Het VU-kabinet

Buitenhof

Toen deze regering aantrad, werd onmiddellijk gesproken van het VU-kabinet, aangezien zowel premier Balkenende als de vice-premiers Bos en Rouvout hebben gestudeerd aan de Vrije Universteit. Al direct in de eerste troonrede bleek het gereformeerde karakter van de nieuwe coalitie. Met de Nederlandse economie gaat het goed – die groeit het komend jaar 2,5 procent – maar de Nederlander zal daar in zijn portemonnee niets van merken. Integendeel, sommige Nederlanders gaan er zelfs op achteruit.

Zo’n aanpak is geheel in overeenstemming met de calvinistische leer die zegt dat dit leven er niet is om van te genieten, maar dat wij eerst door een tranendal moeten om straks het paradijs te bereiken. Eerst het zuur en dan pas het zoet, en beslist niet andersom.

Omdat het paradijs niet voor iedereen is weggelegd, is er wel een kleine concessie gedaan. Wij krijgen drie jaar zuur en één jaar zoet, waarbij het opvalt dat het zoete jaar altijd overeenkomt met het jaar waarin er nieuwe verkiezingen zijn. Op een geheimzinnige manier weet de conjunctuur zich telkens weer te plooien naar de politieke werkelijkheid.

De eerste maatregel die dit kabinet heeft genomen, is de verhoging van de accijnzen op genotsmiddelen als alcohol en tabak. Met genot heeft dit kabinet niet veel op. Zo wil het kabinet een rookverbod in cafés en andere horeca-gelegenheden.

Zelf ben ik geen roker, maar zo’n maatregel verbaast mij wel.

Het is waar dat roken ongezond is. Veel genotsmiddelen hebben de onhebbelijke eigenschap om ongezond te zijn en als ik God was geweest, had ik het op dit punt beslist anders geregeld. Maar Snickers, Big Macs, suikerspinnen en uitlaatgassen zijn ook ongezond, zonder dat de minister eraan denkt die te verbieden. Waarom dan toch de cafés aangepakt? De enige reden die ik kan verzinnen is dat in cafés wordt geleuterd en gezwetst, wordt gezongen en gedanst. In cafés wordt, kortom, plezier gemaakt, het leven geleefd, en daaraan heeft dit kabinet een broertje dood.

Trouwens, drinken is voor de gezondheid al even slecht als roken, dus waarom ook niet het pilsje en de jenever verboden? Dat zou pas wat zijn: dan kunnen wij in de kroeg eindelijk de Bijbel gaan lezen. Dan wordt het reuze gezellig!

Een ander punt waarmee dit kabinet zijn calvinisme toont, is zijn houding tegenover seks, ook al een bezigheid waaraan sommige mensen plezier schijnen te beleven. Een rapport van de Wetenschappelijke Raad, vorige week gepresenteerd aan het kabinet, constateert zeer verontrust: “De omgeving waarin iedere jongere voor zich een seksuele norm moet zoeken, is gevuld met gulzige, eenzijdige seksuele prikkels. Seks is inmiddels overal”.

Hier spreekt de Vieze Man van Kees van Kooten: “gulzige…eenzijdige prikkels…heeft u het gezien?…seks is overal…bèh”.

Inmiddels wil ook de minister van onderwijs de strijd tegen “de seksualisering van de samenleving” aangaan. “De vrouw is geen lustobject”, vindt hij, een opmerking waarmee mijn eigen echtgenoot het af en toe totaal oneens is. Toch ligt hier kennelijk een overheidstaak.

In dat WRR-rapport wordt erop gewezen dat Nederlanders altijd de gordijnen open hebben en dit verschijnsel duidt op een open geest. Maar daar zit een lange geschiedenis aan vast. In feite moesten de gordijnen open, opdat de dominee, naar binnenglurend, kon vaststellen of men wel met de handen boven tafel achter het ganzenbord zat. Als de dominee langs komt, wordt het stil, zei men dan.

Een oud spreekwoord, maar opnieuw erg actueel.

Buitenhof, 30 september 2007