Spreek altijd de waarheid en maak ze kapot!

Boeken etc

Cicero Consultans
H.J.A. Hofland
Uitgeverij: De Bezige Bij

Petje op, petje af voor H.J.A.Hofland, bijna tachtig jaar, en de auteur van de roman Cicero Consultants. Zijn zesde roman alweer, maar het gaat niet alleen om het aantal. Cicero Consultants is ook nog een heel coherente roman, waarin Hofland bewijst dat hij al zijn eigen tanden nog heeft.

Jan Schaefer heeft eens beweerd “dat je in geouwehoer niet kunt wonen”. Boem, goed gezegd! Dat geldt zeker ook voor Cicero Consultants.
Gespierde taal, geen gelul. Elk woord te veel is er uitgedonderd, meedogenloos geschrapt. Ausgerottet. Cicero Consultants is een kort en krachtig statement, en dat statement luidt: niemand wil de waarheid weten.

Komt de waarheid onverhoopt toch aan de oppervlakte, dan is het resultaat alleen maar anarchie en chaos.

Vrolijk stapt de 79-jarige Hofland door het leven, uit niets valt af te leiden dat hij er genoeg van heeft, maar zijn boodschap is die van een onvervalste pessimist. Geef waarheid een kans en wij gaan met z’n allen naar de ratsmodee. Aan alle kanten worden wij geript door een adviseursbrigade, die al klaar staat ons een oor aan te naaien. Is de journalist Henk Hofland nog een waarheidszoeker, de romancier Hofland laat zien dat cynisme en opportunisme niet alleen pijlers zijn van orde en rust, maar ook van maatschappelijk succes.

Cicero2.jpg

Waar gaat het over?

Op een mooie zomeravond zitten Jakob Daader en Roen Tapstra, twee kanonnen uit het consultancywezen, op het terras van het Amstel Hotel zo’n beetje voor zich uit te dromen. Dan krijgt Daader een idee. Er zou behoefte zijn aan een soort waarheidsbureau, dat zich ten doel stelt altijd en overal de mensen de waarheid te zeggen. Het liefst midden in hun gezicht, en het liefst waar iedereen bij zit.

Eureka!

En zo wordt Cicero Consultants opgericht, een bureau dat tegen royale vergoeding al uw toespraken schrijft, waarin de waarheid flink wordt uitgemeten. In dat bureau is Jakob Daader de drijvende kracht en zal Roen Tapstra – van het reclamebureau Integrated Targets, kortweg Integ Targ – de lopende zaken ondersteunen met zijn uitgebreide netwerk van relaties.

De overeenkomst met Hoflands eerste roman De alibicentrale valt onmiddellijk op. Ook hier was er sprake van een adviesbureau, maar dan één om klanten een alibi te verschaffen. Kortom, een bureau dat gespecialiseerd was in het verspreiden en in standhouden van leugens. Het bureau Cicero Consultants is de tegenhanger daarvan, want Jakob Daader en zijn compagnon zullen de waarheid spreken en niets dan de waarheid.

Wat zeg ik? Die twee zullen de waarheid inpeperen.

Aan de slag dus, een advertentie geplaatst, waarin de klant het volgende wordt aangeboden: te leren zeggen wat hij denkt; de zwakheden van vijanden te ontdekken; het demoniseren van personen (binnen het kader van de wet), het ontketenen van mediahype en nationale bijval; het schrijven van historische redevoeringen.

Dat alles wordt dan gesteld in deze niets ontziende regels: “Er wordt wat afgeluld. Meer dan ooit”. Of: “Maak ze irrelevant, gun ze geen rust. Uw aanval kan elk moment uit elke hoek komen”. Of: “MAAK ZE KAPOT. Ook spoedopdrachten”. Met als finishing touch: “onder strikte geheimhouding”. De waarheid mag de goegemeenten worden ingepeperd, degenen die de waarheid aan het licht brengen, blijven zelf het liefst in de duisternis.

Het is natuurlijk niet voor niets dat Hofland al jaren geinteresseerd is in dit thema. Het is het thema: hypocrisie. Iedere journalist heeft daar elke dag mee te maken. Maar in de uitwerking van het thema zit natuurlijk ook iets jongensachtig. Ik zie Hofland voor me, in Hoppe of in enig ander café, met zijn kompanen Tonio Hildebrand en Heintje ten Harmsen van der Beek, complotterend over de grote slag die toch eens geslagen moet worden. De slag die de musketiers in één klap rijk zal maken, zodat niemand meer hoeft te werken en iedereen altijd grote sigaren kan roken. Kijk, daar komt Prins Bernhard in zijn Ferrari al voorrijden. Kleine boefjes zijn het, maar aardige boefjes.

Ook Jakob Daader en Roen Tapstra zijn boefjes, boefjes die aan het eind voor hun gepeperde waarheden ook gepeperde rekeningen zullen uitschrijven.

Het verhaal zal ik hier niet navertellen, want uw leesplezier wordt dan vergald, maar alle ingredienten voor een ouderwetse zedenschets zitten erin: een rijke, aantrekkelijke weduwe die er genoegen inschept wraak te nemen op haar overleden echtgenoot, corrupte politici en een sluwe projectontwikkelaar. Van de media, zoals weergegeven in journalisten van de lokale televisiezender, wordt evenmin een verheven beeld geschetst. Dat is de intessesfeer van Hofland – moslims en andere multiculturele actualiteiten komen er niet in voor. Voor Hofland bestaat de wereld vooral uit woorden, niet uit daden. De wereld waar hij mee is begaan is die van het gelul, dat wordt aangedreven door hebzucht, jaloezie en wraakzucht.

Ja, Hofland zelf lijkt in dit universum de enige constante.

Decennnia lang schrijft hij columns in NRC/Handelsblad, om hem heen scheurt de aarde open en storten wolkenkrabbers in, niets is meer hetzelfde als toen hij met schrijven begon, maar onverwoestbaar als een Dorus Rijkers – jongere lezers moeten dit opzoeken – stuurt hij zich eigen journalistieke schip ongeschonden door de branding.

Men kan voor die bittere volharding alleen maar bewondering hebben. In Cicero Consultants komt de bejaarde projectontwikkelaar Jan Ganzevoort voor, die een enorm complex in de vorm van een piramide– Maeckrostaete – wil laten bouwen. De Jan Ganzevoort-piramide.

“Maar”, zegt hij in een vertrouwelijk moment tegen Jakob Daader, “dat kan me niks schelen. Al zakt het hele ding in elkaar, de seconde nadat ik dood ben! (…) Maeckrostaete is er alleen voor mij, om te bouwen, om bij de levenden te horen. Vertel dat nooit verder. Daardoor blijven ze met me praten. Ze moeten wel. Daardoor zijn ze bang voor me! Het is hun toekomst, hun boterham. Die heb ik verzonnen en gemaakt. Als ze niet meer bang zijn, ben ik er geweest. Geld hebben is niet genoeg. Nee, dat is niks. Ik moet blijven bouwen. Groter en hoger. Als ik niet meer bouw, ben ik dood. Of oud, dat is hetzelfde. Dan zing ik niet meer”.

Vervang het werkwoord bouwen door het werkwoord schrijven, en je begrijpt dat Hofland het hier over zichzelf heeft.

HP\De Tijd, 4 mei 2007