tv als gezellige propaganda

Columns

Zes ministers zullen deze zomer stage lopen bij de actualiteitenrubriek EénVandaag. In volgorde van opkomst zijn de gelukkigen die reclame voor zichzelf mogen maken: Gerda Verburg, Ella Vogelaar, Ronald Plasterk, Maxime Verhagen, Ab Klink en Jacqueline Cramer. Kruisbestuiving heet dat. EénVandaag heeft zes lekker goedkope items, en de ministers krijgen gratis zendtijd.

De onderwerpen zullen door de ministers zelf worden uitgekozen en de reportage die daaruit voortvloeit, zullen zij zelf produceren. EénVandaag-redacteur Herman Zaaiberg denkt dat het niet mis kan gaan, want “propagandapraatjes worden uitgebannen” en de onderwerpen “zullen journalistiek worden behandeld”. Mooi, zou je zeggen, maar volgens NRC/Handelsblad “is het doel van de serie om de ministers ‘als mens’ te leren kennen”.

Als mens.

Niet als zoogdier, maar als mens. Maar wil ik dat eigenlijk wel? Wil ik die ministers echt als mens leren kennen. Zou het niet voldoende zijn om die ministers te leren kennen als minister?

Zomerstage.jpg

Ook komt de vraag op wat betekent dat: als mens? Willen wij weten dat de Minister van Landbouw als mens in de overgang is, of dat de Minister van Volksgezondheid als mens regelmatig Viagra gebruikt? Ik verzin maar wat. Ik bedoel: wanneer je iemand als mens wilt leren kennen, moet je ook worden ingelicht over zijn of haar tekortkomingen en zwakheden.

Maar dat is, zo vermoed ik, juist helemaal niet de bedoeling. Reken maar dat spindoctors een vinger in de pap zullen krijgen. Ella Vogelaar en Jacqueline Cramer gaan heus niet op stap zonder instructies van Dig Istha. Het zal erop neerkomen dat dit leren kennen als mens niets anders betekent dan dat de ministers de mogelijkheid krijgen zich zo sympathiek mogelijk aan het volk te presenteren. Warme programma’s over BN’ers genereren hoge kijkcijfers, waarmee opnieuw De stelling van Pam wordt bevestigd, die zegt dat televisie alleen nog maar gaat over televisie.

Waarom doen die ministers er eigenlijk aan mee? Weer zo’n vraag. Hebben Gerda Verburg en Ab Klink in hun zomervakantie niets anders te doen dan namaak-journalistje te spelen, opdat wij hun leren kennen als mens?

De mens is ijdel en bovendien wil de politieke mens vooral op de televisie als zijn partij er slecht voorstaat in de peilingen. Daarom vrees ik dat ervan die journalistieke ambities van EénVandaag niet veel terecht zal komen.

Politici op de televisie blijft tricky business.

Deze week is Hugo Chávez na 313 afleveringen gestopt met zijn wekelijkse televisieprogramma Aló Presidente, dat elke zondag op de Venezolaanse televisie werd uitgezonden. De uitzendingen begonnen op 11 uur ’s ochtends en duurde soms tot aan het eind van de middag, dit helemaal in de geest van Fidel Castro, die in zijn grote tijd toespraken van acht uur hield.

Omdat ik Hugo Chávez als mens wilde leren kennen heb ik een gedeelten van Aló Presidente op internet bekeken. Hoogtepunten uit de Hugo Chávez-show zijn bovendien te vinden op You Tube. Om eerlijk te zijn, was het minder erg dan ik van deze halve dictator had verwacht. Chávez zit ontspannen in een T-shirt achter een groot bureau. Af en toe vangen wij een glimp op van applaudisserend publiek, zoals bij Dave Letterman.

Hugo Chavez.jpg

Er wordt flink wat gelachen, zeker als Chávez staatshoofden gaat beledigen, zoals George Bush, die hij voortdurend “Mijnheer Gevaar” noemt. Soms overhoort hij een generaal of een onderwijzer, waarbij hij iets van een leraar probeert uit te stralen. Dat lukt niet erg, zeker niet als hij in het Engels begint. Zijn ontmoeting met de Amerikaanse filmster Kevin Spacey kreeg daardoor iets uitgesproken knulligs.

Als je hem zo amateuristisch bezig ziet, is het moeilijk een klassieke dictator in hem te zien. Hij maakt meer de indruk van een enthousiaste pias. Een naïeveling, die te lang blijft zitten en vervolgens door zijn eigen volk wordt weggejaagd óf door de CIA wordt uitgeschakeld. Maar ik ben geen kenner van Latijns Amerika. En van de mens Hugo Chávez evenmin, hoewel ik nu toch een paar vrolijke uurtje met hem heb doorgebracht.

Het is ook maar televisie.

Het Parool, 12 juli 2008