Populist op plateauzolen

Columns

Uit nieuwsgierigheid surfde ik naar de website van de recent opgerichte Populistische Omroep Nederland. Het eerste woord dat mijn oog trof, stond prominent bovenaan de pagina: LINKS.

“Hé?!”, schoot het door me heen, “die PON wil een linkse omroep zijn. Wie had dat gedacht?”.

Maar al snel bleek dat ik me had vergist. De PON wil juist rechts zijn en met dat woord “Links” wordt verwezen naar andere websites die ook rechts zijn.

PON3.bmp

Op de homepage van PON staan twee portretten van personen, die de omroeppopulisten kennelijk beschouwen als hun inspiratiebron. Het ene portret is van Pim Fortuyn en het andere is van Theo van Gogh. Zelf vind ik het nooit zo kies als mensen of organisaties de doden voor hun eigen politieke karretje willen spannen. Wie – om leden te werven – spreekt in de geest van Pim of Theo, doet iets verachtelijks. Over Pim Fortuyn wil ik hier niet hebben, want die heb ik niet gekend, maar dat ligt anders bij Theo van Gogh.

Theo (PON).bmp

Zou Theo van Gogh zich bij de PON thuis hebben gevoeld?

Hoewel Theo beslist een hekel had aan “de linkse kerk”, zie ik hem eerder als het tegendeel van de populist. Hij was de laatste der echte bohémiens, altijd in de contramine en hyperindividualistisch. Épater le bourgeois, waartoe hij uiteraard zelf ook behoorde.

Maar een populist?

Als filmmaker is het Van Gogh nooit gelukt om een publieksfilm te maken. Het grote publiek liet zijn films links liggen – te moeilijk, te ingewikkeld. “Ik ben uniek”, heeft Van Gogh eens gezegd, “zelfs met Paul de Leeuw in de hoofdrol heb ik een flop weten te produceren”.

Ik bedoel maar: Neerlands grootste populist – Paul de Leeuw – zit gewoon bij de linkse VARA.

Toch is het idee voor een rechtse omroep, waar ook de aanhang van Rita Verdonk en Geert Wilders terecht kan, helemaal niet zo gek. Een paar maanden geleden zou uit onderzoek van de Vrije Universiteit gebleken zijn dat de Nederlandse pers helemaal niet links is. De politicoloog André Krouwel kwam tot die conclusie door de voorpagina’s van kranten door te vlooien, een erg zwakke methode waarmee Gerard Mulder terecht in deze krant de vloer aanveegde.

Het bestaan van een rechtse zendgemachtigde valt te billijken, maar mijn vraag is of die omroeppopulisten in staat zijn zo’n omroep levensvatbaar te maken. Ik heb daar zo mijn twijfels over. Oprichter Ronald Sörenson, de Rotterdamse Fortuynist, begint steeds meer te lijken op wat de provo’s in de jaren zestig “de misselijk makende middenstander” noemden.

Ronald Sørensen.bmp

Sörenson kijkt altijd zuur en verongelijkt. Zijn gezicht staat op bitterheid en rancune. In de politiek zijn dat motieven die een belangrijke onderstroom kunnen vertegenwoordigen, maar als je een nieuwe organisatie wilt oprichten, heb je charisma en elan nodig. De rechtse Falanx marcheerde indertijd zingend en fluitend naar het oostfront, maar van dat opgewekt idealisme vind ik helaas niets terug bij Sörensen.

De oprichting van een rechtse omroep zou daarom veel meer moeten uitgaan van een blad als Elsevier. Daar zitten Arendo Joustra, Siep Wynia, Simon Rozendaal en Ashin Ellian, mensen die mij zeer wel in staat lijken rechtse programma’s van enige allure te maken.

Fatsoenlijk rechts bestaat heus wel, maar met die mopperpot van een Sörenson wordt het niks.

En dan is er nog een punt. Het succes van de EO zat hem erin dat ze iets te verkopen hadden: het christelijk fundamentalisme, dat lang door de NCRV lang was verwaarloosd. Om haar doelstellingen te verwezen, maakte de EO gebruik van de hoge organisatiegraad die in christelijke kring al eeuwen bestaat. Bij de populisten daarentegen ontbreekt zo’n organisatie volledig. Het wordt daar vast weer zo’n zooitje als bij de LPF.

PON.bmp

Trouwens, wat zou Theo van Gogh hebben gedaan als de PON hem een talkshow had aangeboden?

Dat aanbod had hij natuurlijk aangenomen, maar vervolgens was hij begonnen te zeiken over de JSF van Mat Herben en over het geblondeerde haar van Geert Wilders, om te eindigen met een kwaadaardig stukje tegen Ronald Sörenson, die hij ongetwijfeld “een pygmee op plateauschoenen” zou hebben genoemd.

Het Parool, 22 november 2008