Een mannelijk boek dat eindigt in de dood

Boeken etc

De wet van Spengler
Jaap Scholten
Uitgeverij: Contact
Sterren: * * * *

Ergens in de nieuwe roman van Jaap Scholten zegt één van de vijf broers waar het verhaal om draait dat de toekomst meer dan ooit in het teken zal staan van de familie. De werkelijke machtstrijd zal niet gaan tussen rassen, klassen of religies, maar tussen families.

wild.bmp

De geschiedenis van de wereld, verteld als één lange Soprano-serie, daar gaat het onvermijdelijk naar toe. Dit inzicht is een directe verwijzing naar de titel van de roman: De wet van Spengler.
De Spenglers in het boek vormen zo’n familie. Voortgekomen uit de Twentse textielindustrie, zijn zij rijk en machtig geworden. Zijn bezitten landgoederen, auto’s, vrouwen en veel personeel. Tegenover de buitenwereld vormen zij een ondoordringbaar bastion. Wie rijk is, trouwt rijk en wie zich buiten de orde plaatst, zal verstoten worden. Hun familie vertegenwoordigt een universum in zichzelf.

Maar toch.

Helemaal toevallig zal de naam Spengler niet gekozen zijn. Onwillekeurig denk je aan Oswald Spengler, de cultuurpessimist die tussen 1918 en 1922 zijn beroemd geworden tweeluik Der Untergang des Abenlandes heeft geschreven. En minder onwillekeurig dacht ik aan de dichtregel van Gerrit Achterberg: “De familie sterft van boven af en groeit van onderen weer aan”. Wetten die opkomst, verval en wederopstanding van families beschrijven, dat is precies waar het in de roman van Scholten over gaat.

De naam van Jaap Scholten kwam je de laatste tijd wel eens tegen in NRC/Handelsblad, maar een roman leek er niet meer in te zitten. Zowel Tachtig uit 1995 als Morgenster uit 2000 lagen al weer ver achter ons. Om het positief te zien, zou je kunnen zeggen dat ik zodoende onbevooroordeeld aan De wet van Spengler kon beginnen. Laat ik daarom meteen duidelijk zijn: De wet van Spengler is een prachtig boek. Het is het vervolg op Tachtig, dat ik binnenkort eens ga herlezen.

Jaap Scholten schrijft heldere taal. Een auto bij hem is een auto, een hert is een hert, en kanker is kanker. Hoewel hij pure literatuur schrijft, is de neiging om van literatuur nog méér literatuur te maken hem volkomen vreemd. Mooischrijverij gaat volledig aan hem voorbij. Misschien komt dat omdat Scholten niet in Nederland woont, maar in Hongarije. Kennelijk moet hij zich daardoor niet alleen verstaanbaar maken aan verre lezers, maar ook voor zichzelf. Niets in De wet van Spengler is gekunsteld. Scholten vertelt een verhaal van a tot z, een verhaal over mannelijkheid die even goed verloren gaat als de industrie, waarmee de Spenglers groot zijn geworden.

Hoofdpersoon is Frederik Spengler, één van de vijf Spengler-broers. Hij is over de veertig als aan het slot van het boek zijn oudste broer Julius aan kanker komt te overlijden. Uitgerekend Julius, die alles deed en durfde en tegen wie de andere broers zo hoog opkeken. Het lijkt eigenlijk pas de eerste tegenslag in het leven van de broers. Weliswaar is hun vader al eerder overleden, maar dat was geen echte Spengler. Die was bij hun moeder komen aanwaaien na een eerder mislukt huwelijk. Vader was een watje, een man die viool dacht te kunnen spelen, een man die tenslotte in een inrichting zou eindigen.

Jaap Scholten.bmp

De wet van Spengler is een hoogst mannelijk boek, waarin het jachtinstinct door de aderen vloeit. Toch zou ik de vrouwelijke lezer in dezen niet willen ontmoedigen. Weinig boeken die in de Nederlandse literatuur verschijnen, gaan nog over een echt ouderwetse mannenwereld. Misschien is het ook wel eens aardig iets anders te lezen dan wat regulier is tussen Leermens en Gulpen.

De wet van Spengler ruikt naar de jacht. De broers zijn ermee opgegroeid, want hun ouders bezaten landerijen, waar de herten graasden en de wilde zwijnen naar dennenappels groeven. Als Julius op de laatste pagina’s sterft, brengen de broers hem nog een laatste groet door een salvo af te vuren met hun jachtgeweer.

De wet van Spengler staat ver af van wat de boven ons gestelden tegenwoordig graag zien: multiculturele vertellingen die tonen hoe je ondanks allerlei tegenslagen toch als allochtoon succesvol kunt worden. De roman van Scholten daarentegen gaat over een familie, die wij in het dagelijks leven kennen als Van Beuningen, Fentener van Vlissingen, Gorter of Van Heek. Ook multicultureel, maar op een hele andere manier. Bij Scholten gaat het ook de wereld over, dat wil zeggen: er wordt gejaagd in Roemenië en de familie Spengler bezit – net als Fentener van Vlissingens – in Schotland een jachtterrein dat zo’n beetje de grootte moet hebben van de provincie Utrecht.

Hoe de broers opgroeien en uitwaaieren, maar altijd weer terugkeren, wordt door Scholten op een indrukwekkende manier beschreven. De filosofie van de Spenglers komt zeer goed tot uiting in deze tirade: “Ik heb altijd al de schurft gehad aan die zieligheidscultuur: om in Nederland iets gedaan te krijgen moest je zielig doen en jammeren. Wat mij betrof werd ieder gejammer beloond met een nekschot. In Roemenië moest je juist macht tonen om iets gedaan te krijgen, ook een absurd systeem. Het ene land werd gechanteerd door de zwakke, het andere door de machtigen. Het enig juiste is je bij de feiten te houden”.

Het zijn de harde feiten die tellen in een landen dat eindigt met de dood, hoe rijk en machtig men ook is.

Jaap Scholten heeft mij een prettig vooruitzicht bezorgd. Hij is een schrijver die ik de komende tijd ga herlezen. Zijn oeuvre is niet al te groot, dat is misschien jammer. Voor een kunsthistoricus is het leuker om het werk van Picasso te bestuderen dan die twaalf en een halve schilderijen van Dick Ket. Je zou het ook spijtig kunnen noemen dat Scholten een leven buiten Nederland heeft verkozen, maar het zou ook wel eens zo kunnen zijn dat hij juist daardoor een betere Nederlandse schrijver is geworden dan al die talenten die voor Schrijver, school en samenleving hun verhalen komen vertellen op leesclubjes, bibliotheken en op literaire avondjes.

Een echte man heeft een hekel aan subsidie. Die verdient zijn geld liever in de handel of in de jacht, wat uiteindelijk hetzelfde is. Aanbevolen, vooral als u ook eens echt op scherp wilt schieten.

HP\De Tijd, 23 mei 2008