Hoe little vermin salonfähig werd

Columns

Dat de Tweede Kamer deze week stil stond bij de dood van Telegraafjournalist Kees Lunshof is een gebeurtenis, waarvan de betekenis onderbelicht is gebleven. Het was daarbij opmerkelijk dat Lunshof zowel door rechts als door links werd geprezen. Zo reageerde ook Wouter Bos “met ontsteltenis”.

De PvdA-bewindsman zou gezegd hebben “dat hij respect had voor het vakmanschap van Lunshof, ondanks de grote politieke meningsverschillen”. Volgens Bos was Lunshof “zeldzaam goed ingevoerd, staatsrechtelijk zuiver en analytisch scherp”.

Wat kunnen wij uit al deze loftuitingen opmaken?

In de eerste plaats dat de pogingen van Kees Lunhof om hemzelf en De Telegraaf salonfähig te maken zijn geslaagd. Nog niet eens zo lang geleden werden Telegraafjournalisten, om met H.J.A. Hofland te spreken, beschouwd als “little vermin” – klein ongedierte. Telegraafjournalisten waren ratten, die ergens onder valse voorwendselen binnendrongen en daar een privacyschendend stukje over schreven. De Telegraaf was de krant die ook na de oorlog fout was gebleven. Fascistisch was misschien een groot woord, maar populisme hoorde er zeker bij. De Telegraaf kwam op voor de zwijgende, hardwerkende Nederlander, terwijl er smalend werd geschreven over de staatsruiveniers en andere subsidiegespuis. Aan die populistische koers heeft Lunshof een einde gemaakt en onder hem werd het onmogelijk dat De Telegraaf zo iemand als boer Koekoek zou steunen.

Lunshof1.jpg

Ik ben ervan overtuigd dat het in de Kamer nooit tot een herdenking was gekomen als Lunshof sympathie had getoond voor Pim Fortuyn, Geert Wilders of Rita Verdonk. De welingelichte kringen die Lunshof ook altijd raadpleegde, hebben mij eens verteld dat Lunshofs afkeer van Fortuyn vooral werd gevoed door de rivaliteit van nichten onder elkaar. Fortuyn heeft altijd beweerd dat de Telegraaf hem wilde chanteren met zijn homoseksuele contacten. En hij wist waar de dreiging vandaan kwam, voegde hij eraan toe. In elk geval was het Lunshof die voortdurend tegen die “mallotige” Fortuyn van leer trok, terwijl je toch kon verwachten dat de Telegraaf een populist als Fortuyn in de armen zou sluiten. Later heeft Lunshof goed begrepen dat hij zijn acceptatie bij de politieke elite op zijn buik kon schrijven als hij enige sympathie zou tonen voor Geert Wilders of Rita Verdonk.

De morele implicaties buiten beschouwing gelaten, kun je je afvragen of Lunshof commercieel bezien De Telegraaf daarmee een dienst heeft bewezen. Het gaat de laatste jaren namelijk bijzonder slecht met de krant van wakker Nederland. Onlangs berichtte HP/De Tijd in een coverstory met de titel Krant in verval dat de Telegraaf in zeven jaar tijd 200.000 betalende lezers heeft verloren. Alle dagbladen raken momenteel abonnees kwijt, maar deze terugloop is ongekend voor een krant die na de oorlog alleen maar groei heeft meegemaakt.

Intussen wordt duidelijk dat de koers van Lunshof binnen De Telegraaf niet zonder ruzies gepaard is gegaan. Vooral Thomas Lepeltak, de inmiddels gepensioneerde oervader van het Stan Huygens Journaal, heeft laten doorschemeren dat Lunshof bij herhaling de verkeerde keuzen heeft gemaakt. Volgens Lepeltak is Lunshof zelfs zo stom geweest om vóór Europa te kiezen, terwijl meer dan zestig procent van de Nederlanders bij referendum “nee” stemde. Wie zo weinig inzicht heeft in onderbuikgevoelens is ongeschikt voor een leidinggevende functie bij De Telegraaf, aldus Lepeltak.

De Telegraaf was de krant van het shownieuws, de sport, de beurs en het populisme. Tegenwoordig doen ook andere kranten veel aan de stembanden van Frans Bauer, de zoveelste nederlaag van Ajax of de opmars van Google. Tot overmaat van ramp heeft Kees Lunshof de arme Telegraaf-lezer zijn populistische helden afgepakt. Mij zou het daarom niet verbazen als Rita Verdonk en Geert Wilders de komende tijd in de Telegraafkolommen uitgroeien tot veel geciteerde gasten. Terug naar de roots.

Het Parool, 24 november 2007