Het verholen antisemitisme

Invallen

Natuurlijk moet je niet ingaan op alles wat er over je geschreven wordt, maar de reactie van Henk Hagoort, directeur van de EO, bevat een interessant aspect dat enige toelichting behoeft. Hagoort levert commentaar op mijn interview in Trouw over de Tien Geboden.

Hagoort1.jpg

Dat interview is hier en op de site van Trouw te vinden. Het commentaar van Hagoort druk ik ook af, opdat de lezer er zelf over kan oordelen.

EO-Hagoort.jpg

Je kunt het iemand die in Ermelo woont en daar zijn bloedjes van kinderen laat kerken nauwelijks kwalijk nemen dat hij onbekend is met zo’n overigens beroemd boek als The Meaning of Meaning, waarin nader wordt ingegaan op de verschillende betekenissen van de woorden als zin en betekenis. Ik zeg dat niet met dédain, maar eerder met pijn in hart wanneer ik zie dat zo veel mensen liever hun eigen uitzicht beperkt houden.

Wat je zo iemand als Henk Hagoort wel kwalijk kunt nemen, is de kwaadaardigheid die hij aanlegt bij het weergeven van andere opvatting, in dit geval de mijne. Zo wordt de laatste cruciale zin in mijn slotopmerking eenvoudig door Henk weggelaten. Die luidde: Er is geen betekenis. Er is geen zin. Je moet zin in het leven hebben, maar het leven zelf is volkomen zinloos. Als er een zin was, was die al lang gevonden”.

De filosoof Jaap van Heerden zou er aan toe kunnen voegen: wees blij dat het leven geen zin heeft. Juist omdat daarover niets bekend is, kun je zelf je eigen leven zinvol maken. En inderdaad: laat dominees maar kletsen, nog nooit heeft een dominee kanker genezen.

Kwaadaardig is de altijd terugkerende suggestie dat mensen die geen zin in het leven herkennen, geen moraal kennen en eigenlijk net zo goed zelfmoord zouden kunnen plegen. Er heerst een diep onfatsoen onder christenen en onder andere gelovigen om daar telkens mee aan te komen.

Hagoort probeert dat ook en brengt daarbij Leon de Winter tegen mij in stelling. Elsevier moet het mij maar niet kwalijk nemen, maar ik druk de column van Leon de Winter hierbij af om te laten zien dat ik in het geheel niet heb gepleit voor iets waartegen Leon de Winter terecht in opstand komt. Alsof ik ervoor zou pleiten dat een man een maîtresse neemt en zijn kinderen verwaarloost. In de Tien Geboden, zoals opgeschreven door Arjan Visser, zeg ik juist monogaam in het huwelijk te zijn.

Leon de Winter1.jpg

Met andere woorden: de weergave door Henk Hagoort is bijzonder leugenachtig.

Het lijkt mij trouwens voor EO-Henk wel zo verstandig zich niet al te zeer te verdiepen in het ooit promiscue leven van Leon de Winter en zijn vrouw Jessica Durlacher, want dan zou hij misschien nog wel eens voor vreemde verrassingen komen te staan. Droom verder, Henkiepenkie.

Wist u trouwens dat je als homo en ongetrouwde moeder niet bij de EO mag komen werken? Dat zit er bij veel dominees altijd diep in, of ze nu Hagoort of Haggard heten, maar naar Nederlandse maatstaven is het pure discriminatie, gefinancierd met overheidsgeld.

Dat alles roept de vraag op waarom Hagoort juist Leon de Winter tegen mij in stelling brengt. Ik denk dat ik daar het antwoord op weet.

Ik denk dat Henk uit Ermelo heeft gedacht: die Max Pam heeft een joodse achtergrond en als ik hem aanval, zou ik wel eens van antisemitisme kunnen worden beschuldigd. Laat ik daarom een andere jood, Leon de Winter, tegen hem getuigen. Dan neem ikzelf, EO-Henk, geen enkel risico.

Daarmee heeft Henk voor de goede verstaander juist het omgekeerde bereikt. In feite heeft hij zichzelf ontmaskerd. Henk is zo iemand in wie een verholen antisemitisme even zichtbaar is geworden.

Ik weet wel: met zulke beschuldigingen moet je niet te snel komen, en ik doe dat ook eigenlijk nooit. Ik weet ook dat je zulke eenvoudige geesten als Henk niet te hard moet vallen. Ze weten eenvoudig niet beter en ze hebben vaak ook nog het beste met ons voor. Maar een enkele keer springt het wel heel erg in het oog, zoals deze keer.

Als me zoiets overkomt, moet ik altijd denken aan mijn eerste meisje. (Ik heb er daarna nog een paar gehad, Henk!) Haar ouders waren katholiek, en haar vader was sergeant in het Nederlandse leger. Lieve, maar eenvoudige mensen waar eigenlijk geen kwaad bij zat. Toen ik een half jaar verkering had, kwam de moeder van mijn meisje naar me toe en zei: “Eerst was ik er niet zo voor, maar ik ben er toch anders tegenaan gaan kijken. Voor een jood ben je eigenlijk heel aardig!”.

Ook zij bedoelde het goed.