Frits Spits: het gaat in het leven om krankzinnigheid

Columns

U kent mijn theorie? Televisie gaat alleen nog over televisie. Ik bedoel ermee dat wat al op televisie is geweest voorrang krijgt boven alles dat nog nooit op de televisie is geweest. In talkshows wordt hoofdzakelijk gesproken met gasten die ook al in andere televisieprogramma’s te gast waren. Items worden uitgezocht op de beelden die ervan bestaan.

En omgekeerd: als ergens beelden van bestaan, wordt er een item – of een bekende Nederlander – bij gezocht. Zo blijft het gezellig en vertrouwd. Onze televisie staat immers in de huiskamer.

Zestig strepen.bmp

Voor me ligt het boek van Frits Spits, getiteld: Zestig strepen. Dat had ik nooit gekocht als er geen televisie bestond, die alleen maar over televisie gaat. Het begon allemaal toen ik op deze week argeloos de televisie afstemde op RTL Boulevard. En laat me daar Frits Spits in beeld komen! Een aardige man, waar werkelijk geen kwaad bij zit. Brave borst, zijn interviews zijn helemaal een koekje bij de thee.

Maar wat was dat?

Frits Spits.bmp

Frits leek geëmotioneerd. Was hij boos? Met tranen in de ogen snikte hij: “In zo’n samenleving wil ik niet leven. Terwijl het gaat om waarachtigheid, om schoonheid, om echtheid. Dit is niet goed. Dit is niet goed voor het land”.

Een grote paniek maakte zich van mij meester. Wat zou er in godsnaam gebeurd zijn? Welke catastrofe heeft ons land nu weer getroffen? Is Wall Street in elkaar geploft? Is Fortis omgevallen? Is er een radioactieve stofwolk over Hilversum getrokken, of heeft Mohammed B. misschien weer toegeslagen? Allerlei mogelijke rampscenario’s trokken door mijn hoofd en ik rende naar mijn computer.

Misschien stond het schokkende nieuws, waar Frits Spits het over had, al op het internet.

Het duurde even voordat ik gevonden had wat ik zocht. Het bleek dat Spits zo intens verdrietig was geweest, omdat zijn zojuist verschenen boekje niet door Matthijs van Nieuwkerk was genoemd in De Wereld Draait Door. Van Nieuwkerk had een vriendelijk gesprekje met de overjarige disjockey gehouden, maar over de schoonheid en waarachtigheid van Zestig strepen (€17,50 bij de erkende boekhandel) was met geen woord gerept.

Omdat niets is mij te veel is, schafte ik het boekje van Frits Spits aan. Ik sloeg het open, las en las, en eerlijk gezegd begon ik die Van Nieuwkerk wel een beetje te snappen.

Spits schrijft zinnen als deze: “Kunst is een functie van deze tijd. Het is bijna wiskundig zoals ik het benader, maar ik vrees dat het waar is. En terwijl ik ondertussen voortjaag door dit leven, sleep ik als een mier de muziek mee die ik mooi vind, maar ik vind haar nu anders mooi dan bij de eerste kennismaking. De muziek staat stil en blijft achter in het tijdsgewricht waarin zij ontstond, zij komt daar nooit meer los van”.

Enzovoort.

Ik vrees dat de wiskundeknobbel van Matthijs van Nieuwkerk onvoldoende is ontwikkeld om de voortjagende mier te begrijpen die zich door het leven sleept. In dit tijdsgewricht had ik daar zelf ook moeite mee. Waar ik trouwens ook moeite mee had, is de meedogenloze eerlijkheid waarmee Spits zichzelf analyseert. Zo biecht hij na vele jaren op dat hij ooit sprak van het Zeeuwse Voorne-Putten, terwijl Voorne-Putten deel uitmaakt van Zuid-Holland.

“Dat had ik moeten weten”, schrijft hij fel.

Zestig strepen staat vol met bleke anekdotes over non en half talenten uit “het vak”, zoals Peter Koelewijn, Robert ten Brink en vele andere showbizzhabitué’s. Ik vermoed dat Matthijs van Nieuwkerk van al die onnozelheden geen chocola heeft kunnen bakken en toen heeft gedacht: dan praat ik het zelf vol. En Terecht. Als je het mij vraagt, is Spits gewoon gered door Van Nieuwskerk.

Altijd heb ik gedacht dat Frits Spits gewoon een aardige, pretentieloze man was. Hij fungeerde als het behang van de radio. Wanneer Frits aanstond, kon je gewoon doorgaan met stofzuigen, want hij greep niemand naar de keel. Zijn reactie op het mislukte pluggen van zijn boekje, doet vermoeden dat je van de radio nog gekker wordt dan van de televisie.

Het Parool, 4 oktober 2008