Karel blijft voor altijd bestaan

Boeken etc

Karel van het Reve, Verzameld werk 1 en 2
Uitgeverij: G.A. van Oorschot
Sterren: * * * * *

Karel heeft echt bestaan
Auteur: Arnon Grunberg
Uitgeverij: G.A. van Oorschot
Sterren: * * * *

Hoe het met u is weet ik niet, maar sommige doden hoor ik regelmatig praten. Ik bedoel niet op de radio of zo, maar in mijn eigen hoofd.

Karel van het Reve.jpg

Vooral van mensen die ik regelmatig heb ontmoet, hoor ik vaak de stem. Een van die mensen is Karel van het Reve.

De eerste keer dat ik zijn pregnante stemgeluid hoorde, moet in 1966 of in 1967 zijn geweest.
Karel werd correspondent van Het Parool in Moskou en kwam zich voorstellen aan mijn vader, die chef buitenland was van diezelfde krant.

Jaren later zou ik Karel bijna wekelijks van huis ophalen, want hij was in mijn radioprogramma wat je tegenwoordig “sidekick” zou noemen.

De stem van Karel zit in mijn geheugen gegoten als een fossiel in het gesteente. Dat komt, omdat Karel ook behoort tot mijn doden bij wie ik mij altijd afvraag hoe zij over een bepaalde kwestie zouden denken.

Wat zou Karels mening zijn over Poetin? Hoe zou hij gedacht hebben over het conflict met Georgië of over de pijpleiding via de Oekraïne? Hoe zou hij gereageerd hebben op de huidige discussies over de vrijheid van meningsuiting? Wat zou Karel vinden van Geert Wilders? Zou hij verbaasd zijn over het feit dat zoveel mensen ineens, zo veel jaar na zijn dood, vinden dat hij zo vaak gelijk heeft gehad? Zou hij ervan opkijken dat hij steeds meer “een groot schrijver” wordt genoemd?

Misschien wel een grotere schrijver dan zijn broer Gerard Reve.

Tot de doden in mijn hoofden, naar wiens mening ik altijd benieuwd ben, behoren Willem Frederik Hermans, Renate Rubinstein, Hein Donner en Theo van Gogh.

In Gerard Reve’s mening ben ik minder geïnteresseerd en voor die van Pim Fortuyn, Boudewijn Büch of Hugo Claus kun je me niet wakker man. Maar dat ligt anders als Karel begint te spreken.

Verzameld werk karel.bmp

Het zal daarom geen verrassing dat ik de uitgave van het Verzameld Werk van Karel van het Reve alleen maar kan toejuichen. Dat Arnon Grunberg, Maarten ’t Hart en vele anderen zich hebben ingezet om Karel geschriften blijvend toegankelijk te maken, kan niet genoegzaam worden geprezen. De tweede eerste delen, samen zo’n dikke zeventien honderd pagina’s dundruk zijn onlangs uitgekomen.

Heerlijk!

En dan moet het grote bak- en braadwerk, dat in 1969 wordt ingezet met Het Geloof der Kameraden, nog beginnen.

Waardoor blijft het werk van Karel van het Reve zo leesbaar?

In eerste instantie zou je zeggen door de eenvoud der zinnen, maar zo eenvoudig ligt het niet. In het bijgevoegde boekje Karel heeft echt bestaan schrijft Arnon Grunberg dat hij al na twee zinnen kan herkennen of iets door Gerard Reve geschreven is. Bij Karel gaat die herkenning lang niet zo vlug. Grunberg vindt die snelle herkenning eerder een teken van zwakte dan van kracht.
Ware woorden, waar ik het helemaal mee eens kan zijn.

Karel heeft echt bestaan.bmp

Als je de auteur van een tekst al na twee zinnen thuis kunt brengen, komt meestal omdat je op typische maniërismen stuit. Ook Karel paste het gebruik maniërismen toe – soms zijn het zelfs van onvervalste clichés – maar anders dan bij Gerard zijn dat geen zelfbedachte vondstjes die telkens worden herhaald. Karel schrijft bijvoorbeeld vaak dat hij iets niet weet. Hij doet dat zelfs als je het vermoeden hebt dat hij het wel degelijk weet. Je beseft dan als lezer dat Karel iets gaat betogen dat tegen de algemene mening ingaat en je weet ook dat zijn manier van presenteren er vooral op gericht is een tekst leesbaar, provocatief en niet saai te maken. Bij Gerard zijn de archaïsmen grappig, maar op den duur begint het toch te vervelen om steeds “medenemen” te lezen in plaats van “meenemen”.

Verzameld werk karel 2.bmp

Het is des te verwonderlijker dat het werk van Karel van het Reve blijft bestaan, omdat zijn grote onderwerp duidelijk aan het verouderen is. Sterker nog, over twintig jaar zal de moderne scholier misschien niet meer weten wat een sovjet is, en een kolchoz, of waar de KGB voor staat. Misschien zal het werk van Sinjavski en Almarik door niemand meer worden gelezen en zal slechts een handjevol slavisten nog met de ogen knipperen als de naam Sacharov valt. Maar desondanks ben ik ervan overtuigd dat Karel van het Reve tegen die tijd nog wordt gelezen. Ik bedoel: zijn stukken over de Sovjet-Unie gaan over meer dan alleen de Sovjet-Unie. Zij gaan over een bepaalde manier van denken. Over dogmatisme en over het onvermogen onbevangen tegenover de wereld te staan.

Arnon Grunberg schrijft dat er “eigenlijk twee Karel van het Reves zijn: de ontmaskeraar en de bewonderaar”. Aan het gebruik van het woordje “eigenlijk” kun je zien dat Grunberg een ware Reve-fan is. Wat “medenemen” is voor Gerard, is “eigenlijk” voor Karel. Wie zien hier ook een verschil. Medenemen is alleen maar raar en moedwillig ouderwets, terwijl wij in eigenlijk iets proeven van de oprechte verwondering die het werk van Karel kenmerkt.

En natuurlijk is ook het waar wat Grunberg over de twee Karels schrijft. Wie de bewonderaar wil leren kennen, zou het stuk uit deel 2 over de romanschrijver Toergenjev moeten lezen.

Karel de ontmaskeraar heeft mij altijd veel plezier gedaan, al is het maar omdat je je kunt verkneukelen bij de gedachte dat anderen vreselijk boos worden. In NRC/Handelsblad schrijft Ewoud Kieft over Karel: “Wie nu zijn meest omstreden stukken leest, De ongelooflijke slechtheid van het opperwezen over het christendom, Het raadsel der onleesbaarheid over literatuurwetenschap, en Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes over de evolutietheorie, verbaast zich erover dat die teksten ooit zoveel ophef veroorzaakten”.

Wie een beetje volgt wat er in Nederland aan literair werk wordt bekroond en genomineerd, zal zich daar helemaal niet over verbazen.

Ik denk zelfs dat een stuk als De ongelooflijke slechtheid van het opperwezen vandaag de dag niet met hetzelfde gemak in NRC/Handelsblad geplaatst zou worden als dertig jaar geleden. In Karel heeft echt bestaan vertelt Grunberg over een studente bij een van zijn gastcolleges, die ongemeen woedend wordt na het lezen van Het raadsel der onleesbaarheid.

Karel stierf symbolisch in het laatste jaar van de twintigste eeuw, maar zijn werk is nog lang niet dood.

HP/De Tijd, 23 januari 2009