Jury Libris Prijs niet goed snik

Boeken etc

“Ach slak die over de varen kruipt, pas neergezakt in jouw bedauwde weiland waag ik te vertellen dat koorden wiegden van een hoge balustrade en bebaarde mannen in kaftans het goud van hun zwaarden bewonderden en toespelingen fluisterden op de met sterren bezaaide hemel boven het veldje met de offergaven, en niets anders overwogen dan de vraag waar de gierpont van de Waal met zijn petten en paardenhoeven, sigaren en balen tarwe de striemende winterstormen boven de Shannon, de kaarsjes die flakkerden op de bruggen over de Spree met de viool van kleine Klaus zal ontmoeten, of de melancholie van de iepen als de Maasover de regimenten van Willem van Heukelom de Jongere rollebollen in de warmte vergunt”.

Met deze flippica begint Plooierijen van geschik, de nog in 2007 verschenen roman van Lucas Hüsgen. Denk niet dat dit deze beginzin een ironische klaroenstoot is om ons wakker te schudden.

Plooierijen van geschik gaat eindeloos zo door, 673 onmogelijke pagina’s lang.

Kees ’t Hart, die de roman onlangs in de Groene Amsterdammer besprak, eindigt zijn recensie met: “Wij bevinden ons regelmatig, zonder nadere uitleg, alles is ondeelbaar, tegelijkertijd in het oude Korea, in Nijmegen, in Venlo en in Ierland. Poging geslaagd, zou ik zeggen, lezer overleden”.

Plooierijen.bmp

Inderdaad, bij Lucas Hüsgen, is de lezer net zo morsdood als Natalee Holloway. Niettemin heeft Plooierijen van geschik de longlist van de Libris Literatuur Prijs gehaald. Daarmee liet Hüsgens gerenommeerde schrijvers achter zich als Adriaan van Dis, Connie Palmen, Tomas Lieske, Herman Franke, Arthus Japin en Robert Anker. Het afgelopen jaar zijn zij allemaal met ambitieuze romans uitgekomen. En dan heb ik het nog niet eens over Henk Romijn Meijer, die met Verhoudingen nu eindelijk wel eens genomineerd had mogen worden.

De keus voor Plooierijen van geschik maakt nieuwsgierig naar de rest van de longlist. De keus maakt ook nieuwsgierig naar de jury. Is het een jury, die origineel heeft wil wezen? Heeft de jury een statement willen afleggen over de richting die de Nederlandse literatuur moet ingaan? En tenslotte: is een jury die een boek als Plooierijen van geschik eventueel zou willen bekronen met 65.000 euro, eigenlijk wel goed snik?

De jurymandarijnen heten dit keer: Tom de Swaan, Klaus Beekman, Marc Kregting, Marc Reynebeau en Fleur Speet. Voorzitter is Tom de Swaan, oud-bankier van ABN Amro, die in 2004 werd gekozen tot de beste Chief Financial Officer van Nederland. Bij die gelegenheid zei hij dat hij zijn uitverkiezing als de erkenning zag van een met succes doorgevoerde herstructurering bij de ABN/Amro. Helaas is ABN Amro is onlangs opgeheven, en het is niet te hopen dat de herstructurering bij de Libris Prijs een even groot succes wordt.

De overige juryleden hebben vooral welklinkende namen, waarbij je overigens niet het gevoel krijgt dat zij een gezaghebbende stem vertolken in de Nederlandse literatuur.

De longlist ziet er zo uit: A.F.Th. van der Heijden (Het schervengericht), Paul Bogaers (Onderlangs), Jeroen Brouwers (Datumloze dagen), Peter Delpeut (Het vergeten seizoen), Stephan Enter (Spel), Marjolijn Februari (De literaire kring), Louise O. Fresco (De utopisten), Wouter Godijn (De dood van een auteur die een beetje op Wouter Godijn lijkt), Anne-Gine Goemans (Ziekzoekers), Kristien Hemmerechts (In het land van Dutroux), D. Hooijer (Sleur is een roofdier), Lucas Hüsgen (Plooierijen van geschik), Atte Jongstra (De avonturen van Henry II Fix), Marc Legendre (Verder), Piet Meeuse (Het lied van de ezelin) Koen Peeters (Grote Europese Roman), Sybren Polet (Bedenktijd) en Anne Provoost (In de zon kijken).

Behalve Plooierijen van geschik zitten er nog een paar hele rare titels bij. Onder ons gezegd en gezwegen: het stikt ervan!

