Borduren is cool en internationaler dan voetbal

Beweringen en bewijzen

Laat ik voorop stellen dat mijn echtgenote een moderne, dynamische vrouw is. Ze heeft haar eigen bedrijf met een eigen website en met medewerkers die een kerstpakket krijgen. Ze heeft ook nog een eigen rubriek in de krant en ze is de coach van Turkse jongeren, die moeite hebben met integreren. Om mij tegen de levenslust van mijn vrouw te wapenen, speel ik de onverstoorbare man, die het liefst achter zijn bureau zit.

Maar zodra de wereld is uitgeraasd, neemt mijn vrouw een bezigheid ter hand waar ik mij telkens weer over verbaas.
Zij doet het overal, maar het liefst voor de open haard met de televisie aan.

De televisie mag ook uit, want tijdens haar bezigheid heeft ze toch geen echte belangstelling voor wat er op het scherm gebeurt. Je kunt wel met haar praten. Af en toe zegt ze zelfs iets terug, maar ze zal je daarbij niet aankijken. Haar obsessie is moeilijk na te voelen, maar inmiddels heb ik mij erbij neergelegd.

Deze week werd in de Tweede Kamer de begroting voor cultuur behandeld. Daarbij hield Nicolien van Vroonhoven (CDA) een warm pleidooi voor steun aan de regionale volkscultuur. Volgens Het Parool houdt Nicolien zelf zich “in haar spaarzame vrije uren onledig met het borduren van merklappen, een traditie waar oppassende meisjes vroeger nog oppassender van werden”.

Onledig, schitterend woord.

Nicolien van Vroonhoven.jpg

Tegenover haar collega’s heeft mevrouw Van Vroonhoven zich verontschuldigd met de woorden: “Ik weet het. Het is niet cool”. Het Parool meldde dat Femke Halsema haar lachen nauwelijks kon houden over zo veel kleinburgerlijkheid en dat haar collega Boris van der Ham (D’66) zich afvroeg of nu ook “het kantklossen van staatswege moet worden gestimuleerd”. Bij de beantwoording van de vragen van Nicolien hield minister Plasterk zijn gezicht gelukkig in de plooi. Hij zei dat onlangs tijdens een werkbezoek op Urk zwaar onder de indruk was geraakt van het zilverwerk in de plaatselijke klederdracht.

Inderdaad, mijn vrouw borduurt.

Soms borduurt ze hele teksten op kussens. Zo heb ik op mijn bed een kussen liggen met een uitspraak van Margaret Thatcher: “No one would remember the Good Samaritan if he had only good intentions. Hij had money as well” – niemand zou nog weten wie de Barmhartige Samaritaan was als hij alleen maar goede bedoelingen had gehad. Maar hij had ook geld.

Mijn vrouw heeft nog even overwogen een Margaret Thatcher-kussenlijn te beginnen en die via een webwinkel aan te bieden, maar het is er nog niet van gekomen.

Vooral in verre landen brengt mijn vrouw graag een bezoek aan borduurwinkels. Die bevinden zich op de vreemdste locaties: in oude scheef gezakte panden in het centrum, maar ook op fabrieksterreinen langs de snelweg. Soms ga ik mee naar binnen en sta daar als enige man tussen de vrouwen die liefdevol hun handen laten gaan over al die uitgestalde begeerlijkheden: naalden, spelden, klosjes en stoffen in allerlei kleuren.

Een tijdje geleden waren we in de buurt van Berkeley en ik wilde ik haar graag Telegraph Avenue laten zien, de straat waar in de jaren zestig de hippiecultuur was begonnen. Je had daar toen een café dat Hardcastle’s heette en waar de lsd- en mescalinepillen in grote potten werden binnengedragen. Als adolescent heb ik er een vrolijke week doorgebracht, maar mijn vrouw zei: “Wist je dat vlakbij Berkeley de beroemdste borduurwinkel staat van Amerika? Daar ga ik liever heen”.

Vorig jaar wilde mijn vrouw ineens naar Suriname. Ze bestelde tickets voor het hele gezin en het werd een geweldige reis. Wij maakte ook een trip naar de binnenlanden. Een hele dag in een Landrover dwars door de jungle, tot wij aankwamen bij een rivier waar een uitgeholde boomstam lag. Met twee gidsen zakten wij de rivier af. Langs de kant lagen kleine kaaimannen en wij namen een bad in een stroomversnelling. Wij sliepen op veldbedden en kwamen tenslotte terecht in een kraal, waar de bosnegers nog woonden als twee honderd jaar geleden.

Ineens stapte mijn vrouw een hutje binnen.

Aha, daar was het om begonnen!

Binnen zat een oude tandeloze vrouw op de grond te borduren. Lange tijd spraken de twee vrouwen met elkaar de internationale borduurtaal die de eeuwen heeft getrotseerd, maar die door geen man wordt begrepen. Er kwamen patronen aan te pas, die uit 1870 stamden en via Frans Guyana de jungle van Suriname hadden bereikt.

Surinaams borduren.jpg

Eindelijk kwam mijn vrouw naar buiten. Haar gezicht straalde en trots toonde zij een geborduurde doek die zij had geruild tegen een van haar eigen doeken. Onlangs vertelde mijn vrouw dat het MoMa (Museum of Modern Art) in New York binnenkort een grote borduurtentoonstelling gaat organiseren.

Kortom, ik sta als één man achter Nicolien van Vroonhoven. Borduren is wél cool. Het is internationaler en tijdlozer dan voetbal. Alle grote kunst van deze wereld is ooit in de provincie begonnen.

de Volkskrant, 19 december 2007