Balkenende kent zijn klassieken niet

Buitenhof

Tijdens een toespraak van premier Balkenende voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, heeft zich een klein incident voorgedaan, zo lees ik in Trouw. Terwijl onze minister-president aan het praten was, fluisterde Koningin Beatrix even iets in het oor van WRR-voorzitter Wim van de Donk. Niet iets om lang bij stil te staan, maar Balkenende onderbrak zijn rede en vroeg als een leraar voor de klas wat daar zojuist was gezegd.

En zonder het antwoord af te wachten zei de premier tot het staatshoofd: “Want ook voor alles wat u nu zegt draag ik de ministeriële verantwoordelijkheid”.

Die opmerking, natuurlijk als grapje bedoeld, was eigenlijk niets anders dan een vertoon van macht. Trouw sprak van “een pesterijtje” en in elk geval was Majesteit not amused.

Dat onze premier worstelt met staatskundige verhoudingen zodra het koningshuis in het geding komt, is al eerder gebleken toen hij Maxima liet bungelen, nadat zij kritiek had gekregen op haar uitspraak dat de Nederlandse identiteit niet bestaat.
En vorige week kwam opnieuw aan het licht dat Balkenende met weinig inzicht en egards de koninklijke zaken behartigt.

Afgelopen woensdag liet Beatrix via de Rijksvoorlichtingsdienst weten dat dit boek – Ooggetuigen van de koningen van Nederland 1813-1890 – “een eenzijdig beeld” geeft van haar voorvaderen Willem I, II en III. In dit boek vertellen ooggetuigenverklaringen hoe dictatoriaal de Nederlandse koningen waren, dat zij last hadden van gekte of gechanteerd werden vanwege hun homoseksuele neigingen. Onze koningen waren geen heilige boontjes, maar echte mensen met menselijke tekortkomingen.

Ooggetuigen.jpg

Bovendien had Beatrix zelf de twee auteurs, Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra, toegang gegeven tot het Koninklijk Huisarchief en was het resultaat van hun naspeuringen goedgekeurd door de hooggeleerden Jan Bank, Hans Bornewasser en Niek van Sas – drie historici van naam.

Aanvankelijk werd verklaard dat het staatshoofd slechts haar privé-mening over de eenzijdigheid van het boek had geuit. Het lijkt echter niet passend om voor de verspreiding van privé-meningen een staatsinstelling als de RVD te gebruiken. Als de Koningin inderdaad het recht heeft privé-meningen openbaar te maken, dan had zij net als iedere privé-burger een ingezonden brief kunnen schrijven.

Maar het werd het nog gekker, toen Balkenende in Het gesprek met de Minister-president liet weten dat ook hij dat boek eenzijdig vond, een mening die – zo zei hij – werd onderschreven door Fred Lammers.

Who the hell is Fred Lammers?

Fred Lammers is een gepensioneerde journalist die ook over het Koningshuis schrijft en die dus een concurrent is van Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra. U moet zich voorstellen dat A.F.Th. van der Heijden de staatssprijs der Nederlandse Letteren krijgt en dat premier Balkenende vervolgens bij Arnon Grunberg gaat informeren of dat wel een goede keus is.

Reeds in 1862 heeft Thorbecke in een Kamerdebat verklaard dat “de regering geen oordelaar is van kunst en wetenschap”. Het is beschamend dat zoiets bijna 150 jaar later nog aan Nederlandse premier moet worden uitgelegd.

Helaas is ook Beatrix zelf verantwoordelijk. Als het staatshoofd mag bepalen wie toegang krijgt tot het Koninklijk Archief en wie niet – dus wel de historicus Cees Fasseur, maar niet de historicus Lambert Giebels – is er sprake van willekeur en valt er ook niets wetenschappelijk te controleren en te kritiseren.

Natuurlijk is het privé-archief van Beatrix en van haar familie, maar het zijn wel onze koningen.

En het is onze geschiedenis.

Buitenhof, 2 december 2007