Benepenheid steekt voorzichtig de kop weer op

Columns

Een van de leerzaamste boeken uit mijn bezit heet: Wat niet mocht… De samensteller Wim Hazeu geeft daarin een overzicht van de “ernstige en minder ernstige gevallen van vrijheidsbeknotting in Nederland”, die tussen 1962 en 1981 hebben plaats gevonden. Het boek is ironisch opgedragen aan een reeks juristen en “andere waakzame Nederlanders”. In het rijtje treffen wij onder meer de legendarische namen van mr. A.A.M van Agt, mr. J.J. Abspoel, mr J.F. Hartsuiker.

Als je dat boek nog eens doorbladert, valt het op hoe gewoon het in Nederland was om censuur te plegen en hoe kort geleden het nog was dat het plegen van censuur gewoon werd gevonden. Alleen al tussen 1962 en 1981 zijn zo’n 25 televisieprogramma’s op het laatste moment niet uitgezonden, omdat zij strijdig werden bevonden met de goede zeden, of anderszins ongeschikt werden geacht voor de kijker. Nu is censuur een groot woord, en de situatie in Nederland is nooit te vergelijken geweest met die in Sovjet-Unie, waar het rode potlood de media beheerste.

Wat niet mocht--2.jpg

Het zijn vooral de kleine krantenberichtjes uit die tijd, die de sfeer ademen van Staphorst en omstreken. Op 9 juli 1964 bijvoorbeeld wordt het voorstel om de bibliotheek van Staphorst-Rouveen een subsidie van 8.800 gulden te geven door de gemeenteraad verworpen onder de motivering dat “Harry Mulisch, Hugo Claus, Anton Coolen, Erich Remarque en Van Eemlandt boeken hebben geschreven die verderfelijk zijn voor de jeugd”. Het waren de fracties van het SGP en het GPV – een voorloper van de Christen Unie – die pal stonden voor het behoud van de goede zeden.

Maar het front lag niet alleen bij Staphorst. In al die tussen liggende jaren zijn overal in Nederland aanstootgevend schilderijen van de muur gehaald, blaadjes van de Marxistisch Leninistische Jongeren in beslag genomen en werden stoelen uit bioscoopzaaltjes weggehaald, omdat er anders te veel mensen naar pornografische films zouden kijken. Wat niet mocht… maakt veel van ons verleden inzichtelijk, en als u antiquarisch nog een exemplaar kunt bemachtigen, moet u dat beslist niet laten.

Inmiddels lijkt het erop dat de neiging om van alles te verbieden voorzichtig weer de kop opsteekt in Nederland. De Christen Unie in Utrecht heeft zich nu verzet tegen een aan de winkelpui geplakte promotiefoto, die een vrouw in bikini laat zien. De vrouw in kwestie moet volgens de Christen Unie worden beschouwd als “een lustobject”.

Nou, u begrijpt!

De foto van de dame in kwestie heb ik natuurlijk onmiddellijk via internet opgespoord, want als er ergens lust in het spel is, wil ik er graag bij zijn. “Waarom heeft God de mens zinnen gegeven, als hij (zij) ze niet zou mogen gebruiken?”, heeft de schrijver en criminoloog J.B. Charles zich eens terecht afgevraagd.

Vrouw in bikini.jpg

Maar wat een teleurstelling!

Ze ligt er zo zedig bij in die gouden bikini. Had zou helemaal geen bikini aan gehad, maar gewoon in haar blote kont op die zwemplank gelegen, dan had ik mij de klacht van de Christen Unie nog kunnen voorstellen. Maar wie zich daarover opwindt, moet wel een moraalridder zijn die nog heeft gestudeerd aan de universiteit van Staphorst-Rouveen.

Of was het Staphorst-Rouvout?

En dan is er ook nog dat blaadje Liberaal Reveil, waarin iemand die zich de lullige schuilnaam Frankenvrij heeft aangemeten, wil dat de Koran wordt gekuist op al te agressieve uitspraken. Een stompzinnig idee, want dan zou je heel wat heilige boeken en andersoortige literatuur moeten wegbezuinigen. Het Oude Testament bijvoorbeeld, want als Mozes van de berg afdaalt, laat hij zijn volgelingen onder drieduizend man genocide plegen.

Wil je dat moslims integreren dan moet je ze in de eerste plaats serieus nemen. Iets verbieden is verhinderen dat mensen zelf hun eigen conclusies kunnen trekken.

Het Parool, 7 apri 2007