Over de relatie tussen geloof en geweld

Columns

Op de vraag naar de relatie tussen religie en geweld heerst in verschillende kringen een taboe. Liever wordt ons verteld dat religie staat voor liefde, goedheid en waarheid. Dat er niettemin gelovigen zijn die moorden plegen, vrouwen onderdrukken, of oproepen tot andere vormen van intolerant gedrag, wordt door geloofsgenoten vaak beschouwd als abberaties, die niets met religie te maken hebben.

Het gaat hier om extremisten die het ware geloof bezoedelen. Ook is er het argument dat geweld eveneens door ongelovigen wordt bedreven en dat het gebruik ervan dus niet specifiek aan gelovigen kan worden toegeschreven.

Dat mag allemaal waar zijn, maar dat neemt niet weg dat zelfmoordenaars nog even “Allah Akbar!” roepen, voordat zij zich temidden van onschuldige mensen laat ontploffen. Zij roepen dus niet: “Geef mij maar een Mars!”, of “Leve de relativiteitstheorie!”, maar “God is de grootste!”.

alla akbar2.jpg

Omdat ik momenteel werk aan een boek over Theo van Gogh probeer ik mij af en toe ook te verplaatsen in de persoon van zijn moordenaar Mohammed Bouyeri. Het is makkelijk om B. af te doen als een psychopaat of een godsdienstwaanzinnige, maar dan is er eigenlijk nog niets opgelost. Ook de opsomming van elementen uit een ongelukkige jeugd en een mislukte carriére brengen ons niet dichterbij het raadsel. Ik bedoel: zelfs als iemand kan aantonen dat Hitler in zijn jeugd een keer slecht is behandeld door een jood, dan nog is dat geen verklaring voor het feit dat hij er later in is geslaagd om 6 miljoen joden te laten vermoorden.

Dat er in de woning van Mohammed B. een handleiding is gevonden met de titel How to use a combat kit wekt geen verbazing en evenmin kijk ik ervan op dat er allerlei boeken zijn gevonden waarin de komende strijd tussen de islam en het Westen wordt beschreven.

Maar waar ik mij wel over verwonder is verzameling cd-roms met de meest afschuwelijke beelden, zoals: een openbare amputatie van een penis, een amputatie van een rechterhand, het breken van een rechterarm, het stenigen en andere vormen van mishandeling, onthoofdingen in alle vormen en maten en “een man met het hoofd op een steen en een voet daarop wordt op langzame wijze de keel doorgesneden, er zijn gorgelende geluiden te horen”.

Tenslotte zijn er ook nog beelden gevonden van geslachtsgemeenschap met een vrouwelijk lijk.

Normaal gesproken schrijf je de interesse voor zulke wredheden toe aan strijders van Aga Khan of aan andere tartarenvolkeren. Maar B. is in Amsterdam opgegroeid, en is naar een school geweest met aardige leraren. Het stukje dat hij schreef voor de wijkkrant is bijna aandoenlijk: “Hallo beste lezers, ik ben een nieuw redactielid van dit blad en zal mij zelf in het kort voorstellen. Ik ben 24 jaar. Ik ben opgegroeid in het Overtoomse Veld Noord en woon daar sinds 1985. Mijn doel als redactielid bij deze buurtkrant is om een beeld te schetsen van de jongeren in dit stasdsdeel en met name van diegenen die in de Werkgroep Jongeren van Eigenwijks actief zijn. Hierbij doe ik dan ook een oproep aan alle jongeren om vooral hun mening te geven, zend dus vooral je mening naar ons toe”.

Een jaar later zat Mohammed B., die zo graag de mening van andere jongeren wilde horen, naar het amputeren van een penis te kijken en naar het copuleren met een vrouwelijk lijk. Weer een jaar later pleegde hij zelf een gruwelijke moord.

Hoe is zoiets mogelijk?

Een oplossing heb ik er niet voor, maar als het niet iets met de islam te maken heeft dan toch wel met de kracht van religie. Op een gegeven moment moet er toch aan hem iets zijn geopenbaard. Hij moet het licht hebben gezien. Een flits, een boodschap, of wat dan ook. Dat hij daarmee in de duisternis terecht zou komen, is hij nu aan het ontdekken in de gevangenis.

De Humanist, maart 2007