De niet-kiezer verkiest Watt boven Half Watt

Invallen

Een week na het burgemeestersreferendum in Utrecht probeerde ik de uitslag te vinden – niet in percentages, maar in reële cijfers. Het bleek dat ik mijzelf daarmee een lastige opgave had gesteld, want de uitslag was nergens te vinden. Geen krant gaf de exacte aantallen en zelfs op de officiële site van de gemeente Utrecht kwam ik bedrogen uit.

Wolfsen en Pans1.jpg

Ik werd doorverwezen naar een pagina waar “de uitslagen per stembureau en wijk” te vinden zouden zijn, maar toen ik die aanklikte, kwam er niets.
Vermoedelijk had men bij de gemeente gedacht dat toch niemand geïnteresseerd zou zijn in de uitslagen van een referendum, dat inmiddels wegens een te lage opkomst ongeldig was verklaard. Maar nu eerst de cijfers die ik wel vond. Ze zijn niet helemaal exact, maar ze komen dicht in de buurt.

In Utrecht waren zo’n 223.000 stemgerechtigden. Die brachten met 21.420 stemmen uit, waarvan 16,3% ook nog eens blanco of ongeldig was. Dat betekent dat wij er nog eens zo’n kleine vier duizend stemmen van moeten aftrekken, zodat wij concluderen dat er van die 223.000 stemgerechtigden maar zo’n 17.000 hebben gekozen. Van die 17.000 stemmen ging 72,59% naar de ene kandidaat Aleid Wolfsen en 27,41% naar de andere kandidaat Ralph Pans. Zeg maar dat de winnaar Wolfsen zo’n 12.000 stemmen kreeg. Dat is iets meer dan 5% van het totaal aantal stemgerechtigden.

Tot zo ver de cijfers. De uitslag van de referendum verdween in de prullenbak, maar voor Wolfsen maakte dat allemaal niets uit. Hij werd de volgende dag gewoon door de gemeenteraad benoemd. Je kon in Utrecht kiezen tussen de PvdA en de PvdA, je kon ook niet kiezen, maar altijd werd het iemand van de PvdA. Goedschiks of kwaadschiks.

Het bespottelijke burgemeestersreferendum had ik verder onbesproken gelaten, als ik niet getroffen werd door een uitspraak van de winnaar. Volgens het dagblad Trouw zei hij: “De kiezer heeft het referendum afgewezen, niet de kandidaten”.

Over die uitspraak heb ik lang nagedacht.

Wat bedoelde Wolfsen daarmee, en heeft hij gelijk? Laten wij daarom eens analyseren wat Wolfsen heeft gezegd en voorzichtig gissen wat hij heeft bedoeld.

In de eerste plaats zegt hij dat de kiezer het referendum heeft afgewezen. Dat is gek, want ik zou zeggen dat met de kiezer degenen wordt bedoeld, die juist wél zijn gaan stemmen. Had hij gezegd “dat niet-kiezer heeft het referendum afgewezen, maar niet de kandidaten”, dan had ik hem nog kunnen begrijpen. Maar in dat laatste geval doemt er een probleem op. Door de lage opkomst weet je inderdaad dat de niet-kiezers het referendum hebben afgewezen, maar daarmee is nog lang niet gezegd dat ze de twee kandidaten geweldige kerels vonden, waar zij anders beslist op zouden hebben gestemd. Het tegendeel is eerder aannemelijk: de niet-kiezers vonden die kandidaten beiden zo onaantrekkelijk, dat zij niet over hun bezwaren tegen het voorgekookte referendum zijn heen gestapt.

Wat heeft Wolfsen met zijn uitspraak dan wél bedoeld?

Ik denk dit: de Utrechters hebben het referendum afgewezen, maar mij Aleid Wolfsen, wilden zij eigenlijk dolgraag hebben. Tijdens de campagne kwamen ze ook naar me toe en riepen: “Wij willen jou wel, maar niet op deze manier!”. Met duizenden tegelijk. Ze schreeuwden het uit alle hoeken en gaten. Dus als je het anders bekijkt, hebben eigenlijk niet 12.000 Utrechters op mij gestemd, maar 161.000. Dat is pas 72,59%!

Vandaar dat Aleid Wolfson binnenkort de ambtsketen wordt omgehangen. Vroeger had je pek en veren, maar tegenwoordig zijn wij heel wat beschaafder. En democratischer.

Binnenlands Bestuur, 19 oktober 2007