Religie is voor ontevredenen en legen

Beweringen en bewijzen

Onlangs hield de Amsterdamse burgemeester Job Cohen in de schuilkerk aan het Singel een toespraak. De locatie zal wel niet helemaal toevallig gekozen zijn en misschien wilde Cohen ermee uitdrukken dat ook heden ten dage de grote groepen gelovigen in Nederland weer zo vervolgd worden dat zij een geheim onderdak moeten zoeken.

Cohen in kerk.jpg

In zijn toespraak zei Cohen het volgende: “In een samenleving die meer en meer als seculier getypeerd kan worden, moeten wij ons realiseren dat aanhangers van godsdiensten, en…
daar hoort ook de islam bij, een morele agenda hebben die soms haaks staat op een aantal min of meer geaccepteerde praktijken in deze samenleving; denk aan opvattingen over alcohol- en drugsgebruik, echtscheiding, pornografie, fraude, de commercialisering van het bestaan, menselijke relaties. Dat kan ons een spiegel voorhouden; het kan ook een appèl uitoefenen op mensen die moeite hebben met de existentiële leegte van de seculiere samenleving”.

Een beetje kreupel Nederlands is het wel, maar daar gaat het even niet om. Het eerste waar mijn oog aan bleef hangen, was “de existentiële leegte van de seculiere samenleving”. Sinds wanneer wordt de seculiere samenleving gekenmerkt door een existentiële leegte? Mij lijkt de seculiere samenleving juist rijk en vol. In de seculiere samenleving heerst vrijheid van meningsuiting en er is ook vrijheid in geloof, kunst en wetenschap. De seculiere samenleving geeft mensen de mogelijkheid zelf na te denken en te beslissen. Het is aan hen of zij van de mogelijkheid gebruik willen maken.

Cohen in kerk.jpg

Hoezo leeg?

Existentiële leegte is een begrip dat vooral door Sartre werd gebruikt. Omdat Sartre niet altijd even helder was in zijn filosofie, is ook niet zo duidelijk wat hij ermee bedoelde. Ik houd het op een soort walging over de zinloosheid van het bestaan en de dood. Maar die zinloosheid is nu juist ook het mooie ervan, en in het wereldbeeld van Sartre wordt zelfmoord ondubbelzinnig verworpen.

Voor Sartre was die existentiële leegte iets algemeen menselijks en zeker niet iets dat uitsluitend seculier was. Integendeel, Sartre was juist een filosoof die het atheïsme opzichtig uitdroeg. Hij vond dat het concept van een Almachtige God, die alles ziet en alles bepaalt, principieel in strijd is met de vrijheid van de mens om naar eigen goeddunken te handelen. Ik denk dat Sartre vreemd zal opkijken wanneer hem in het hiernamaals wordt verteld dat zijn begrip existentiële leegte niet wordt gebruikt om de staat van de mens aan te duiden, maar om de feilen van de seculiere samenleving te karakteriseren.

Er zit trouwens nog een eigenaardigheid in de toespraak van Cohen. Zo zegt hij dat godsdiensten een morele agenda hebben met opvattingen die vaak haaks staan op praktijken in onze samenleving. Hij gaat dan om opvattingen over: alcohol- en drugsgebruik, echtscheiding, pornografie, fraude, de commercialisering van het bestaan, menselijke relaties.
Een curieuze opsomming. Is fraude in ons land een min of meer geaccepteerd fenomeen? Als dat waar is, moet de alarmbal worden gehesen. Dat het gebruik van alcohol en drugs ook schaduwkanten heeft zal niemand ontkennen, daar is geen religie voor nodig. Dat ons bestaan is vercommercialiseerd, levert misschien niet altijd smaakvolle taferelen op, maar de welvaart is er wel aanzienlijk door vergroot. Dat pornografie gepaard gaat met vrouwenhandel stemt niemand vrolijk.
Je kunt over die thema’s heel verschillend denken, maar moet juist religie ons hierbij een spiegel voorhouden? Neem het thema van de homoseksualiteit, dat Cohen heeft verstopt in “menselijke relaties”, zodat het niet bij naam hoeft te noemen. Wat zou het ons opleveren als wij ten aanzien van homoseksualiteit eens in de spiegel keken?

Yvette Lont van de Christen-Unie heeft dat onlangs gedaan en niet zonder recht citeert zij Romeinen 1:26 tot 1: 29 over de goddelijke straf die mannen te wachten staat, wanneer zij “de natuurlijke omgang met vrouwen” veronachtzamen en zich overgeven aan “de schandelijke wellust voor elkaar”. Mijn spiegel beslaat van het boosaardige over de “oorblazers, lasteraars, haters van God”, en daarom ik stel voor dat u die passage zelf maar naleest in de Bijbel. Toen Yvette Lont haar actie begon, deed de Christen-Unie snel het tegenovergestelde van wat Cohen had aanbevolen. Ze wilden geen gedonder en haalden de spiegel weg. Daarmee was de Christen Unie een gewone seculiere partij geworden. Ik bedoel: zo lang ze maar niet in de spiegel kijken, valt er best met die partij te regeren.

Sinds zijn aantreden probeert onze Amsterdamse troetburgemeester behoedzaam de boel bij elkaar houden door alle groepen een beetje naar de mond te praten en gelijk te geven. Wij een onsje minder een zij een onsje meer, zodat wij straks niet meer in zij en wij hoeven te denken. Wanneer ik een burgeroorlog kan voorkomen door in de spiegel te kijken en mij neer te leggen bij de existentiële leegte waarin ik schijn te leven, wil ik daar graag een hoop onzin voor slikken.

de Volkskrant, 8 november 2007