Van Dole tot dode zielen

Buitenhof

In 1996 presenteerde Bob Dole, de Republikeinse presidentskandidaat, zijn medisch dossier. Dat was eerder vertoond, maar nog nooit zo uitgebreid. Het dossier bevatte honderden pagina’s. Op zichzelf was het niet onlogisch dat de Amerikanen wilden weten hoe Bob Dole er lichamelijk voorstond.

Bob Dole.bmp

Dole was in de Tweede Wereldoorlog gewond geraakt, waardoor hij zijn rechter arm niet meer kon gebruiken. Bovendien zou hij, indien gekozen, de oudste Amerikaanse president uit de geschiedenis worden: 73 jaar.

De huidige republikeinse kandidaat John McCain lijkt in veel opzichten op Dole. Ook hij is gewond geraakt in een oorlog, zij het in een andere: de Vietnam oorlog. En ook hij is over de zeventig. Zijn medisch rapport is 1.173 pagina’s dik.
McCain is op vier plaatsen aan huidkanker geopereerd. Niet alleen is een gezwel bij zijn linkerslaap weggenomen, maar ook de nabij gelegen lymfeklieren. Hij neemt daarnaast cholesterol verlagende middelen, maar of hij – zoals Dole – ook Viagra slikt, is onbekend. Ondanks zijn omvangrijke dossier is McCain volgens zijn artsen, en ik citeer letterlijk, “jonger dan zijn leeftijd”.

Ik ben dan geneigd te vragen: hoeveel is McCain jonger dan zijn leeftijd. Is hij tien jaar jonger? Vijf jaar? Eén jaar? Of worden wij een beetje belazerd en is Mc Cain maar vijf minuten jonger dan zijn leeftijd.

Dit alles past uitstekend in de ontwikkeling dat wij gemiddeld ouder worden, dat wij er jonger willen uitzien en dat wij het steeds normaler vinden om langer te werken. De Valera is op zijn 88ste nog president van Ierland geweest, maar je moet je afvragen of het gezond is dat het machtigste land ter wereld geleid wordt door een bejaarde met medisch dossier van baksteen, ook al staat daarin dat het hart stressbestendig is na een kwartiertje droogroeien.

Bob Dole verloor van Bill Clinton. Mc Cain heeft nog niet verloren van Obama, die 35 jaar jonger is.

Ooit was de socialistische heilsverwachting dat toenemende welvaart voor meer vrije tijd zou zorgen, maar het tegendeel lijkt het geval. Toenemende welvaart leidt slechts tot een strenger arbeidsethos. Voor jongeren en ouderen is werk een absolute must: iedereen moet aan het werk en iedereen moet aan het werk blijven.

Mariëtte Hamer, fractievoorzitster van de PvdA, wil nu ook gehandicapten meer bij het arbeidsproces betrekken, een streven dat ondersteund moet worden met een nieuwe ronde medische keuringen en eventuele kortingen op de uitkering. Om dat doel te bereiken moet het sociale stelsel weer eens worden herzien.

Maar zou het ten aanzien van gehandicapten niet verstandiger én menselijker zijn een facultatief beleid te voeren?
De gehandicapte die wil werken, dient daarbij uiteraard geholpen te worden, maar de gehandicapte die niet zo’n zin in werken heeft, hoeft wat mij betreft niet achter de broek te worden gezeten. Ik wil daar best extra belasting voor betalen.
Samen werken is een mooi ideaal, maar soms krijg je het gevoel dat het arbeidsethos aan het doldraaien is. Nog even en ook de doden zullen aan het werk moeten. Dan zullen alle gestorvenen van onder de 114 jaar een oproep krijgen om te solliciteren.

Lach daar niet om.

In 1842 heeft de Russische schrijver Nikolai Gogol daar in zijn prachtige roman Dode zielen al over geschreven.

Buitenhof, 25 mei 2008