Harry Handel en Theo van Gogh

Columns

Soms zijn er van die toevalligheden die je slaan met stomheid. Zo werk al een tijdje op een instituut in Wassenaar aan een boek over Nederland en de moord op Theo van Gogh. Ik vertel u niets opzienbarends als ik schrijf dat Van Gogh er een speciaal genoegen in schiep om mensen tegen zich in het harnas te jagen. Hoe meer ze op zijn provocaties ingingen, hoe meer hij ervan genoot. Soms deed hij ook zijn best een proces uit te lokken.

Zo heeft Van Gogh geprobeerd een proces aan zijn broek te krijgen van Harry van Andel, een gefortuneerde projectontwikkelaar die ook wel “Harry Handel” werd genoemd. Vooral rond Schiphol was Harry erg actief, want daar hadden de grondprijzen de neiging elke maand te verdubbelen. Over de machinaties die daarmee verband hielden, heeft Van Gogh een groot stuk op zijn website laten zetten. Dat stuk was niet alleen goed geinformeerd, maar ook nog eens anoniem. De reguliere kranten wilden zich er liever niet aan branden, wat voor Van Gogh een extra aansporing was om tot publicatie over te gaan. Achteraf blijkt bijna alles in dat stuk waar te zijn. Een van de actualiteitenrubrieken heeft er onlangs nog een item aan gewijd.

Het was erg mooi weer, toen ik dat allemaal aan het nalezen was, en op een gegeven moment dacht ik: kom, ik ga een krantje halen in het dorp. Ik nam de fiets, maar vlakbij de kerk werd ik door de politie gemaand af te stappen. Even later begreep ik waarom. Een begrafenisstoet van zeker tien zwarte koetsen kwam langs, met kolossale zwarte paarden ervoor en in het zwart gestoken palfreniers op de bok. Ik zag heren met hoge hoeden en dames, verscholen achter een voile, maar er was ook een koets waarin vrolijk werd gelachen. Toen de stoet voorbij was, vroeg ik een omstaander wie er was overleden.

“Harry van Andel”, zei hij, “een of andere rijke pief”.

Op het internet vond ik dat Van Andel op 63-jarige leeftijd een hartaanval heeft gekregen tijdens een partijtje paardenpolo op zijn boerderij in Frankrijk. Jammer, dat Theo de stoet niet heeft kunnen zien. Vooral die lachende mensen, die misschien wel “kassa!” dachten, zouden hem goed hebben gedaan. Dat proces, dat hij zo graag gewild had, is er overigens niet gekomen. Van Gogh kwam dichtbij, maar helemaal gek was die Van Andel niet.

Harry van Andel.jpg

Daarna fietste ik naar de plaatselijke boekhandel. Van alle weekbladen lag nog een flinke stapel, maar van HP/De Tijd had ik het laatste exemplaar. Prinses Maxima op de omslag, met hoedje op, daar lusten ze hier in Wassenaar wel pap van.
Vorige week publiceerde HP/De Tijd niet zonder trots een korte evaluatie van de HOI-oplagecijfers sinds 1999. En wat blijkt? Van alle kranten, weekbladen en tijdschriften zijn er maar twee die, tegen de trend in, zijn gegroeid: HP/De Tijd (11%) en Elsevier (5%). De rest heeft een nagatief saldo. Zo is er bijvoorbeeld van het lezersbestand van Nieuwe Revu nog maar de helft over.

Dat Elsevier zich in de digitale orkaan weet te handhaven, begrijp ik. Dat blad bedient, zonder ophef, heel precies een bepaalde doelgroep. Het succes van HP/De Tijd moet te maken met het feit dat het blad zich los heeft gemaakt van “de linkse kerk”. Daarnaast zal de aandacht voor het Koningshuis een duit in het zakje hebben gedaan. Die is zowel voor royalisten als voor republikeinen verfrissend. Royalisten willen ook wel eens iets anders dan het geneuzel van roddelbladen over de nieuwe baby. Republikeinen – dat is, naar het schijnt, ruim zestien procent van de bevolking – zien in HP/De Tijd bevestigd wat ze al wisten. Ons koningshuis is te duur, te veel op machtbelust en eigenlijk niet meer dan een facade.

Het Parool, 28 april 2007