Het kabinet van de Wederopbouw

Columns

Er is veel over te doen: het nieuwe kabinet van CDA, PvdA en Christen Unie grijpt terug op de jaren vijftig. Het is tuttigheid alom, de kinderbijslag krijgt een nieuwe stimulans en vrouwen mogen weer gewoon achter het fornuis staan zonder zich schuldig te voelen over hun geringe bijdrage aan het arbeidsproces.

Wij gaan weer lekker samen macrameeën. Op de radio hoorde ik zelfs informateur Wijffels zeggen dat een nieuwe tijd van “wederopbouw” is aangebroken.

Wederopbouw?!

De wederopbouw van de jaren vijftig kwam, lieve schoolkinderen, na de Tweede Wereld Oorlog (1940-1945) op gang, toen Nederland kapot was geschoten.

Bruggen, wegen en huizen moesten worden herbouwd. De rekening werd opgemaakt van het aantal weggevoerde joden. Nederlandse organisaties en instellingen, afgebroken door de bezetters, werden in al hun allure hersteld. De gulden werd weer hard. Geroofde kunst ging terug naar de musea, enzovoort, enzovoort.

Bombardement Rotterdam1.jpg
(Kabinetten Balkenende I, II en III)

Is informateur Wijffels misschien vergeten dat er vóór het kabinet Balkenende IV geen bezetters zijn geweest, maar de kabinetten Balkenende I, II en III? Beseft hij wel dat als je Balkenende IV associeert met de wederopbouw, je de kabinetten Balkenende I, II en III moet vergelijken met de periode van afbraak, toen Nederland werd geplunderd en een deel van de Nederlandse bevolking werd omgebracht?

Wederopbouw51.jpg
(Kabinet Balkenende IV)

Het moet toch niet veel gekker worden en af en toe bekruipt mij het gevoel dat die demagogische reclamecampagne van de SP, hamerend op het idee dat Nederland socialer en menselijker moet, meer succes heeft gehad dan eigenlijk goed is voor ons land.

De jaren vijftig heb ik als klein jongetje nog meegemaakt en je zou mij daarom een ervaringsdeskundige kunnen noemen. Ik heb een gelukkige jeugd gehad. Er is dus weinig om me tegen af te zetten, maar eerlijk gezegd ben ik blij dat die jaren vijftig achter de rug zijn. De jaren vijftig, het was de tijd van schaarste en soberheid. De idee dat iedere Nederlander recht had op een eigen auto en eigen televisie bestond niet eens. Die kwam pas later met Den Uyl in de jaren zestig.

Werknemers kregen hun geld in de jaren vijftig nog echt in een loonzakje. De bisschoppen ordonneerden per amendement dat katholieken geen lid van de PvdA mochten worden. De kerkvaders waren namelijk bang voor de “doorbraak”, de gedachte die gelovigen ertoe aanzette om op niet-confessionele partijen te stemmen. Willem Banning vertegenwoordigde de doorbraakduivel, al is zijn idee pas veel later werkelijkheid geworden dan hij had gehoopt. Nu wordt er dankzij het VU-kabinet weer gedroomd van de “omgekeerde doorbraak”, met de PvdA als smeermiddel. Per slot hebben de sociaal-democraten eertijds ook de monarchie gered.

De jaren vijftig was ook de periode van de Koude Oorlog: van de Hongaarse Opstand, de Suez-crisis en van Chroetsjow, die met zijn schoen op het VN-spreekgestoelte sloeg. De jaren vijftig waren tevens de jaren van de spruitjes en de spruitjeslucht. Volgens Wouter Bos zijn spruitjes in de wok best lekker. Van Melkert wisten wij dat hij hield van koken, naar zou Wouter het ook kunnen? Een spruitje in de wok bakt aan, tenzij je hem eerst kookt.

De jaren vijftig was de tijd van Perzische tapijtjes, van het ganzenbord en mens erger je niet, en van de wind die buiten om het huis woei. Journalisten namen hun hoed af en spraken een minister aan met: “Excellentie”. En elk clubje had zijn eigen omroep, in een systeem dat verzuiling heette. Naar niets daarvan verlang ik terug. Ook niet naar het samen, samen, eindeloos samen.

Dit stukje bijvoorbeeld schrijf ik alleen in een stille kamer en dat wil ik graag zo houden.

Binnenlands Bestuur, 26 februari 2007