook voor Stevens nieuwste roman Moederziel. Niet dat het wezenlijk is, maar de lezer zal er geen enkele moeite mee hebben als hij te horen zou krijgen dat alles wat in Moederziel is beschreven ook waar is gebeurd. Het boek beschrijft het eenzame lot van een opgroeiende adolescent, wiens ouders gescheiden raken en die tenslotte voornamelijk door zijn moeder zal worden opgevoed.

Hoofdpersoon is de twaalfjarige Wessel Roos, woonachtig te Rotterdam, zoon van een notaris en ballerina die na haar actieve carrière een balletschool is begonnen. In een weinig opzienbarende stijl, maar niettemin met een vaardige pen, beschrijft Stevens de omstandigheden waarin Wessel Roos opgroeit. Er is geen alles verterende ruzie tussen de ouders. Zij zijn eenvoudig gescheiden omdat het niet meer ging, een tamelijk ongewone situatie in de jaren vijftig en zestig, toen men nog “schuld” moest bekennen om te mogen scheiden.

Moederziel, gesitueerd in die naoorlogse periode, is ook geen roman van slaande deuren. De emoties zijn klein gehouden, het verhaal is ingetogen, al is de thematiek nogal omvattend: de relatie tussen moeder en zoon. Hoewel Wessel zijn vader blijft zien, wordt zijn moeder de centrale figuur in zijn leven. In feite wordt Wessel omringd door vrouwen, meisjes voornamelijk, want na de scheiding gaat hij wonen in de balletschool van zijn moeder, een bouwvallig pandje van waaruit zijn excentrieke moeder een bestaan in zelfstandigheid wil opbouwen. Met subtiele middelen schetst Stevens de verhouding tussen moeder en zoon: hun onderlinge afhankelijkheid en liefde, en wat er tenslotte misgaan. De deus ex machina blijkt tenslotte één van moeders eigen balletmeisjes te zijn, een lieftallig veertienjarig talentje dat zich, zonder het bewust te zijn, ontpopt als de grote rivale.

Deze Saskia, door Wessels moeder consequent Stella genoemd, is de oorzaak ervan dat de lezer al direct in het begin te lezen krijgt: “Toen Wessel een leven half leven later op dezelfde manier met zijn moeder brak als zij gebroken had met zijn vader (…), hoefde hij niet lang na te denken wat hij moest doen. Hij had het vroeg geleerd”. Dat is inderdaad de cruciale zin waarin de hele roman is samengevat. Het is ook de enige directe psychologische verwijzing. De auteur komt er niet meer op terug, maar in de routekaart van de lezer heeft de pijl definitief de richting aangewezen.

Willem Frederik Hermans was een schrijver die voornamelijk met zijn vader heeft afgerekend. Ook in werk van Mulisch speelt de vader een overheersende figuur, terwijl bij Reve de moeder op den duur een soort heilige is geworden. Bij Stevens draait alles om de moeder. Toch is zij zeker niet alleen de kwaaie pier. Al breekt de hoofdpersoon tenslotte met haar, zij wordt niet beschreven als een dragonder die alles wil schikken naar haar wens. De lezer begrijpt onmiddellijk haar zorgen en ik vermoed dat vooral de vrouwelijke lezers – en dat is tegenwoordig de overgrote meerderheid in de literatuur – onvoorwaardelijk met haar mee zullen voelen. Voeg daar bij dat deze roman zich afspeelt op een balletschool, het walhalla van elk opgroeiend burgermeisje, dan moet je toch vaststellen dat deze roman alles in zich heeft om een succes te worden.

Je kunt Moederziel ook zien als een roman over de eerste liefde. Het gebeurt in onze maatschappij slechts zelden dat een eerste liefde leidt tot een eeuwige liefde. Meestal spat de eerste liefde uiteen, een dramatische gebeurtenis die met veel emoties en tranen gepaard gaat. Maar wie terugkijkt op zijn of haar eerste liefde doet dat bijna altijd met een vertederde glimlach. Zo was het en zo moest het voorbij gaan. De rol van de moeder, die haar zoon bewust en tevens ongewild een handje helpt bij het opgroeien van haar zoon, relativeert de gedachte dat een tirannieke moeder een zoon altijd voor zichzelf wil houden.

Als een beschrijving van een eerste liefde is Moederziel bijzonder geslaagd. Wel heeft Stevens hier en daar de neiging nodeloos wijdlopig te zijn. Hij bespaart ons geen detail en er komen nogal wat andere vriendjes en vriendinnetjes voor die net zo goed achterwege hadden kunnen blijven. De lezer moet wel zijn opgewassen tegen het onderwerp, want niet iedereen zal zich aangesproken voelen door de gedachtewereld van twaalf, dertien en veertienjarigen. Een boom over het nieuwste bestseller van Philip Roth zal men in Stevens roman niet in aantreffen, maar wel gaat het over rapportcijfers, boze leraren en over wie voor het eerst een meisje heeft geneukt.

Voor mij persoonlijk is dat allemaal nogal lang geleden, maar dat neemt niet weg dat ik mij zonder moeite heb laten meevoeren in de kleine wereld van Wessel Roos. Dat is een verdienste van Stevens, van je mag hopen dat een uitbraak naar Siebelink Country niet al te lang op zich laat wachten.

HP/De Tijd,18 januari 2007