Staan of niet staan is de kwestie

Beweringen en bewijzen

Eerlijk gezegd heb ik wel bewondering voor Mohammed Faizel Ali Enait, de man die vrouwen geen hand geeft en die in de rechtzaal weigert voor rechters op te staan. Op de televisie is hij een van mijn favoriete BN’ers geworden. In het debat laat hij zich niet wegblazen en hij weet mij vaak te amuseren.

Enait.jpg

En op de een of andere manier heeft hij ook gewoon gelijk. Als de Nederlandse samenleving werkelijk zo veel belang hecht aan de vrijheid van godsdienst, dan zou ik echt niet weten wat tegen zijn gedrag en houding in te brengen is.

Enait maakt de consequenties zichtbaar van de vrijheid van godsdienst.

Willem Frederik Hermans heeft eens opgemerkt dat de Bijbel het meeste lijkt op een Meccano-doos: je kunt uit de onderdelen alles maken wat je wilt. (De jongere lezer kan het woord Meccano door Lego vervangen). Wil je aantonen dat de Bijbel het boek van de liefde is? Geen probleem. Zoek wat van je gading is, zet het in een bepaalde volgorde en je hebt je zin. Wil je daarentegen laten zien dat de God uit de Bijbel een wezen is van een ongelooflijke slechtheid, evenmin een probleem. Ook dat kan moeiteloos geïllustreerd worden met allerlei voorbeelden. Er liggen hier miljarden mogelijkheden; meer zelfs dan er denkbare schaakpartijen zijn.

Mecanno-doos.jpg

Wat met de Bijbel kan, kan ook met Koran. Het kan in feite met alle spirituele boeken, met alle godsdiensten. En niemand is uiteindelijk in staat te bewijzen welk Meccano-bouwsel het juiste is. Je zou hoogstens kunnen beweren dat het ene wat kunstiger in elkaar zit dan het andere, maar een hiërarchie volgens criteria van waarheid en wijsheid zal altijd op lucht gebaseerd zijn.

Van dat inzicht maakt Mohammed Enait op een handige wijze gebruik. Als advocaat wil Enait niet voor rechters opstaan, omdat – zo meent hij – in de islam alle mensen gelijk zijn. Maar volgens Kader Abdolah is dat allemaal maar gezwam en staat men in islamitische landen gewoon op als een wijze binnenkomt. Daartegen beweerde de arabist Hans Jansen onlangs dat opvatting van Enait wel degelijk ergens op stoelt, namelijk op de rechtspraktijk van de vroegste moslims.

Dergelijke discussies zijn erg aan mij besteed.

In het christendom heeft een eeuw lang een debat gewoed over de vraag hoeveel engelen er kunnen dansen op de punt van een naald en vanuit dat licht bezien, is het probleem dat Enait opwerpt een toonbeeld van rationaliteit. Maar eigenlijk doet het er allemaal niets toe.

Waarom zou Enait niet zijn eigen islamversie mogen ontwerpen? Talloze theologen, predikers en evangelisten zijn hem voorgegaan. Ook Calvijn heeft op een gegeven ogenblik uit zijn hoogstpersoonlijke Meccano-doos de predistantie gedestilleerd. Enait kan gewoon zeggen: “Dit is mijn diepste religieuze overtuiging. Zo zit het en niet anders”. En niemand kan aantonen dat zijn opvatting minder waard is dan van de imams die zijn goedgekeurd door Job Cohen of door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen.

Sterker nog: als ik morgen op grond van mijn geloof meen dat ik met een fluitketel op mijn hoofd en met zwemvliezen aan de voeten rechtzaal moet binnen te treden, dan is er geen steekhoudend argument dat mij die diepste gevoelens kan ontzeggen. Dat ik verder als querulant te boek kom te staan, zal ik op de koop toenemen, maar is verder een normaal verschijnsel bij mensen die het licht hebben gezien. Jezus was de eerste hippie.

Wat aan Enait vooral irriteert, is dat hij op een slimme wijze gebruik maakt van zijn rechten. Hij is niet voor niets advocaat. In 2005 solliciteerde hij bij de gemeente Rotterdam als “klantmanager”, maar zei hij er meteen bij dat hij vrouwen – op grond van zijn geloof – geen hand zou geven. De gemeente wees hem af, maar de Commissie Gelijke Behandeling stelde hem in het gelijk een gaf hem tegelijkertijd een briljante suggestie. Het discriminatoire karakter van de weigering om vrouwen een hand te geven, zou verdwijnen wanneer klager voortaan ook zou weigeren mannen een hand te geven!

Dat kun je een mooi geval van creatief boekhouden noemen en Enoit haastte zich dan ook te verklaren dat hij voortaan tot deze praktijk zou overgaan.

Een klantmanager die niemand meer een hand wilde geven, dat vond de Commissie Gelijke Behandeling wel een goede oplossing.

Een beetje besmuikt weliswaar, maar ik moet daar toch om lachen. In de jaren tachtig, toen er nog werd ingebroken op ministeries, had je dat “Fuck the system!” genoemd.

Als ik goed heb begrepen, heeft de Rotterdamse rechtbank aanvankelijk “de diepste gevoelens” van Enoit gerespecteerd en hem toegestaan te blijven zitten wanneer de rechters binnenkomen. Die beslissing is inmiddels gecorrigeerd. Zelf ben ik meer geneigd om al die rituelen en al dat uiterlijk vertoon van respect vooral te scharen onder oppervlakkige gevoelens.

Daarom sta ik als republikein op als de Koningin binnenschrijdt en heb ik aan de oproep van Prins Claus om de das af te doen nooit gehoor gegeven.

de Volkskrant, 11 september 2008