Kliniek voor hele, hele vage klachten

Beweringen en bewijzen

In de film High Anxiety speelt Mel Brooks de zenuwarts Richard Thorndyke, die gespecialiseerd is in fobieën. Als geneesheer-directeur beheert hij een inrichting, die op de buitendeur groot wordt aangekondigd met het bord: Psychoneurotic Institute for the Very, Very Nervous.

High Anxiety.jpg

Binnen probeert zijn personeel patiënten te genezen van allerlei duidelijke en minder duidelijke kwalen, hetgeen in de praktijk betekent dat zij bang worden gemaakt door sister Diesel, een hoofdverpleegster van Duitse afkomst, die is aangesteld om de discipline te handhaven. De film is een satire op van alles en nog wat, maar vooral op One flew over the Cuckoo’s Nest, het meesterwerk van Milos Forman, dat bedoeld was als een aanklacht tegen de behandeling van psychiatrische patiënten.

High Anxiety.jpg

Over het algemeen wordt Hight Anxiety niet beschouwd als een van de beste films van Mel Brooks, maar ik heb er destijds van genoten. In mijn achterhoofd is de film ook altijd blijven hangen. Hoor ik toevallig iets over een bijzonder ziektebeeld, dan vraag ik mij automatisch hoe de betreffende patiënt het ervan af zou brengen in de inrichting van dr. Thorndyke.
De herinnering aan High Anxiety kwam ook weer boven, toen ik las dat het Medisch Centrum van de VU een kliniek gaat openen voor vage klachten. Ik woon niet ver van de VU en – oh! – wat zou ik graag langs een bord lopen met de tekst: Psychoneurotisch Instituut voor Vage Klachten. Daar hoort natuurlijk ook een gespecialiseerde afdeling bij, helemaal boven op de twaalfde verdieping: het Psychoneurotisch Instituut voor Hele, Hele Vage Klachten (PIHHK). Op de voorpagina van deze krant viel gisteren te lezen dat het al storm loopt en dat de Stichting Buitenamstel Geestgronden het nieuws zo veel mogelijk stil wil houden om verdere aanmelding van patiënten te ontmoedigen. Op dit terrein zou ons land een gidsfunctie kunnen vervullen en ik zie voor me hoe overal ter wereld onderzoekscentra uit de grond schieten: Psychoneurotics Institutes for Very, Very Vague Complaints.

VU.jpg

Denk niet dat ik de spot drijf met zulke klinieken, of met die half miljoen Nederlanders, die rond schijnen te lopen “met ongemakken waarvan de medische wetenschap nog weinig snapt”. Ikzelf heb ook wel eens een pijntje, dat plotseling uit het niets opkomt en waarvoor ik geen andere verklaring heb dan dat ik misschien iets verkeerds heb gegeten. Mensen ervan overtuigen dat zij niet ziek zijn, lijkt mij een hele kunst die veel studie en oefening vergt.

Bovendien is zo’n instituut bij uitstek geschikt om onderzoek te doen naar de zogenaamde modeziekten. Een paar geleden, juist in de tijd dat de schrijfster Renate Dorrestein zichzelf ineens genezen verklaarde van de vermoeidheidsziekte ME, is daar nog een boek over geschreven door de vrouwenarts Cees Renckens. Dwaalwegen in de geneeskunde heet het. Wist u bijvoorbeeld dat de postnatale depressie vrijwel is uitgestorven? Zo’n 25 jaar geleden was dat een erg populaire aandoening, vooral dankzij de film Ademloos met Monique van der Ven in de hoofdrol. Er is toen een grote patiëntenvereniging ontstaan, die zich Selene noemde, maar die tegenwoordig nog slechts een kwijnend bestaan leidt. Momenteel komt de postnatale depressie nauwelijks nog voor in de wachtkamers, al denken veel vrouwen nog steeds dat het een algemeen voorkomende aandoening is. Hetzelfde geldt voor bekkeninstabiliteit, een euvel dat rond 1990 plotseling onder zwangere vrouwen opdook, en dat inmiddels ook weer is verdwenen.

Wat was het en waarom is het nu weg?

Niemand die het weet.

En dat had je natuurlijk de Meervoudige Persoonlijkheden, erg gewild in de jaren tachtig. Dr. Jekyll en Mr. Hyde waren nog twee wezens in één borst, maar toen de MP’s werden herontdekt, ontstond een ware wedloop naar de records. Nog in 1994 heeft één van de vele afsplitsingen van de Amsterdamse mevrouw Liz Bijnsdorp het boek De 147 personen die ik ben gepubliceerd, maar daarna kwam de klad erin. Of je volgens de gemeentewet ook 147 keer een uitkering kon krijgen, weet ik niet, maar de laatste jaren duiken er nauwelijks nieuwe gevallen op. Die meervoudige persoonlijkheden zijn ook verschillende malen verfilmd, zowel in Hollywood als daar buiten. Misschien wilde het grote publiek gewoon weer eens een andere afwijking zien, en dan sterft zoiets vanzelf af.

Je kunt je natuurlijk afvragen of zo’n kliniek voor vage klachten niet bij de Mode Academie ondergebracht moet worden, maar ik vermoed dat dan het serieus wetenschappelijk onderzoek in de knel komt. In de jaren zestig en zeventig werd beweerd “dat alles politiek is”. Tegenwoordig hoor je vaak “dat alles mode is”, wat op zichzelf ook al weer een modieuze uitspraak is. Toch denk ik dat de kracht van mode schromelijk wordt onderschat. Het zit hem niet alleen in kleren, gebouwen of ziekten, maar ook in personen en ideeën. Gisteren stonden wij te juichen voor Obama, vandaag doen wij dat voor Hillary. De columnist die de ene dag wordt ontslagen, is de volgende dag weer populair. Om zulke raadsels op te lossen, zou je een Institute for Very, Very Unclear Explanations moeten oprichten.

de Volkskrant, 10 januari 2008