Dat kost weer een paar zetels!

Beweringen en bewijzen

Het is natuurlijk omdat ik er midden in ben opgegroeid dat ik geneigd ben de Nederlandse sociaal-democratie met een pessimistisch oog te bezien. Dat is tegenstrijdig, want op zichzelf is de sociaal-democratie een optimistische beweging die toekomst ziet voor de mens, die in wezen goed is.

Dreeslijst2.jpg

In mijn jeugd ben ik omringd geweest door sociaaldemocraten die een rotsvast vertrouwen hadden in De Partij. Ze meenden dat het volk tenslotte verstandig genoeg zou zijn om in te zien waar hun werkelijke belangen lagen. Er waren toen nog geen peilingen en als de verkiezingen naderden, maakte een koortsachtig optimisme zich van hen meester. Enorme overwinningen werden voorspeld. De Partij zou de grootste partij van het land worden.

Helaas vielen de uitslagen vaak tegen.

Mijn vader die dit mechanisme onderkende, begon weddenschappen af te sluiten met partijgenoten die hoge verwachtingen koesterden. Dat bleek lucratieve bezigheid, zodat het gezin gezellig uit eten kon, als De Partij een nederlaag had geleden. Met een groot gebaar betaalde mijn vader de rekening uit de pot van de weddenschappen.

Hoe klein ik ook was, één uitroep van mijn vader is mij altijd bijgebleven: “Dat kost weer een paar zetels!”.

Daarbij werden de armen wanhopig ten hemel geheven. Meestal werd de uitroep gedaan als De Partij weer een verkeerde beslissing had genomen, zoals het benoemen van de verkeerde persoon op de verkeerde plaats. Dat was ook toen al aan de orde van de dag. Na de dood van mijn vader heb ik De Partij laten varen, maar het gezegde heb ik overgenomen. De afgelopen tijd is het bij ons thuis vaak te horen geweest.

Toen de PvdA voor de functie van fractieleider moest kiezen tussen Mariëtte Hamer en Diederik Samson, wist ik intuïtief – maar trefzeker – dat de voorkeur van De Partij zelf zou uitgaan naar de minst aantrekkelijke kandidaat. De afgelopen tijd had ik bij optredens van mevrouw Hamer steeds uitgeroepen: “Dat kost weer een paar zetels!”.

Marriet Hamer2.jpg

De belangrijkste reden voor mijn scepsis is gelegen in het feit dat mevrouw Hamer werkelijk geen greintje charisma bezit. Zij spreekt een moedeloos soort Nederlands met een plat accent. Daarom klinkt wat zij zegt nog clichématiger dan wat wij van politici doorgaans al gewend zijn. Een lachje kan er niet van af, want is ze op de televisie dan staat zij stijf van de zenuwen. Een bon mot hoef je uit haar mond niet te verwachten, wel de uitdrukkingen: hard maken, opkomen, aangeven, solidariteit, enzovoort.

Het wordt als not done beschouwd om het over iemands uiterlijk te hebben, maar in de politiek speelt uiterlijk een grote rol. Uiterlijk is de basis van charisma. Een charismatische persoonlijkheid heeft ook altijd een lichamelijk band met zijn publiek. Dat wil niets liever dan de leider aan te raken en soms is het oppassen dat het charismatische object niet wordt doodgeknuffeld. Daarom zal een charismatische leider nooit rondgaan zonder handen te schudden, te zoenen of op schouders te slaan. Ik vermoed dat die lichamelijkheid het voor vrouwelijke politici moeilijker maakt om tot een charismatische figuur uit te groeien.

Charisma houdt geen klassieke schoonheid in. Als je goed naar Sarkozy kijkt, zie je een onooglijk klein mannetje. Napoleon en Churchill waren ook geen toonbeelden van mooie mannen, maar toch begon alles te zinderen als zij binnenkwamen. Van Drees werd gezegd dat iedereen meteen zijn best deed om iets verstandigs te zeggen, zodra hij in de deurpost verscheen. Bij Margaret Thatcher leek het hele kabinet verlamd als zij het woord nam.

Mariëtte Hamer – op de naam valt niets aan te merken – staat daar héél ver vandaan. Ik vrees dat zelfs een goede kapper en een personal dresser weinig kunnen veranderen. De schelpenketting die om haar hals bungelt – of wat is het? – zou zelfs Marilyn Monroe niet aantrekkelijker maken. Mogelijk dat voormalige rode vrouwen van boven de vijftig mevrouw Hamer willen aanraken, maar voor de rest lijkt de markt niet groot.

Wat eigenlijk nog het meeste schokt, is het gebrek aan zelfreflectie bij de betrokkenen. Misschien is Mariëtte Hamer een geweldige sociaal-democrate met een warm hart voor de onderliggende klasse en ook nog eens met indrukwekkende belezenheid, maar dan had zij helemaal moeten begrijpen dat zij niet geschikt is voor die functie. Het gaat slecht met de Partij van de Arbeid en het enige dat nog lijkt te helpen is de aanstelling van aansprekende figuren. Je kunt dat populistisch vinden, of zelfs onrechtvaardig, maar het is niet anders. Met de verkiezing is het beeld van de Partij van de Arbeid als een ouderwetse, sleetse partij bevestigd. De fractievoorzitster gaat voor een dag in een rood jasje gekleed en spreekt voor de bühne de taal van de vakbond.

Wat de Partij van de Arbeid nodig heeft, is een nieuwe Wibaut, of voor mijn part een nieuwe aristocraat zoals Jonkheer Van der Goes van Naters. En anders geldt voor De Partij wat volgens de Internationale voor alles geldt: “Sterft, gij oude vormen en gedachten!”.

de Volkskrant, 24 april 2008 (Zie voor reacties.)