Als je voor 20.000 euro geboren bent

Beweringen en bewijzen

Ze bellen bijna altijd tegen etenstijd en voordat ze zich voorstellen vragen ze eerst met wie ze spreken. Deze telefoonstemmen zijn in twee categorieën te verdelen: zij die iets van je willen weten, en zij die iets aan je willen verkopen.

Driehuis2.bmp

Degenen die iets van je willen weten, zijn de enquêteurs. Zeg gewoon “nee”, nog voordat zij hun vraag hebben gesteld. Dat helpt. Degenen die je iets willen verkopen, zijn vasthoudender. Ze willen weten waarom niet. Ze vissen naar je motieven. Deze stemmen behoren meestal toe aan banken, verzekeringsmaatschappijen en energiebedrijven.
Ook de abonnementenafdeling van NRC/Handelsblad meldt zich tenminste één maal per maand met een aantrekkelijke aanbieding.

Een enkele keer wordt mij niet gevraagd iets te kopen, maar om iets te verkopen, namelijk mijn huis. Dat is een projectontwikkelaar en die vrees ik het meest.

Laatst belde Van Lanschot met een bijzondere aanbieding: een uitvaartpolis. Ik was zo overbluft dat ik vergat nee te zeggen. In een opwelling antwoordde ik dat ik nog lang niet van plan was dood te gaan en dat Van Lanschot kon ophoepelen, maar in mijn brein bleef het telefoontje rinkelen.

Ik moest denken aan mijn grootvader, een van de oprichters van de AVVL – Arbeiders Vereeniging Voor Lijkverbranding. De oprichting geschiedde in 1919, toen cremeren officieel nog verboden was. Domela Nieuwenhuis, die in datzelfde jaar stierf, was een van de eerste klanten. Elf duizend Amsterdammers volgden de rouwstoet naar het station, vanwaar de trein naar het crematorium Driehuis-Westerveld zou vertrekken. Een foto toont mijn grootvader met de hoed in de hand, terwijl de kist voorbij wordt gedragen.

Cremeren was in die jaren een socialistisch strijdpunt. Begraven werd beschouwd als een onhygiënische daad, die voortkwam uit verkeerde religieuze inzichten. Socialisten waren vóór cremeren, zoals zij waren voor vrije vakbonden of voor het algemeen kiesrecht. Direct bij de oprichting van de AVVL had mijn grootvader mijn vader lid gemaakt en toen mijn vader aan het eind van de twintigste eeuw stierf, kon mijn moeder het laagste, nog bestaande lidmaatschapsnummer overleggen.

Op zijn beurt heeft mijn vader ook mij lid gemaakt van de AVVL. Ik toonde mij een ware zoon door op mijn vaders sterfbed plagerig te vertellen dat ík liever begraven wilde worden dan gecremeerd. Een open groeve in de sneeuw, dat leek mij wel wat. Hij kon het wel hebben en moest er, zij het wat moeizaam, om lachen. Hadden die oude socialisten daarvoor gevochten?

Dat nou uitgerekend een chique bank als Van Lanschot mij moest bellen voor zo’n polis. Verbeeldde ik het mij dat de banken in deze tijden actief de boer opgaan om de centen van de particuliere spaarders binnen te halen? Eerst werden de filialen opgeheven en nu staan ze ineens weer met de hoed in de hand. Eerst werden de rentepercentages verlaagd zonder dat je daarover werd ingelicht en nu word je door Wouke van Scherrenburg persoonlijk gebeld met de mededeling dat de bank graag een procentje meer wil geven.

Weer moest ik aan mijn grootvader denken. Ooit is er een tijd geweest dat diamantbewerkers hun sigaar met een bankbiljet aanstaken, maar de recessie van de jaren dertig bracht ook die beroepsgroep aan de rand van de afgrond.

Jan van Zutphen.bmp

Een paar jaren geleden vond ik in het Instituut voor Sociale Geschiedenis een bundeltje brieven, die mijn grootvader aan Jan van Zutphen had geschreven. Jan Zutphen was een socialist in de traditie van Toelstra, Polak en Wibaut, maar hij was meer een man van het volk. Hij werd daarom Ome Jan genoemd. In zijn brieven vraagt mijn grootvader om financiële bijstand. Het geld is op en hij heeft al een deel van zijn boeken verkocht om aan eten te komen. Ome Jan, naast al het andere ook de stichter van het arbeiderssanatorium Sonnestraal, was nooit te beroerd om arme mensen te helpen. Maar als je voor een dubbeltje geboren was, dan werd je nooit een kwartje.

Armoede.

Als ik het goed zie, zit hem daarin het grote verschil tussen de werkloosheidscrisis van toen en de kredietcrisis van nu. Toen had de arbeidersklasse geen nagel had om de kont te krabben en draaide middenklasse elke halve cent drie keer om. Nu hollen de spaarders als blinde dieren van de ene naar de andere bank om de eerste twintig duizend euro van hun vermogentjes veilig te stellen. Ihre Sorgen möchte ich haben. Dat al die op hol geslagen spaarders daarmee de crisis alleen maar bestendigen, begrijpen ze niet en het is ook niet hun verantwoordelijkheid om die te begrijpen. Als je voor twintig duizend euro geboren bent, word je nooit een miljonair.

Het wordt herfst en ik denk aan grootvader. Hij is inderdaad gecremeerd, maar wel in de gaskamers van het Derde Rijk. De AVVL is later de Algemene Vereniging voor Lijkverbranding gaan heten en tegenwoordig heet zij: Vereniging voor Crematie AVVL. Weinigen weten nog waar dat AVVL voor staat.

de Volkskrant, 25 september 2008