Democratische plicht, of niet?

Columns

In de Volkskrant klaagde Herman Meijer, eindredacteur van Pauw & Witteman, over de onwil van sommige politici om aan te treden in zijn en soortgelijke programma’s. Zo komen ministers als Hirsch Ballin, Donner en Klink zelden aan tafel bij Jeroen, Paul of Matthijs.
Volgens Herman Meijer “hebben politici een democratie de plicht af en toe acte de présence te geven in fora die er toe doen. Zoals talkshows waar een miljoen kiezers naar kijken”.

Is dat zo?

Ministers hebben de democratische plicht om hun beleid in het parlement te verdedigen, maar hebben zij ook de plicht dat te doen tegenover Jeroen, Paul of Matthijs?

Volgens mij niet, en als u het mij eerlijk vraagt zou ik als minister zijnde daar ook niet gaan zitten, tenzij het met mij en mijn partij slecht gaat in de peilingen.

Dat geeft aan dat het optreden in zulke programma’s toch een soort koehandeltje is. Een minister komt bijvoorbeeld alleen als hij een bepaald onderwerp mag aankaarten en zichzelf in gunstig daglicht mag stellen. Als de presentatoren daar niet mee akkoord gaan, blijven de ministers weg. De media zijn al lang een deel van het Haagse establishment geworden en misschien is het van bewindslieden daarom wel verstandig een zekere afstand te bewaren.

Daar komt nog bij dat Pauw & Witteman of De Wereld Draait Door uiteindelijk amusementsprogramma’s zijn, die worden afgerekend op hun kijkcijfers. Met respect voor Leontien van Moorsel, Kluun of Karin Bloemen is het toch de vraag of een minister die een belangrijke beslissing te verantwoorden heeft temidden van zulke gasten in de juiste biotoop verzeild is geraakt.

Een programma als Buitenhof is er veel meer op toegerust om belangrijke politici aan de tand te voelen en een minister die consequent zou weigeren daarin te verschijnen, moet inderdaad op zijn democratische plicht worden gewezen.
Politici die bij Pauw & Witteman gaan zitten en die vervolgens afgaan als een gieter hebben dat ook helemaal aan zichzelf te wijten. Hier past geen mededogen. Dat minister-president Balkenende zich het geleuter van de rapper Ali B. liet aanleunen, was helemaal zijn eigen schuld. Ongetwijfeld is de premier destijds bij Pauw & Witteman gaan zitten, omdat hij dacht op het multiculturele succes van Ali B. te kunnen meezeilen. Dat was een inschattingsfout waarvoor hij hard werd gestraft.

Ook voor het echec van minister Vogelaar tegenover Jort Kelder is uitsluitend mevrouw Vogelaar zelf verantwoordelijk. Achteraf moet je toch vaststellen dat Kelder volkomen gelijk had met zijn verwijt dat de minister eerst maar eens “een cursusje charisma” moest volgen. Weinig ministers hebben intussen zo’n onvermogen geëtaleerd bij het uiteen zetten van het beleid als Vogelaar. Daar is nu ook haar eigen partij van overtuigd. Ik zie haar ook niet meer terugkeren in een volgend kabinet, zelfs al krijgt Dig Ista tien spindokters naast zich om het imago van mevrouw Vogelaar op te krikken.

Politici zijn mij eigenlijk wel sympathiek als zij al die amusementsprogramma’s links laten liggen. Wanneer Hirsch Ballin weigert om bij Pauw & Witteman aan te schuiven, is mijn eerste gedachte niet “die man is bang”, maar “die man neemt tenminste zijn vak serieus”.

Het was dan ook met zeer gemengde gevoelens dat ik zowel in De Telegraaf als in de Volkskrant mocht lezen over het voornemen van minister Koenders. Die wil Joop van den Ende in schakelen ten einde de tanende sympathie voor ontwikkelingshulp een halt toe te roepen. De minister zou “een gezaghebbend” en “onverdachte” persoon – gelauwerd in het musicalwezen – willen inzetten om het grote publiek te laten zien dat ontwikkelingsgeld geen verspild geld is.

Joop & Kluun.bmp

(Met Kluun naar een nieuwe musical)

Eerst hebben wij Joop van den Ende een zomeravond lang volkomen kritiekloos geïnterviewd zien worden door Bas Heijne, en dan nu dit weer.

Twee dagen later reageerde de theaterproducent op de flirt van ministers Koenders, zij het niet zelf, maar via een woordvoerder die liet weten dat de heer Van den Ende “zich niet leent voor een PvdA-campagne”. Daaraan werd nog toegevoegd dat Joops agenda zulks “niet toelaat”. Een grotere vernedering voor een minister is nauwelijks denkbaar.

Het Parool, 1 november 2008