Op 4 mei, om 8 uur, voor de Hollandse Schouwburg

Beweringen en bewijzen

Omdat het bijna 8 uur was, en 4 mei, en omdat ik ook nog toevallig in de buurt was, liep ik naar de Hollandse Schouwburg op de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Een beladen gebouw, want vandaar zijn in de oorlog duizenden joden weggevoerd. Elk jaar wordt er een herdenking gehouden en twee minuten bij het verleden stil gestaan. Er wordt dan in het Hebreeuws gezongen en daarna worden de namen van de concentratiekampen voorgelezen.

De straat was door de politie afgezet. Aangezien er binnen geen plaats meer was, had zich buiten op de een stoep een kleine menigte verzameld om mee te luisteren.
Het was vriendelijk weer. Ik keek uit op de tramhalte, waar kennelijk ook mensen aan wachten waren op de tram, die nu even niet zou komen.

En toen zag ik haar. Tussen de wachtenden op de tram stond ook moslimmeisje met een hoofddoek, maar het was meer dan een hoofddoek. Het was een heel gewaad, licht bruin van kleur, dat haar gezicht evenwel grotendeels onbedekt liet. Nieuwsgierig, maar met ingetogenheid volgde zij de ceremonie. Ik bekeek haar nog eens goed en plotseling schoot door me heen: “Ze gaat zichzelf en ons opblazen”.

Ik schrok van mijzelf. Niet alleen was die gedachte onaangenaam, maar ook dat die gedachte überhaupt bij was opgekomen. Waarom moest ik toch altijd het slechtste van de mens denken?

“Dachau, Mauthausen, Sobibor”, klonk het uit luidspreker.

Hollandse schouwburg.jpg

Bij het woord “Sobibor” had ik het even ongemakkelijk. Nogal wat mijn voorouders zijn daar omgekomen. Van hen ken ik alleen de namen. Ik probeerde mij te concentreren op hun nagedachtenis, maar intussen spookte die onaangename gedachte nog steeds door mijn hoofd. Het moslimmeisje stond er nog altijd zedig bij, zwijgend. Ik moest haar in de gaten houden, dacht ik, als er wat gebeurde, zou ik nog op tijd kunnen wegduiken. Toen was de plechtigheid afgelopen en ging ieder zijns weegs. Ook het moslimmeisje.

Beschaamd kwam ik thuis.

Mijn vader was joods, maar in de staat Israël zag hij weinig. “Een muizenval”, zei hij al direct na de oorlog. Hij vond Israël het Staphorst van het jodendom. Ik moet hem daarin zijn gevolgd. Verschillende keren ben ik uitgenodigd om naar Israël te gaan, maar ik had er geen zin in, hoewel ik toch reislustig van aard ben. Ik moet ook een van de eersten zijn geweest die vóór de Palestijnen is gaan schrijven. Daardoor kwam ik te staan tegenover Ronnie Nafthaniel van het CIDI. Naar het schijnt heeft de Israëlische ambassade nog een klein dossiertje over me aangelegd.

Maar een paar jaar geleden is de omslag begonnen. Op het Spui in Amsterdam speelden moslimjongeren een Israëlisch concentratiekamp na, compleet met uniformen en namaakgeweren. Op straat werden arrestaties verricht. Ik kon niet nalaten daar wat van te zeggen, kreeg toen een hoop antisemitische taal naar het hoofd geslingerd en moest ik door de politie en medewerkers van Athenaeum Boekhandel worden ontzet.

Dezelfde dag werden neergelegde kransen gemolesteerd. Niet lang daarna begonnen Gretta Duisenberg en Dries van Agt zich voor de Palestijnse zaak in te zetten. Vroeger hield Gretta Duisenberg zich voornamelijk bezig met de tuinbroek en de suède schoenen van haar echtgenoot, terwijl de zichzelf noemde ariër Van Agt nooit een hand naar de Palestijnen had uitgestoken toen hijzelf aan de macht was. Dus als je ergens antipropaganda voor wilt maken, moet je Gretta Duisenberg en Dries van Agt inhuren.

De zelfmoordenaars waren al een tijdje in de weer, toen Hamas de Palestijnse verkiezingen won. Hamas is een fijne organisatie, die de Protocollen Zion in zijn Handvest heeft opgenomen. De Protocollen bestaan uit een verslag van een gefingeerde bijeenkomst van joodse leiders, die in 1897 in Basel zouden hebben afgesproken de joodse wereldheerschappij te vestigen. Hitler deed zijn voordeel met deze vervalsing en sindsdien weten wij dat iemand een onversneden antisemiet is wanneer hij (of zij) zich baseert op de Protocollen van Zion.

Intussen was het nog altijd 4 mei en zat ik thuis met een schuldgevoel. Volgens de Volkskrant van die ochtend zou Dries van Agt “het spreekgestoelte leeg laten” als de moefti Ikrima Sabri zou spreken op een conferentie in Rotterdam over Palestijnse vluchtelingen. Wel zou hij “het spreekgestoelte hebben gedeeld” met Hamas-leider Ismail Haniyeh, wanneer die was gekomen. Maar Haniyeh kreeg geen visum van minister Verhagen, en Sabri liet het niet op een visumaanvraag aankomen.

Een moefti is een adviseur in het islamitisch recht, die het gezag heeft fatwah’s uit te spreken. “Hoe jonger de martelaar, hoe groter mijn respect”, schijnt Sabri eens gezegd te hebben in rekruteringspraatje voor zelfmoordenaars. Ongetwijfeld zal hij het eens zijn met de officiële Hamaskrant Al-Risalah, die opriep tot zelfmoordaanslagen “omdat de uitroeiing van de joden goed is voor de wereld”.

Je zou er paranoïde van worden.

de Volkskrant, 11 mei 2007