Een rustpunt in ons leven

Columns

De jaarlijkse kersttoespraak van Koningin Beatrix is voor mij hét rustpunt van het jaar. Ik ga er dan altijd even voor zitten en denk dan: “Hè, hè, ik zit”. Even het hoofd leeg maken voor het nieuwe jaar – daar gaat het om. De koningin komt altijd met nieuwe inzichten, die ik toch al eens eerder heb gehoord, zodat ze uitstekend passen bij oud en nieuw.
Volgens de bejaarde Oranje-watcher Jan Kikkert zijn toespraken van ons staatshoofd door de jaren heen even zwaarmoedig gebleven, en ontbreekt traditioneel het vermanende vingertje niet. Als Nederlands burger houd ik ervan door de hoogste aller boven ons gestelden eens per jaar tot de orde te worden geroepen. Vorig jaar nog drukte de Koningin ons op het hart dat wij geen recht hebben op beledigen.

Beatrix.jpg

“Het is maar goed dat Theo van Gogh dood is”, hoorde ik haar in mijn fantasie zeggen. Maar gelukkig zei ze dat niet. Zulke hartvochtigheid is niets voor haar, of anders zou Balkenende het wel geschrapt hebben.

Dit jaar hoorden wij: “Grofheid in woord en daad tast de verdraagzaamheid aan”. Daar ben ik het helemaal mee eens, en als onze koningin bedoelt dat het voetbal moet worden verboden, vindt zij mij geheel aan haar zijde. Kennelijk is het ook ons staatshoofd een doorn in het oog dat wij elke zondagavond op de televisie naar de vreselijkste schoppartijen moeten kijken.

Daar voegde ze nog eens aan toe: “Van mensen kan niet worden verwacht dat zij allen hetzelfde denken, doen en geloven”. Mee eens! Ook in dat opzicht denk ik helemaal hetzelfde als onze vorstin. In NRC.Next schrijft mijn favoriete columnist Christiaan Weijts dat deze woorden “een wijze les zijn aan alle dwaze reli-fanatici”, zoals die orthodoxe christenen die aanstoot namen aan een Dixon-reclamefolder. Daarin stond een cartoon van de Drie Wijzen uit het Oosten, die met behulp van een TomTom de weg naar de kerststal probeerden te vinden. De Reclame Code Commissie wees de klacht af, waarop één van de orthodoxe christenen zei: “Als ik moslim was, zou ik onze klacht zeer kansrijk achten”.

Dat deed mij denken aan een ervaring die ik onlangs had als columnist bij Buitenhof. In mijn praatje had ik kritiek geleverd op André Rouvoet, die naar mijn opvatting het verhaal van Daniël in de leeuwenkeel volkomen verkeerd had uitgelegd. Ik bedoel: André vindt dit en ik vind dat, en van mensen kan niet verwacht worden dat zij allemaal hetzelfde denken. Toch kreeg ik een boze email van een orthodoxe christen, die schreef: “Het is dat ik geen moslim ben, want anders had u morgen een bom onder uw auto”.

De aanspreektitel “u” vond ik nog het beste.

Ook dit jaar nam Beatrix weer een ferm standpunt tegen “individualisering die doorslaat naar puur egoïsme”, en die daardoor “afbreuk doet aan het algemeen belang”. Als wij op die manier “het zicht verliezen op wat ons allen tezamen aangaat, ondermijnen wij onze samenleving”. Dat inzicht leidt onherroepelijk tot de conclusie dat “daarmee de gemeenschapszin erodeert”.

Mooie, gevoelige woorden, en ik was dan ook onaangenaam getroffen dat er meteen kritiek kwam. Van rechts nog wel! Dat Wilders bezwaar maakte, begrijp ik. Maar ook op de weblogs van het weekblad Elsevier ging men behoorlijk te keer. Het geeft geen pas dat iemand die pleit voor meer gemeenschapszin zelf geen belasting betaalt – dat was de strekking.
Ik bedoel maar: in Nederland wordt elke moraal onmiddellijk vertaald in geld.

Binnenlands Bestuur, 4 januari 2008