De dreiging is gevaarlijker dan de uitvoering

Beweringen en bewijzen

Deze column werd in de Volkskrant geschreven, de dag voordat Fitna uitkwam, maar is nog opmerkelijk actueel.

Een bekende schakerswijsheid luidt: “De dreiging is gevaarlijker dan de uitvoering”. Er wil mee gezegd worden dat je met de uitvoering van een bepaalde zet beter nog even kunt wachten. Zo lang de zet nog niet is gedaan, moet je tegenstander er altijd rekening mee houden en dat zal hem ongeduldig, geïrriteerd en onvoorzichtig maken.

sigaar.bmp

Aan deze wijsheid is zelfs een anekdote verbonden die aan verschillende grootmeesters is toegeschreven, maar die zich vermoedelijk in 1927 heeft afgespeeld tijdens het internationale toernooi van New York.

De partij tussen Vidmar en Nimzowitsch stond op het punt van begonnen, toen Vidmar een grote sigaar naast het bord legde.

Vidmar.bmp

Roken was toen nog toegestaan op schaaktoernooien, maar onder de topspelers gold een gentlemen’s agreement om elkaar niet te hinderen met overdrijvende wolken. Nimzowitsch stond bekend om zijn grote afkeer voor roken. Hoewel Vidmar geen aanstalten maakte op te steken, keek Nimzowitsch geërgerd naar de sigaar die daar naast het bord lag.

Nimzowitsch.bmp

De eerste zetten werden gespeeld en in de ogen van Nimzowitsch werd de sigaar steeds groter. Op een gegeven moment had de sigaar zulke kolossale proporties aangenomen dat Nimzowitsch het niet meer hield. Hij stoof op, beende naar de arbiter en diende een protest in.

“Maar ik rook toch helemaal niet”, verweerde Vidmar zich.

Waarop Nimzowitsch hem toebeet: “Nee, maar de dreiging is gevaarlijker dan de uitvoering!”.

Telkens als ik in de krant lees dat Geert Wilders met zijn film Fitna de lont in het kruidvat gaat steken, moet ik aan de sigaar van Vidmar denken. En gisteren was het zover. Nimzowitsch in de persoon van oud-minister Hans van den Broek slaagde er niet meer in zijn ongeduld te beteugelen. Helemaal murw van de spanning is Van den Broek opgestoven en heeft hij van de scheidsrechter het verlossende woord verlangd: “Verbieden”.

Reageer nu even niet als een verlichtingsfundamentalist die door een wesp wordt gestoken, maar laten wij eerst eens rustig nagaan of het mogelijk is de eis van Van den Broek te realiseren.

Al direct komt een aantal vragen op. Is het mogelijk iets te verbieden dat nog helemaal niet is vertoond, misschien zelfs nog helemaal niet bestaat in de beoogde vorm? Is het zeker dat er straks doden vallen? En als die doden inderdaad vallen, bijvoorbeeld onder opgewonden demonstranten in Pakistan en Egypte die in hun armzaligheid ook maar de straat op zijn gestuurd, wie is er dan eigenlijk verantwoordelijk voor hun dood? Is censuur vooraf grondwettelijk in Nederland eigenlijk wel mogelijk?. En hoe lang zou zo’n verbod moeten duren? Die onderbroeken van de mensenrechtenvriend Khomeini, die Van den Broek in 1987 nog van de buis heeft weten te houden, heb ik inmiddels al weer zo’n keer of tachtig op de Nederlandse televisie gezien.

Allemaal boeiende vragen, maar die vormen niet de kern. De kern is dat de inhoud van Wilders’ film er totaal niet meer toedoet. Want stel nu eens dat er in Fitna geen onvertogen woord valt, of dat die film inderdaad “volkomen binnen de Nederlandse wet blijft”, zoals door de leider van de PVV steeds is beweerd. Zou dat wat uitmaken voor het oproer dat vervolgens in islamitische kring ontstaat?

Natuurlijk niet.

De film van Wilders zal altijd worden afgekeurd, ook al is het scenario in het geheim gemaakt door Hans Dijkstal en speelt Pia Dijkstra de hoofdrol. Hoe het oordeel van de Nederlandse rechter ook uitvalt, het zal niets uitmaken voor de reacties in de wereld. Die zijn steeds van hoog Pavlov-gehalte geweest en die zullen dat deze keer ook weer zijn. De meeste betogers weten niet eens waar Nederland ligt of hoe de Nederlandse vlag er uitziet. Kortom, als dat allemaal niet helpt, wat valt er dan nog te doen als wij toch geen doden willen in de islamitische wereld?

Dat Wilders zijn film uit eigen vrije wil terugtrekt, is onwaarschijnlijk, want zo’n nederlaag zal hij niet accepteren. Zo blijft er maar één oplossing over: Wilders uitleveren aan een islamitisch land. Dat klinkt hard, maar er staan een aantal voordelen tegenover. Nederland zal eindelijk verlost zijn van zijn onruststoker en wereldwijd bespaart dat een hoop doden. Juridisch beschouwd is verbieden vooraf heel wat ingewikkelder dan het uitleveren van een Nederlands staatburger aan een buitenlandse natie. Per slot zijn ook Nederlandse drugsdealers aan de Verenigde Staten uitgeleverd, dus waarom zou zoiets niet mogelijk zijn voor delicten als racisme en blasfemie?

Wel stel ik voor om Wilders nog één kans te geven. Hans van den Broek, Minister van Staat en adviseur van het kabinet, moet met Wilders gaan praten. Hij moet Wilders duidelijk maken hoe de werkelijke verhoudingen liggen. Je kunt kiezen, Geert: of je film terugtrekken, of op het vliegtuig naar Saoedi-Arabië. Egypte of Pakistan, kan ook. Je mag kiezen.
Zeker op de uitkomst ben ik niet, want Geert heeft een harde kop. Ik zie Schiphol voor me, een volk dat hem opgelucht en dankbaar uitzwaait. Zijn laatste wens: een grote sigaar.

de Volkskrant, 27 maart 2008