Vier sterren voor kleine kroketten

Boeken etc

Made in Rotterdam
Verzamelde gedichten van Vaandrager, bezorgd door Martin Bril en Hans Sleutelaar
Uitgever: Bezige Bij
Sterren: * * * *

Soms heb ik wel eens de indruk dat Rotterdam beter zorgt voor zijn schrijvers en dichters dan Amsterdam. Het mag waar zijn dat Rotterdam een harde stad is, waar de normale gang van zaken bestaat uit vroeg opstaan en noest werken, maar dat neemt niet weg dat Rotterdam zich ook graag toont als een stad van kunst en cultuur.

Vaandrager.bmp

De Rotterdammers hebben hun eigen kunstblad, Passionate, dat zelfs bij Athenaeum op het Amsterdamse Spui verkrijgbaar is.

Ook is de Dienst Kunst en Cultuur van de Gemeente Rotterdam altijd erg actief in het stimuleren en subsidiëren van alles wat met Rotterdam te maken heeft.

Waar de woorden stimuleren en subsidiëren vallen in combinatie met de naam Rotterdam, is de dichter/reclameman/klusjesman Hans Sleutelaar meestal niet ver weg.
Passionate.bmp

En inderdaad, ik kwam hem tegen in het maart-nummer van Passionate, dat onder de titel Op de Sien helemaal gewijd is aan de literatuur in Rotterdam uit de jaren zestig en zeventig. Ook trof ik hem aan in het zojuist verschenen Made in Rotterdam, de verzamelde gedichten van Cornelis Bastiaan Vaandrager, samengesteld en bezorgd door Martin Bril en Hans Sleutelaar.

Over Vaandrager, die leefde van 1935 tot 1992, is een uitvoerige biografie geschreven door Menno Schenke. Daaruit weten wij dat Vaandrager een getourmenteerd leven heeft geleid, dat tenslotte is geëindigd in een totale overgave aan drugs, wat niets anders betekende dan totale verwaarlozing. Vaandrager behoorde tot de kleine literaire beweging van Gard Sivik en de Nieuwe Stijl, waarvan Sleutelaar en Armando de ideologen waren. De oergedachte was dat de kunstenaar “objectief” diende te zijn, een doorgeefluik van en naar de werkelijkheid.

“Hou je verre van geliteratureluur”, zegt Sleutelaar dan ook wanneer hij door Passionate wordt geïnterviewd over Vaandager.

Voor de Gard Sivik-bende was romantiek eigenlijk een verkeerd begrepen idee van burgerlijkheid. Het ging om een hard-boiled zakelijkheid van mannen in strakke zwarte pakken met zwarte zonnebrillen op de neus. Zij keken meer naar de wereld dan dat zij er midden in stonden. In het anti-burgerlijke ging Vaandrager het verst, zo ver dat hij zijn dochtertje zelfs haar speelhoekje afpakte, omdat hij zoiets niet vond passen in zijn kunstenaarsschap. Hij ging ook zo ver in zijn antiburgerlijkheid dat hij zichzelf tenslotte geheel liet verloederen. Op het laatst was hij nog slechts een schichtige zwerver, die stierf als de totale bohémien. Aan het eind van zijn leven beklaagde hij zich in de Haagse Post tegenover Ischa Meijer dat Amsterdam een behekste stad was geworden: “Laatst was de Bezige Bij zo maar verdwenen!”.

Dat was al de ironie voorbij. Je zou het een misselijke grap van het lot kunnen noemen dat de man die geen lyriek wenste te bedrijven, stierf als een onvervalste romanticus. Het moet juist deze tegenstelling zijn waardoor iemand als Martin Bril zich altijd aangetrokken heeft gevoeld tot leven en werk van Cornelis Bastiaan Vaandrager.

Made in Rotterdam 2.bmp


Made in Rotterdam begint zonder plichtplegingen. Er is een inhoudsopgave en dan komen de gedichten. Enige toelichting vind je aan het slot, maar nooit meer dan het noodzakelijke. Een deftige kunsthistorische verhandeling over de verzen van Vaandrager kom je in deze Verzamelde Werken gelukkig niet tegen. Wel het aan Multutali toegeschreven credo: “Ik heb niets tegen verzen op zichzelve. Wil men de woorden in het gelid zetten, goed, maar zeg niets dat niet waar is”.
Bedoelen de samenstellers hiermee dat deze uitspraak ook geldt voor het werk van Vaandrager? Maar was het dan toch niet eerlijker geweest de uitspraak toe te schrijven aan Batavus Droogstoppel, het benepen personage uit de Max Havelaar?

Het is me niet altijd duidelijk hoe je de gedichten van Vaandrager moet lezen, maar dat is misschien ook juist de kracht ervan. Er zijn nogal wat readymades in de geest van:

Ik zeg maar zo: ik zeg maar niks.

Of:

Als de Chinezen
niet zo goed konden kezen
dan zouden er niet zo veel Chinezen wezen.

Of:

Vele aantrekkelijke prijzen
waaronder een onderbroek van Harry Mulisch.

Sommige van deze bon mots zijn te melig voor woorden, al waren ze misschien erg geestig in de tijd dat ze voor het eerst werden uitgesproken. Maar sommige zijn juist weer heel goed, zoals het even beroemde als briljante uit Made in Madurodam:

De kroketten in het restaurant
zijn aan de kleine kant.

Maar ik vond nu ook:

De G van Probleem.

Hoe zo, de G van Probleem? Welke G? Probleem begint toch met een P? Wordt met G misschien God bedoeld?

Kortom, voor je het weet probeer je iets op te lossen wat natuurlijk helemaal niet oplosbaar is. Dat heb je als je poëzie wilt lezen. Dankzij de Verzamelde gedichten is het goed mogelijk de ontwikkeling en de stilstand van Vaandrager te volgen. Zo kan de lezer zijn eigen voorkeur bepalen. Mij bevielen de Rotterdamse gedichten, geschreven in het dat typische idioom, het minst. Deze gedichten doen al snel gedateerd junkieachtig aan. Hoe algemener, hoe meer ze overeind blijven. Hieronder volgt Carpe Diem:

Plug de dag
die zo om zeep is.
Tot zo met een of ander
stempel of brandmerk

Zijn ze weer lazerus en
of hij.
Zien ze weer dubbeld.

Dubbeld zien, daar gaat het om. De beste gedichten van Vaandrager zijn naar mijn idee de meest toegankelijke, dat wil zeggen die gedichten waarin Vaandrager duidelijk voor ogen heeft dat iets moet duidelijk maken aan een algemeen publiek. Je valt dan bijna automatisch terug op zijn wat langere gedichten uit de tijd dat hij niet alleen maar als een gekwelde junk door de stad zwierf. Het zijn de gedichten die terug te vinden zijn in Metalon en Sempleton. Maar een van de mooiste gedichten is het nooit gebundelde:

Hier gaat het om
niet om het een of ander
maar dit:

Spreken een snelle eigentijdse taal
geloof hechten aan rooskleurige liefde
en veel heel veel aan stukken slaan.

Op voortvarende vogels reizen zoekend
de volheid van de regen de nacht
de bloemen overgevoelige instrumenten.

Beken het
beken het luidkeels en ruiterlijk.

Al breken de ogen
Veranker de wandelende stem.

Dankzij Martin Bril en Hans Sleutelaar staan het nu allemaal bij elkaar, dit monument van Rotterdamse cultuur. Plug dit boek!

HP\De Tijd, 28 maart 2008