Beatrix zeventig

Invallen

Onlangs had ik een gesprek over de Amerikaanse presidentsverkiezingen met een Nederlands politicus, wiens naam wij hier met de mantel der liefde zullen bedekken.

Beatrix staatsie.bmp

De Nederlands politicus zei dat hij altijd tegen George Bush als president was geweest, niet eens vanwege diens politieke opvattingen, maar vooral omdat George de zoon is van iemand die ook al president was geweest. Een zo grote invloed van één familie vond hij onwenselijk. Om diezelfde reden was hij ook tegen Hillary Clinton en vóór Obama.
Ik vroeg hem wat hij dan vond van het Nederlands koningshuis. De leden van die familie zitten niet voor een of twee termijnen, maar voor generaties.

De Nederlandse politicus viel even stil en antwoordde toen na enige nadenken: “Maar dat is wat anders”.
Het is waar, het Nederlands staatshoofd heeft heel wat minder macht dan de Amerikaanse president, zowel intern als extern. Maar toch is het Nederlands staatshoofd niet zonder macht – al decennia lang. Het mechanisme dat voor de Verenigde Staten onwenselijk zou zijn, wordt voor Nederland geroemd vanwege zijn stabiliserend karakter.

Geen woning (2).bmp

Afgelopen week werd koningin Beatrix zeventig jaar. Een paar maanden na zit ze dan 28 jaar op de troon. Haar kroning op 30 april 1980 herinner ik mij als Amsterdammer nog heel goed. Die hele dag was het onrustig in de stad. De krakersbeweging was toen zeer actief en onder de leuze “Geen woning, geen kroning!” waren er de hele dag rellen, waarbij de Mobiele Eenheid hard ingreep. De stemming werd op een gegeven moment zo grimmig dat ik naar huis ben gegaan en de plechtigheden verder op de televisie heb gevolgd.

Geen woning, geen kroning.bmp

Eén beeld daarvan is mij bijgebleven. Juliana had zojuist afstand gedaan, en moeder en dochter kwamen op het balkom van het paleis op de Dam om het volk toe te zwaaien. Op dat moment hield iemand daar beneden in het volk een spandoek omhoog, waarop alleen het woord: “Spandoek” stond. Een betere vertaling van een absurde situatie heb ik zelden gezien.

Bijna drie decennia heeft Beatrix haar roeping vervuld en nu zit er een oma op de troon. Voor haar onderdanen noopt dat tot enige zelfreflectie, ook voor mij. Zo vroeg mijn vrouw onlangs of ik in onze omgeving iemand ken die een overtuigd monarchist is. Daar moest ik lang over nadenken, maar ik wist eigenlijk niemand te bedenken. Wel heb ik een keer aan de historicus Cees Fasseur gevraagd een verdediging van de monarchie uit te spreken. Hij deed dat met zo veel verve, maar ook met zo veel ironie, dat ik mij afvroeg hoe gemeend zijn verdediging eigenlijk was.

Dat ik weinig overtuigde monarchisten ken, ligt misschien aan mij, of aan mijn kennissenkring. Ik durf niet te beweren dat ik voornamelijk onder intellectuelen verkeer, maar ik heb wel de indruk dat in die kringen het koningshuis nauwelijks serieus wordt genomen. Het is een aardige versiering en als die versiering zich niet al te onbehouwen gedraagt, mag zij blijven zitten.

In die 28 jaar heb ik (samen met Nelleke Noordervliet) één keer een brief aan de Majesteit geschreven. Dat was na de moord op Theo van Gogh. Majesteit had toen een bezoek gebracht aan een Marokkaans wijkcentrum, maar niet aan de ouders van de vermoorde cineast. Wij vroegen waarom zij dat had nagelaten. Via een hofdame bereikte de brief het staatshoofd. Een week later kregen wij een brief van premier Balkenende die volstond met clichés, maar waarin niets werd uitgelegd.

Ik begreep dat het onbeleefd is het staatshoofd zo’n vraag te stellen.

Binnenlands Bestuur, 1 februari 2008