Onze oom is alleen op de wereld

Boeken etc

Onze oom
Arnon Grunberg
Uitgeverij: Lebowski
Sterren: * * *

Met zijn roman Onze oom heeft Arnon Grunberg overduidelijk een moderne versie van Alleen op de wereld geschreven. De overeenkomsten met Hector Malot’s evergreen Sans famille springen al vanaf de eerste pagina in het oog.

Alleen op de wereld.bmp

Ook bij Grunberg gaat om een weeskind, dat op een dag wordt meegenomen door een onbekende man die zich met de opvoeding zal belasten. Ook bij Grunberg komt deze man halverwege het verhaal te overlijden en ook bij Grunberg gaat het weeskind vervolgens op zoek naar haar echte ouders. Evenals bij Malot wordt het weeskind in een mijn te werk gesteld.

En evenals bij Malot speelt de muziek een kleine rol, maar geen onbeduidende rol.

Grijpt Rémi in momenten van nood naar zijn harp, bij Grunberg wordt gezongen om angst te verdrijven. Bij Malot wordt na het spelen met de pet rondgegaan, bij Grunberg is er een emmer om het geld in te gooien.

Er zijn natuurlijk ook verschillen, enorme verschillen.

Bij Malot is het weeskind een jongetje, bij Grunberg een meisje. Ze heet Lina Siñani Huanca’s en anders dan bij Malot wordt zij niet te vondeling gelegd. Logisch, want te vondeling leggen, gebeurt in deze DNA-tijd nog maar sporadisch. De signor Vitalis die Lina op een dag meeneemt, heet bij Grunberg majoor Anthony. Hij voert een speciale operatie uit, die inhoudt dat “de gebruikelijke verdachten” worden geliquideerd. Gezien Lina’s achternaam zijn wij daarom geneigd te denken dat Onze oom zich afspeelt in Argentinië, ten tijde van het kolonelsregiem. Maar nergens wordt dat expliciet gezegd.

Onze oom 2.bmp

Grunberg heeft voor een abstraherende aanpak gekozen, die sinds Kafka in de literatuur wordt geassocieerd met het begrip vervreemding. We weten dat er misdaden worden gepleegd, maar wie daar achter zitten weten wij niet. Er worden opdrachten gegeven, maar nooit zal ons worden geopenbaard door wie dat wordt gedaan. Er woedt een oorlog, maar over de strijdende partijen komen wij heel weinig te weten. Maar bovenal is er een individu dat zich staande probeert te houden in een naamloze wereld, waarin destructie een normaal fenomeen is. Kafka is ermee begonnen, Willem Frederik Hermans nam het over in Het behouden huis, een nog onlangs paste Dirk Ayelt Kooyman dit recept toe in zijn verhalenbundel Oefenen in ontsnappen.

Bij de operatie worden Lina’s ouders uit de weggeruimd, maar de majoor spaart het kind. Dat is niet onmiddellijk een daad van menselijkheid en altruïsme, maar vooral eentje van eigenbelang. De majoor wordt gekweld door een kinderloos huwelijk en daarom besluit hij Lina, als een soort cadeautje voor zijn vrouw, mee naar huis te nemen. Tot ontzetting van de majoor reageert zijn vrouw echter afwijzend. Zij ziet niets in Lina. Of zelf een kind, of geen kind. Er zit voor majoor Anthony dus niets anders op dan eigenhandig de opvoeding van Lina ter hand te nemen.

Hoewel de hoofdpersoon een achtjarig meisje is, is Onze oom – anders dan Alleen op de wereld – geen boek om voor het slapen gaan aan je kinderen voor te lezen. Onze oom is een gruwelijk cynische vertelling die geen enkele hoop uitstraalt. Grunberg heeft daar patent op en als zijn boeken voornamelijk zouden drijven op hun boodschap, dan zouden er zeker niet zo veel van verkocht worden. In Onze oom toont Grunberg zich opnieuw de ware opvolger van Willem Frederik Hermans, die de wereld ook bezongen heeft in de lyriek van de misantropie.

Bij het schrijven van deze roman heeft Grunberg ongetwijfeld geput uit ervaringen die hij heeft opgedaan in Afghanistan, waar hij een paar keer heeft meegelopen met de Nederlandse troepen. Of onze strijdkrachten tevreden zullen zijn met het resultaat lijkt me enigszins twijfelachtig, want Onze oom is niet bepaald een boek waarmee het moreel van onze jongens op peil wordt gehouden.

De eerste helft van Onze oom vond ik ronduit meesterlijk.

Lina speelt daarin nog een rol op de achtergrond. De ware held is majoor Anthony, die zijn vrouw graag alles wil geven, maar die via haar ook nog eens wordt bedrogen door zijn superieur. Grunberg zet ons een cocktail van cynisme, kwaadaardige humor en aandoenlijke sentimentaliteit voor, die mij bijzonder goed smaakte. Maar als het einde van majoor Anthony nadert, begint het verhaal te slepen. Er wordt dan sprake van een zekere overkill aan monsterachtigheden. Overal ploffen de bermbommen neer en nergens is nog een sprankje hoop. Anders dan in Space Oddity, waar de major Tom van David Bowie de ruimte in wordt geschoten om de wereld van boven te bekijken, laat men de major Ton van Arnon Grunberg diep in de aarde afzakken naar de donkerste krochten.

Vanaf dat ogenblik is Lina werkelijk sans famille.

Bij Hector Malot wordt de rol van de doodgevroren Vitalis overgenomen door het vriendje Mattia. Ook zoiets gebeurt bij Grunberg, maar is uiteindelijk toch minder overtuigend. Aan de lengte van de roman kan het niet liggen. Ook Alleen op de wereld is een dikke pil – zo’n vijfhonderd pagina’s. Misschien ligt het, zo heb ik mij afgevraagd, aan het einde van Onze oom. In Alleen op de wereld loopt het goed af, ondanks de verschrikkingen die Rémi heeft meegemaakt. Zijn ziel is onbedorven gebleven en de wereld lacht hem tegemoet. Uiteindelijk overwint de liefde en is het gelukkige gezin weer in tact.

Een happy end ligt niet erg voor de hand in Grunbergs wereldbeeld en meteen al op de eerste pagina’s heeft hij Lina’s ouders laten doodschieten. Mogelijk heeft Grunberg een happy end niet eens overwogen. Onze oom eindigt ermee dat de opgegroeide Lina het beroep uitoefent van wapenhandelaar. Haar ziel heeft dan al haar onschuld verloren. Geweld en dood zijn de ingrediënten waar het om draait in deze wereld en als je wilt overleven, is meedoen de enige mogelijkheid. Zo denkt de moderne mens. Vroeger, in de tijd dat hij nog onder de militaire dienst wilde uitkomen, dacht Eimert Middelkoop als Hector Malot. Nu hij minister is, denkt Eimert Middelkoop als Arnon Grunberg.

De oom uit Onze oom staat voor alles wat de staat vertegenwoordigt aan onmenselijkheid. Onze oom moet je vergelijken met vadertje Stalin. Nog altijd zijn er mensen in Rusland die vadertje Stalin als de verpersoonlijking zien van het goede. Al die misdaden waren nooit gebeurd, als vadertje Stalin het had geweten. Die mensen konden zich eenvoudig niet voorstellen dat Stalin niet alleen alles wist, maar zelf ook de veroorzaker was van al dat kwaad.

HP\De Tijd, 3 oktober 2008