Verder.bmp

Neem bijvoorbeeld Verder van Marc Legendre, het eerste stripboek dat meedingt voor de literaire prijs. Ik wil geen purist zijn, en als men indertijd Marten Toonder niet de Wolfert van Borselenpenning had overhandigd maar de PC Hooftprijs, dan zou dat mijn volledige instemming hebben gekregen. Maar de strip van Legendre is toch heel wat meer beeld dan tekst, en het kan alleen uit balorigheid zijn geweest dat Verder op de longlist van een literatuurprijs is beland.

Onderlangs.bmp

Of neem Onderlangs van Paul Bogaers. Best een komisch werkje. Uit honderden boeken nam Bogaers zinnen, alinea’s en fragmenten over, om die vervolgens op een geheel eigen wijze aan elkaar te plakken. Een grappig idee, dat veel zitvlees vergt om het ook daadwerkelijk uit te voeren. Bogaers heeft er jaren over gedaan, waarvoor hulde. Maar uiteindelijk is geen enkele zin uit dat boek van hem zelf. Is het de bedoeling om de Nederlandse literatuur belachelijk te maken – en waarom ook niet? – dan zou de jury beslist Onderlangs moeten bekronen.

Bedenktijd.bmp

Er staan veel zware molenstenen op de longlist, die je vooral niet in handen moet hebben als je aan de rand van een zwembad staat, maar er is ook een opvallende uitzondering. Voor wie van literatureluur houdt, is er de roman Bedenktijd van Sybren Polet. In het verleden heeft Polet even omvangrijke als onbegrijpelijke boeken geschreven, maar Bedenktijd omvat slechts 54 pagina’s. Hoofdpersoon is, zoals vanouds bij Polet, de schrijver Lokien. Dit keer ligt hij op zijn sterfbed en denkt dingen als: “Later. Opnieuw gelezen en ervaren. De vele miljarden spookdeeltjes, die iedere seconde door ons heen gaan. Waarlijk, ik voel ze, die virtuele deeltjes, ik voel ze steeds meer”.

Om jeuk van te krijgen.

Ziekzoekers.bmp

Er staan op de longlist nogal wat boeken die in de pers nauwelijks zijn besproken. Wanneer dat wel gebeurde, varieerden de oordelen van “gaat wel” tot “wel aardig”. De kwalificatie “juichend” was meestal ver weg. Maar bij de jury zijn die boeken kennelijk in zeer goede aarde gevallen. Ziekzoekers van Anne-Gine Goemans bijvoorbeeld, dat zich afspeelt in de bollenstreek. Heeft uitgeverij De Geus haar medewerkers opnieuw ingezet voor een actie op het internet?

Sleur.bmp

Voor de gedachte dat de simpele verhalenbundel Sleur is een roofdier van D.Hooijer de prijs zal krijgen, is veel, heel veel fantasie nodig.

Godijn.bmp


De dood van een auteur die een beetje op Wouter Godijn
lijkt, geschreven door Wouter Godijn zelf, is net zo’n koket niemendalletje als de titel reeds doet vermoeden. Ook Grote Europese Roman van de Belg Koen Peeters druipt van de pretenties en de ambities. Doodmoe word je van al die Europese steden die door de auteur worden bezocht. Van Bern tot Podgorica, van Talinn tot Skopje en van Vilnius tot Madrid, overal heeft Peeters wel zijn hoef gezet. Bij het lezen van deze Europese roman kwam een diep verlangen bij mij op om van Nederland de 51ste staat van Amerika te maken.

Wat meer gerespecteerd zijn Kristien Hemmerechts en Stephan Enter. Helaas heeft Kristien Hemmerechts met In het land van Dutroux een prachtig onderwerp op vreselijke wijze de nek omgedraaid, terwijl Spel van Enter vooral humorloos en saai is. In de verhalenbundel Het lied van de ezelin gaat Piet Meeuwse op zijn vertrouwde weg voort, maar als dat boek met een grote prijs wordt onderscheiden, eet ik mijn baard op.

Met de AKO-prijs voor Het schervengericht heeft A.F.Th van der Heijden wel genoeg gehad, zodat ik nog maar vijf serieuze kandidaten zie voor de shortlist: Jeroen Brouwers (Datumloze dagen), Peter Delpeut (Het vergeten seizoen), Marjolijn Februari (De literaire kring), Louise Fresco (De utopisten) en Anne Provoost (In de zon kijken).

De slotconclusie moet derhalve zijn dat de Libris-jury niet goed snik is, waarbij zij opgetekend dat Tim Krabbé op de vraag van deze jury waarom hij zijn roman Marte Jacobs niet had ingestuurd, liet weten dat hij niet voor de prijs in aanmerking wilde komen.

HP\De Tijd, 8 februari 2008