Krasse knarren in het kwadraat

Columns

Afgelopen donderdag had ik de eer uitgenodigd te zijn op de receptie ter ere van de negentigste verjaardag van Wim van Norden. Hij is de enige nog levende oprichter van Het Parool. Na de oorlog werd hij ook directeur van deze krant en weer later bestuursvoorzitter van de Perscombinatie. Maar ook na zijn pensioen, toen de Perscombinatie verder groeide…
…en bladen als NRC/Handelsblad en het Algemeen Dagblad overnam, bleef hij achter de schermen een machtig man. Met recht wordt hij de grootste courantier van Nederland genoemd.

Al in mijn ouderlijk huis was Van Norden een begrip, omdat mijn vader als Parool-chef van de buitenlandredactie soms met hem te maken had. Van Norden is zo’n echte ouderwetse sociaal-democraat, bij wie een zuinige levensstijl in het DNA zit. De oude Drees had dat ook, en natuurlijk de geweldige Karel van het Reve. Kortom, Van Norden was een man van de knip en dat werd door mijn vader, die zijn correspondentennet wilde uitbreiden, aan de keukentafel steevast met gegrom becommentarieerd als de budgetten tegenvielen.

Friso Endt.jpg

Ik wil niemand tekort doen, maar de gemiddelde leeftijd op de receptie moet boven de zeventig hebben gelegen. Zelden heb ik zo veel bejaarden bijeen gezien, die nog zo bij de pinken zijn. En allemaal hadden zij wel iets over de jarige vertellen. Zo zei de even befaamde als onverslijtbare journalist Friso Endt (83): “Van Norden, een krantenman in hart en nieren? Geen sprake van! Hij wilde gedichten schrijven, boeken. Maar hij was de enige van ons, die kon tellen. En zo is het begonnen!”.

Wim van Norden.jpg

(In 1962 bij de bouw van het nieuwe Parool-gebouw. Vl.n.r.: Piet Sanders, burgemeester Van Hall, Wim van Norden).
Even later kwam ik Max Nord (91) tegen, die na de oorlog (1940-45) bij Het Parool even de functie van waarnemend hoofdredacteur heeft vervuld. Nord vertelde dat er de avond tevoren een vriendendiner was geweest, en dat Van Norden bij die gelegenheid trots zijn nieuwe pak had laten zien en had gezegd: “Peek & Cloppenburg, 199 euro”.

Dat Van Norden op de juiste moment wel degelijk geld kon uitgeven, werd mij uiteengezet door A.C.A.Dake (78). Die was in de jaren zestig, zowel voor Het Parool als voor het Algemeen Dagblad, correspondent in Moskou. Maar Dake vond dat zijn budget veel te laag en vroeg bij Van Norden om een verdubbeling. Die kreeg hij zonder problemen. Daarna ging Dake naar Willem Pluygers, de baas van het AD, maar helaas was Pluygers lang niet zo gul. “Maar van Van Norden heb ik het wel gekregen!”, riep Dake.

Omdat Pluygers dacht dat Dake blufte, zei hij: “En dan bel ik nu Van Norden om dat te controleren”. Toen Dake antwoordde dat hij dat rustig kon doen, legde Pluygers de hoorn weer neer en kreeg Dake zijn geld.

Pluygers (93) zelf was ook op receptie!

Pluygers.jpg

Nog vorig jaar verscheen er een boekje over hem met de titel: De gouden greep van Woeste Willem. Ik vroeg Pluygers waarom H.J.A.Hofland (79), de journalist van de vorige eeuw, toch altijd zo’n hekel aan hem had. Een eenduidig antwoord kreeg ik niet, maar ik begreep dat die gevoelens nog altijd wederzijds zijn. Hofland was overigens afwezig.

Bij elkaar in een hoekje zaten oud-wethouder Harry Verhey (90) en jurist Piet Sanders (94), vader van Martijn Sanders, die ook al met pensioen is. Door een misverstand haalde ik de beide negentigjarigen even door elkaar, maar Sanders nam elegant revanche door me te feliciteren met mijn dagelijkse column, waardoor ik begreep dat hij mij voor Frits Abrahams aanzag. Sanders is trouwens een bijzondere figuur, een van de weinigen die destijds begreep dat het niets kon worden met de politionele acties (1947-49).

Buiten regende het, maar geïnspireerd door al deze krasse knarren in het kwadraat, fietst ik (1946) voor eeuwig jong naar huis.

Het Parool, 16 juni 2007