Vergeet de formats

Columns

Je kunt niet zeggen dat ze het bij de televisie niet geprobeerd hebben, want het aantal cultuurprogramma’s dat aan ons oog voorbijtrekt, lijkt schier eindeloos. Om een paar titels te noemen: Kunstmest, RAM, de Kunst, De Plantage, Picabia, Roerend Goed, Propaganda, Kunst moet Zwemmen, NPS Arena, C-Land en nog veel meer. Van al die programma’s waren de kijkcijfers onveranderlijk laag en geen enkele heeft het dan ook gered.

Meer dan één seizoen zat er meestal niet in.

Als ik aan cultuurprogramma’s op de Nederlandse televisie denk, denk ik altijd aan de cultuuragenda. In die agenda staat precies waar en wanneer een bepaalde culturele gebeurtenis plaats vindt. De agenda geeft informatie over de presentatie van een boek, of over de première van een toneelstuk, film of opera.

Enzovoort.

Omdat cultuurprogramma’s in de eerste plaats informatief moeten zijn, lopen de redacteuren van zo’n programma de agenda na en maken zijn een selectie van mogelijke onderwerpjes. Vervolgens wordt er van het uitverkoren onderwerp een filmpje gemaakt. Heel vaak speelt zo’n filmpje zich af op de repetitie, die vooraf gaat aan de première. Het beeld is vaak donker, het geluid slecht en het interviewtje zweeft in een soort niemandsland, want niemand heeft de voorstelling al gezien, het concert beluisterd of het boek gelezen.

Opium.bmp

Omdat cultuurprogramma’s informatief behoren te wezen, zijn ze zelden kritisch. Cultuurprogramma’s worden geacht kunst en cultuur ook voor het grote publiek aantrekkelijk te maken. Het publiek moet beslist dat boek lezen, die voorstelling gaan zien of die tentoonstelling bezoeken. Daarom heeft nog nooit iemand in een cultuurprogramma tegen de regisseur gezegd: “Mijnheer, uw voorstelling was werkelijk waardeloos!”. Terwijl die voorstelling in werkelijkheid best waardeloos geweest kan zijn.

Trouwens, als een schrijver met zijn boek op de televisie komt, dan is het ook gebruikelijk dat de presentator aan het eind de schrijver een compliment maakt met zijn boek. De presentator zal nooit zeggen: “Eerlijk gezegd vond ik uw boek volkomen kut”. Hij zal dat wel regelmatig denken bij al die schrijvers die bij hem of haar aanschuiven. Je kunt zoiets een kwestie van beleefdheid noemen, maar die beleefdheid staat vaak op gespannen voet met de waarheid. Voor een televisieprogramma zijn al die beleefdheden ook niet goed.

Kunst is meer passie dan beleefdheid.

Van de week was op de televisie de eerste aflevering van een nieuw cultuurprogramma. Het heet Opium en de naam is afgeleid van het gelijknamige radioprogramma. Presentator Conald Maas liet zich voor de start uitgebreid interviewen door de Volkskrant.

Conald Maas.bmp

Een eigen talkshow is altijd zijn droom geweest, maar dat het tenslotte kunst en cultuur zou worden, was voor mij toch een verrassing. Ik associeer Maas met de presentatie van het Eurovisie Songfestival, een leeg evenement van enorme omvang, dat op van alles aanspraak mag maken, maar waarin geen greintje kunst te ontdekken valt. Tenzij je natuurlijk talentloze camp ook onder kunst rekent.

In de Volkskrant zei Maas dat hij eerdere cultuurprogramma’s heeft bestudeerd en hij beloofde een informatief programma dat “met liefde en hartstocht” wordt gemaakt. Woensdagavond keek ik naar Opium. Maas was nog erg zenuwachtig, maar dat valt te overwinnen.

Maar ja, na een minuut of tien kregen wij weer dat onvermijdelijke repetitiefilmpje. Het beeld was te donker, het geluid slecht en de vragen ben ik vergeten. Het onaangename gevoel bekroop me dat Maas, een aardige man overigens, al die programma’s had bestudeerd om precies hetzelfde te gaan doen. Er kwam nog een enthousiast orerende dame met een zachte gé, die iets artistiekerigs had waargenomen op het internet. Dat item kwam typisch voort uit het format, waarin ongetwijfeld had gestaan dat een nieuw cultuurprogramma in multimediaal opzicht niet mocht achterblijven.

Toen Opium voorbij was en een loomheid zich van mij meester maakte, dacht ik aan Contrapunt, de nieuwe roman van Anna Enquist. Dat boek gaat over de Goldbergvariaties van Bach. Wat zou het leuk zijn geweest als Conald Maas met het format van Opium zijn kont had afgeveegd en Anna Enquist om een uur lang de gelegenheid had gegeven om – samen met pianist Ivo Jansen – uit te leggen wat er nou zo fascinerend is aan die variaties.

Het Parool, 18 oktober 2008