In Vuur van vlammen met een touw om je nek

Beweringen en bewijzen

Volgens Fadoua Bouali, columniste van deze krant, respecteert de Koran het recht op afvalligheid. Zij verwijst daarbij naar deze Korantekst: “In naam van Allah, de barmhartige, de genadevolle. Zeg: O, gij ongelovigen. Ik aanbid niet, wat gij aanbidt. Noch wil ik aanbidden, wat gij aanbidt. Nogmaals, gij wilt niet aanbidden wat ik aanbid, derhalve voor u uw godsdienst en voor mij mijn godsdienst”.Zelf vind ik dit koranvers Kafiroen (Sura 109) nogal cryptisch. Je zou het eigenlijk moeten beschouwen in de context van andere verzen over afvalligen.

En dan stuit je al snel op een heel andere toon, want nauwelijks een pagina verder – in Sura 111 – wordt het lot beschreven van Abu Lahab. Deze Abu Lahab, een halfbroer van Mohammeds vader, zag niets in de islam. Een erg respectvol lot staat hem dan ook niet te wachten, want volgens de Koran “zal hij braden in een Vuur van vlammen. En ook zijn vrouw, aandraagster van brandhout, aan haar nek een koord van vezels”.

Abu Lahab4.jpg
Abu Lahab5.jpg

Begrijp ik het goed dat de vrouw van Abu Lahab zelf het hout mag komen aandragen, waarmee haar man wordt verbrand? En dat zij, als dank daarvoor, wordt opgehangen? Op de houding van de Koran ten aanzien van afvalligheid kom ik terug, maar eerst iets over deze oproep van Fadoua Bouali: “laten wij eerst de Koran op de juiste wijze lezen om te begrijpen wat er werkelijk staat”.

Fadoua Bouali.jpg

Maar mevrouw, al eeuwen vinden gelovigen dat andere gelovigen hun heilige boeken niet op de juiste wijze lezen. Dat is nou juist de bron van al die narigheid. De katholieke kerk vond dat een aantal katholieken de Bijbel niet op de juiste wijze las, en stuurde de Inquisitie erop af. Calvijn meende dat Michael Servet de Bijbel niet op de juiste wijze las, en liet hem verbranden.

Deze week hebben Hamas-strijders op de Gaza-strook gevangen genomen Fatah-strijders voor de ogen van hun vrouwen en kinderen standrechtelijk geëxecuteerd, waarna een woordvoerder van Hamas voor de radio gezegd schijnt te hebben: “At last the era of Islamic justice has arrived!“. Deze Hamas-strijders zullen op hun beurt vinden dat mevrouw Bouali eerst maar eens de Koran op de juiste wijze moet lezen om te begrijpen wat er werkelijk staat.

Het grote probleem is natuurlijk dat niemand weet wie er gelijk heeft, en wat nu eigenlijk de juiste manier van lezen is. Daarvoor zijn de teksten vaak veel te cryptisch en wie zou tenslotte over het gelijk moeten beslissen? Imam Hazelhoff? Mohammed B.? Dries van Agt? Dick Jol?

Misschien mevrouw Fadoua Bouali zelf?

Die laatste zou ik dat karweitje niet erg toevertrouwen. Met haar citaat probeert zij ons wijs te maken dat de Koran erg vredelievend en respectvol staat tegenover afvalligen en ongelovigen, maar wie dat boek opslaat, zou wel eens – bij juiste lezing – tot een heel andere conclusie kunnen komen.

Talloos zijn de bedreigingen aan het adres van afvalligen en ongelovigen. Zo staat in Sura 32, 22: “En wie doet meer onrecht dan wie gemaand wordt door de tekenen van zijn Heer en zich daarvan afwendt? Wij zullen tuchtiging oefenen aan boosgezinden”. In Sura 9, 67 wordt zelfs met een razzia gedreigd onder onschuldigen: “Gij zijt ongelovig geworden na geloofd te hebben. Indien Wij al een groep vergeven, zo straffen Wij een andere groep, omdat zij boosgezinden waren”. Ook in de Sura’s 2, 3, 47 en 63 worden afvalligen bedreigd en beledigd. Tenslotte zullen “hun harten worden verzegeld, zodat zij geen begrip meer hebben”.

Opmerkelijk is dat ongelovigen in de Koran vaak nog slechter af zijn dan de renegaten: “Zij die ongelovig zijn, niet zullen hun bezittingen noch hun kinderen hun iets baten bij God. Dat zijn lieden van het Vuur, eeuwig-levend daarin”. Of: “Wij zullen de ongelovige op zijn neus een merkteken plaatsen”. Of: “Wanneer de ongelovigen op een benarde plaats in hem neder geworpen worden, aan elkander gekoppeld, roepen zij aldaar om vernietiging. Roept heden niet éénmaal om vernietiging, maar roept vele malen om vernietiging”.

Enzovoort.

Mevrouw Bouali stoort zich eraan wanneer erop wordt gewezen dat joden en christenen in de islam worden vergeleken met varkens en apen. Het waarom is tamelijk eenvoudig: het staat in het woord van God. Zie de Koran, bijvoorbeeld in Sura 2, 5 en 7. Op zichzelf is het sympathiek dat mevrouw Bouali alleen de goede kant van haar godsdienst wil zien. Het is alles liefde dat de klok slaat, maar dat is nogal goedkoop. Het is als de winnaar die God dankt voor zijn overwinning en vergeet dat overige deelnemers hebben verloren. Religies hebben nu eenmaal ook hun duistere, gemene en misdadige kanten. Wat dat betreft zijn Goden net mensen.

de Volkskrant, 11 juni 2007