Het recht op inkeer

Boeken etc

Het recht op terugkeer
Leon de Winter
De Bezige Bij
Sterren: * * *

Een half jaar geleden stopte Leon de Winter met zijn column in Elsevier. In zijn laatste vertelde hij dat hij uitgeput was geraakt van het voortdurend reageren op de actualiteit.

Leon de Winter3.jpg

Ook hekelde hij zijn opposanten, waarbij vooral “de kabouters van het kabinet”, “het vrijblijvend cynisme van columnisten”, “het gebrek aan historisch benul” en “de lafheid vermomd als tolerantie” hadden bijgedragen aan zijn besluit om het publieke debat verder te laten voor wat het was. De Winter kondigde aan zijn nieuwe roman Het recht op terugkeer te zullen voltooien. Daarna zou hij misschien naar Californië verhuizen.

“Ik wil me een tijdje niet meer met lelijkheid en gevaar en dreiging en ondergangsverwachtingen bezighouden”, schreef hij.

Uitgeput.jpg

Dat klonk allemaal nogal pathetisch. Ga niet bij het fornuis staan als je de hitte niet kunt verdragen, maar wie op het internet de reacties bekijkt die De Winter de afgelopen tijd heeft opgeroepen, moet toegeven dat die soms niet leuk meer zijn. Veel daarvan kun je kwalificeren als domheid, kwaadaardigheid en regelrecht antisemitisme.

Gezegd moet worden dat De Winter zich aan zijn woord heeft gehouden. Het recht op terugkeer is zojuist verschenen en in NRC/Handelsblad van afgelopen zaterdag liet De Winter weten dat de visa binnen waren en dat er voor zijn gezin een nieuw avontuur wachtte in de Verenigde Staten.

Het recht op terugkeer.jpg

Het recht op terugkeer is een inktzwarte roman die zich afspeelt in het verleden, het heden en de toekomst, maar vooral in de toekomst. Wij schrijven dan het jaar 2024. De staat Israël is niet meer dan een punt op de kaart – de stad Tel Aviv, om precies te zijn. Temidden van een vijandige omgeving proberen de laatste overgebleven Israëliërs nog stand te houden De meeste joden zijn inmiddels vertrokken, waarmee een nieuw hoofdstuk in de diaspora zal worden geschreven.

In het belegerde stadstaatje Tel Aviv leeft de historicus Bram Mannheim, zoon van een Nobelprijswinnaar in de biochemie, en zelf weer vader van een zoon Bennie. Ook Bram besluit tenslotte met vrouw en kind naar de Verenigde Staten te emigreren, maar aan het verblijf aldaar komt een dramatisch einde, wanneer Bennie verdwijnt. Door een kinderlokker meegenomen en vermoord, denkt Bram, en hij zal daarvoor op gruwelijke wijze wraak nemen.

Wie wraakt neemt, vergist zich altijd, is de filosofie die achter de hele roman steekt.

Na zijn wraak doolt Bram lange tijd als een zwerver rond, zichzelf verwijtend dat hij zijn zoon op het cruciale moment uit het oog heeft verloren. Het kost Bram zijn huwelijk en hij ziet geen andere toekomst meer dan terug te keren naar Tel Aviv, waar hij een bureautje begint dat ouders helpt bij het opsporen van hun verdwenen kinderen. In het verlengde van die bezigheid doet hij als vrijwilliger dienst op een ambulance.

Het heeft geen zin – en het geeft ook geen pas – hier het hele verhaal na te vertellen, maar het komt erop neer dat Bram er langzaam achter komt dat zijn zoon niet is vermoord door een pedofiel, maar is ontvoerd door een islamitische organisatie die joodse kinderen opleidt tot zelfmoordenaars. Op die manier zijn het uiteindelijk de joden zelf die de joden opblazen. Het is dit morbide gegeven dat De Winter getracht heeft om te zetten in een thriller.

De keuze van de thematiek maakt duidelijk dat Het recht op terugkeer veel meer wil zijn dan alleen een thriller. Het is voor een deel ook nog sciencefiction, maar bovenal is het een politiek statement. Het lijkt wel of De Winter de tegenstanders die hij niet in zijn columns heeft kunnen overtuigen, met deze roman een spiegel wil voorhouden. Kijk, dit zal er gebeuren, als jullie niet willen inzien dat “multiculturalisme weinig anders is dan een vorm van culturele euthanasie”, om met De Winter te spreken. Dit zal er gebeuren als jullie Israël laten vallen. Dit zal er gebeuren als jullie niet naar mij willen luisteren.

Daarmee krijgt Het recht op terugkeer een religieus, eschatologisch karakter. De Winter mag dan onlangs hebben gezegd dat je boodschappen doet bij Albert Heijn, in deze roman proef ik toch de boodschap dat het einde der tijden voor de joden definitief is aangebroken. De Winter slaat pontificaal op de gong om ons te waarschuwen voor de dingen die komen gaan. Het is een breed uitgemeten onheilsprofetie, waardoor ik Het recht op terugkeer met aanzienlijk minder genoegen heb gelezen heb dan De Winters vorige roman, de terechte bestseller God’s Gym.

In Het recht op terugkeer moet De Winter ook allerlei onwaarschijnlijke touwtjes aan elkaar knopen om zijn verhaal rond te krijgen. Zo is er de verhaallijn van de vaderfiguur, de biochemicus Hartog Mannheim. Ooit heeft Hartog in zijn laboratorium de leerling opgeleid, die later tot de kwade genius zal uitgroeien. In het laboratorium werkte de leerling temidden van allerlei joodse medewerkers en de vernederingen die hem kennelijk toen zijn welgevallen, heeft zoveel kwaad bloed gezet dat een voornemen is ontsproten om eens op gruwelijke wijze wraak te nemen. Zulk soort psychologie doet het altijd goed bij Kuifje of James Bond, maar in een serieuze roman komt het wat magertjes over.

Om een serieuze roman in de toekomst te laten spelen, is ook altijd tricky businesss. Bij De Winter lijkt er in die zestien jaar alleen wat te zijn gebeurd op politiek en biochemisch terrein. Die twee zaken had hij toevallig nodig, maar ik vraag me af of mensen in 2024 nog skypen. Maar mijn grootste bezwaar is dat het radarwerk van de roman van ongeloofwaardigheden aan elkaar hangt. Helaas is De Winters’ dwingende verteltrant dit keer ontoereikend om al die ongeloofwaardigheden weg te werken.

Dat Het recht op terugkeer een politiek incorrecte roman is, die Job Cohen beter ongelezen kan later, hoeft geen betoog. Ik ben vóór politiek incorrecte romans; daarvan kunnen er niet genoeg geschreven worden. Maar het blijft jammer dat De Winter de angst om een zoon te verliezen louter in zwart-wit termen beschrijft. De joden worden geïndoctrineerd en blazen zichzelf op. De wereld wordt geregeerd door de weg-met-onssers. Wij worden omringd door vijanden, maar de grootste vijanden zijn wijzelf. Enzovoort.

Misschien is De Winter inderdaad te lang doorgegaan met het schrijven van columns.

HP\De Tijd, 13 juni 2008