Van oude en nieuwe allochtonen

Beweringen en bewijzen

Afgelopen zaterdag (28-4-2007) stond in NRC/Handelsblad een interview met Hassan Bahara, de schrijver van de roman Verhaal uit de stad Damsko. De plaats waar de foto van Bahara was genomen, herkende ik onmiddellijk: het August Allabéplein in Amsterdam-West. Het is de plek waar een aantal jaren geleden grote groepen Marokkaanse jongeren slaags raakten met de politie. Sindsdien staat het plein voor al het ongemak dat wordt veroorzaakt door de Marokkaanse jeugd.

Officieel valt het August Allabéplein onder het stadsdeel Slotervaart, maar feitelijk ligt het in een wijk, die het Overtoomseveld heet.

Dat weet ik, omdat ik er ben opgegroeid in een tijd dat de eerste generatie Marokkanen nog moest arriveren.

Ik heb er gevoetbald, de Ronde van Allabé gefietst alsof het de Tour de France was, en via de straat waar Mohammed B. woonde, ben ik dagelijks naar school gelopen. Het moet een vruchtbaar gebied zijn geweest, want het volgens boekje Nieuw-West, een buurt van goede bedoelingen (1996) hebben de volgende bijzondere personen er gewoond: David Endt, Ed Leeflang, Thomas Lepeltak, Pim de la Parra, Hans Ree, Sugar Ray, Henk Spaan, Peter van Straten, Ton Sijbrands, Hans Verhagen en nog vele anderen.

Allemaal verhuisd.

Nieuw-West.jpg

Alleen Wim Kok woont er nog, maar aan de buitenkant, weg van het gewoel, in het rustige gedeelte van Slotervaart. Zijn huis toont als een koppig bastion dat weinig vreugde uitstraalt.

De directeur van het lyceum heette Bolkestein – van die aardrijkskundeboeken – en later zou ik geschiedenisles krijgen van Henk Vonhoff, die het tot Commissaris van de Koningin heeft gebracht. Ik hoor nog hoe op een zomerse dag zijn stemgeluid schalde door de open ramen. Toch schrijf ik dit stukje niet uit heimwee of nostalgie, want toen ik er nog in korte broek rondliep, wist ik al dat ik daar niet zou blijven.

Ons gezin kwam uit de Pijp, een oude volksbuurt. Nieuw-West was voor de Amsterdamse middenklasse een enorme stap omhoog op de sociale ladder. De flat op het Overtoomse Veld bezat een badkamer en op het balkon bevond zich het gat van de stortkoker. Het vuil dat je daarin gooide, viel ratelend naar beneden, waar het in een container belandde die twee per week werd geleegd. Flat en container waren trouwens fijne, moderne woorden.

Flat Overtoomseveld.jpg
(Op drie hoogboven de Paroolwinkel woonden wij. De foto is van Griek, toenmalige fotograaf van Het Parool.)

Mijn moeder was onderwijzeres op de Marius Bauerschool, die aan de achterkant uitkeek op het August Allabéplein. Een lief klein schooltje, uiteraard gesloopt in het kader van de schaalvergroting. Zelf zat ik twee straten verder op het Cartesius Lyceum. Een paar jaar geleden ben ik nog gevraagd om zitting te nemen in een comité van oud-leerlingen, maar omdat ikzelf een te slechte leerling was, voelde ik mij daar niet toegeroepen. Bovendien bleek dat het Cartesius was verhuisd. Het lyceum afficheert zich nu als “een kleine, overzichtelijke middelbare school voor havo- en atheneumonderwijs in Amsterdam aan de rand van de Jordaan”.

Na het verzoek van het Cartesius ben ik nog langs het oude gebouw gefietst. De ramen waren met houten planken dichtgetimmerd en overal zag je het verval. Het moet de tijd zijn geweest dat Brezjnev aan de Amstel regeerde. De buurt werd vergeten en veranderde in Schotelcity. Mijn moeder, inmiddels weduwe en te oud om nog te verhuizen, belde met haar noodkreet. Rond de jaarwisseling had de krantenbezorger aangebeld voor zijn fooi. Toen mijn moeder niet snel genoeg opendeed omdat zij slecht ter been was, werd luid op de deur gebonsd en geroepen: “Wij komen je morgen halen!”.

In haar boek Het Marokkanendrama schrijft Fleur Jurgens dat de buurt helemaal zwart is geworden vanwege de hoge geboortecijfers onder allochtonen. Dat is ongetwijfeld waar, maar er is ook een dienst volkshuisvesting geweest, die alle Marokkanen bij elkaar heeft gezet. Dat wilden ze zelf misschien ook, maar in het interview zegt Bahara: “Het is onzin te denken dat Berbers graag samenhokken. Weinig mensen wonen hier voor hun plezier. De sociale controle is verstikkend. Zodra mensen een goede baan hebben, vertrekken ze naar een vinexwijk, blij verlost te zijn van die benepen, roddelzieke cultuur”.

Bahara2.JPG

Bahara is niet eens zo pessimistisch, al denkt hij dat de tweede generatie Marokkanen een verloren generatie is. Hij schat dat het drama bij de vijfde generatie opgelost zal zijn.

Gisteren fietste ik nog eens naar het voormalige Cartesius. Het gebouw is inmiddels opgeknapt en het heet de Piet Mondriaanschool. Aan de achterkant hangt een replica van Broadway Boogie Woogie met daarin afgedrukt de tekst: “Kennis + weten = geluk”.

Laten wij het hopen.

Daarna fietste ik naar de Pijp, tegenwoordig een erg gewilde buurt voor de Amsterdamse yuppies. De huizen zijn er bijna niet meer te betalen. Wie van Nieuw-West naar de Pijp kan verhuizen maakt een enorme sprong op de sociale ladder.

De Volkskrant, 30 april 2007

Damsko.jpg