Muziek kan met niets vergeleken worden

Boeken etc

Contrapunt
Anna Enquist
Uitgeverij: De Arbeiderspers
Sterren: * * *

De Goldbergvariaties bestaan uit een aria, gevolgd door dertig variaties. Johann Sebastian Bach componeerde het muziekstuk rond 1741, naar men zegt voor de jonge klavecinist Johann Gottlieb Goldberg, die er graaf Carl von Keyserlingk mee placht te amuseren.

Bach.bmp

Ook in deze tijd zijn de Goldbergvarianties onverminderd populair, met als meest beroemde vertolking die van Glenn Gould, die het in 1955 op de plaat zette en dat vlak voor zijn dood in 1982 nog een keer over deed.

De muziek van Bach, en de Goldbergvariaties in het bijzonder, vallen op door het vindingrijke, bijna wiskundige gebruik van het contrapunt – de wijze waarop noten, stemmen of melodieën elkaar tegenspreken. Wie in staat is het contrapunt van Bach te doorgronden, mag zich de kenner van een geheim noemen.

De nieuwe roman van Anna Enquist heet Contrapunt en gaat over een vrouw, die de Goldbergvariaties instudeert. Net als Glenn Gould heeft zij dat in haar jeugd ook gedaan, toen zij nog aan het conservatorium studeerde. En net als Gould probeert zij dat op latere leeftijd nog een keer te doen. Zij heeft de kinderen groot gebracht, haar carrière in de muziek is misschien niet helemaal gelukt, maar zij is de muziek altijd trouw gebleven.

Contrapunt.bmp

In Contrapunt probeert Enquist verschillende verhaallijnen, verschillende stemmen en tegenstemmen, met elkaar te verbinden. Ze vertelt het verhaal van Bach en hoe zijn variaties tot stand zijn gekomen. Zij vertelt het verhaal van de muziek. Hoe die geschreven is, hoe je die moet instuderen, hoe die klinkt en wat de essentie is van wat je hoort. En dan tenslotte vertelt zij het levensverhaal van de studerende pianiste, die kortweg “de vrouw” wordt genoemd. Enquist doet haar poging in korte hoofdstukken, net zo veel als er Goldbergvariaties zijn.

Gezegd moet worden dat Anna Enquist manhaftig te werk is gegaan. De opdracht die zij zichzelf heeft gesteld, is niet de geringste is en zij schopt het daarbij een heel eind. Ze heeft mij op verschillende momenten weten te ontroeren. Maar toch moest ik af en toe ook denken aan het beroemde stuk dat de schaker Hein Donner over het schaakspel heeft geschreven. De bijzondere schoonheid van het schaakspel ligt, volgens Donner, niet in feit dat Goethe er gunstig oordeel over had, dat Nabokov erover heeft geschreven, of dat Duchamp er kunstwerken over heeft gemaakt. De schoonheid van het schaakspel ligt er uitsluitend in dat het door Botwinnik is gespeeld, door Bobby Fischer, door Garry Kasparov en door vele anderen. “Schaken is alleen maar schaken”, schreef Donner, “het schaakspel kan met niets vergeleken worden”.

Wat voor het schaken geldt, geldt ook voor de muziek. Muziek is alleen maar muziek. Muziek kan met niets vergeleken worden.

Daarmee staat de romanschrijver die over muziek wil schrijven voor een groot probleem. Hoe breng je op papier de emoties over die de muziek teweeg heeft gebracht? Hoeveel van wat de schrijver voor ogen stond toen zij zich over de partituur boog, is nog invoelbaar voor de lezer? Wat herkent de lezer van het concert, dat de schrijver bijwoonde en waarvan verslag wilde doen. Iedereen die wel eens een muziekrecensie heeft gelezen, weet tot welke ongelukken de transformatie van geluid naar woord leiden kan.

In de meeste van die valkuilen is Enquist niet gevallen. Haar taal is helder en zij blijft in alle opzichten proberen haar lezer mee te slepen in wat zij als de essentie beschouwt van de Goldbergvariaties. Maar daarbij doemt nog een ander probleem op. Als getraind musicus weet de schrijver veel meer dan haar lezers. Wat voor haar gesneden koek is, is – althans voor mij – in veel gevallen nowhereland. Die discrepantie leidt soms tot ernstige vertragingen in het lezen, wat op zichzelf niet zo erg is, als het niet te vaak gebeurt.

Door haar aanpak brengt Enquist een ode aan Bach, maar in feite ook aan zichzelf. Met deze roman in variaties treedt zij in de voetstappen van de grote meester, en dat is zeker een vorm van hybris. Probeer je eens een roman voor te stellen die de zonnebloemen van Van Gogh tot onderwerp heeft. De schrijver die dat probeert, moet wel erg sterk in zijn schoenen staan. Toch meen ik dat Enquist – zij het met enige moeite – overeind is gebleven. Dat komt vooral omdat zij haar eigen leven heeft beschreven in eenvoudige en precieze taal.

In Contrapunt vertelt Enquist het verhaal van de vrouw, die haar twee kinderen opvoedt en tegelijkertijd een muziekcarrière tracht op te bouwen. Dat gebeurt met vallen en opstaan. Tragedies worden haar niet bespaard en het verhaal van de oudste dochter die omkomt bij verkeersongeluk is alom bekend uit de biografie van Enquist. De vraag blijft wat haar geworstel met de Goldbergvariaties toevoegt aan het levensverhaal van de vrouw.

Als relatieve muziek analfabeet dringt dat niet altijd tot mij door, maar het kan best dat ik hierin relatief alleen sta. De avond die Anna Enquist en pianist Ivo Jansen gezamenlijk op 18 november zullen wijden aan de Goldbergvariaties is nu al uitverkocht, zo lees ik op het internet.

Contrapunt 2.bmp

Jammer dat Bach dat zelf niet kan meemaken. Zes jaar na zijn dood waren er bijvoorbeeld van zijn Kunst der Fuge nog geen dertig exemplaren waren verkocht!

Dat aantal gaat Enquist zeker overtreffen.

Door de ernst en de serieusheid waarmee Contrapunt is geschreven, vond ik deze muziekroman een beetje “een Duits” boek. Het verbaasde mij dan ook geenszins dat Anna Enquist niet Nederland, maar Duitsland de première van Contrapunt heeft gegund. Het boek zal daar ongetwijfeld een succes worden, dat is niet moeilijk te voorspellen.

Een maand geleden werden de lezers van Opzij opgeschrikt door het bericht dat Anna Enquist zou stoppen met schrijven. De schrijver zelf sprak dat onmiddellijk tegen, hoewel het feministische weekblad ook daarna voet bij stuk hield. Eerlijk gezegd kan ik in Contrapunt geen aankondiging van een vroege schrijversdood vinden. De dood komt er in voor, onverwacht en gemeen, maar de roman zelf heeft niets van een requiem. Dus eerst op tournee en daarna op naar het volgende boek.

HP\De Tijd, 10 oktober 2008