Een vaatje brandewijn

Beweringen en bewijzen

Toen deze regering aantrad, werd beloofd: eerst het zoet en dan het zuur. Inmiddels weten wij dat het zoet er niet meer aankomt. Dit kabinet vergadert al dagen om het zuur zo goed mogelijk over ons allen te verdelen.

brandewijn

Wat wij nu weten, is dat regeringen niets hebben zien aankomen. Ondanks allerlei instellingen die de temperatuur van de economie peilen, kwam de crisis volkomen onverwacht. Op een enkele zonderling na is de val van de banken door niemand voorspeld. Wie vandaag nog met een analyse een duit in het zakje doet, doet precies wat de toneelschrijver Ionesco heeft samengevat in het bon mot: “Je kunt gebeurtenissen pas voorspellen, nàdat ze zijn gebeurd”.

De waardering voor bankiers die ineens publiekelijk hun excuses aanbieden, bezie ik dan ook met gemengde gevoelens. Bankiers die het boetekleed aantrekken, zeggen eigenlijk dat zij het allemaal wèl hebben zien aankomen, maar dat zij hun mond hebben gehouden. Zij waren intelligent genoeg om te zien wat er gebeurde, maar niet fatsoenlijk genoeg om daarvan melding te maken.

Ik ben geneigd dat te denken dat het anders ligt. De bankiers hebben het helemaal niet gezien. Ze hebben gewoon nooit gedacht dat de boel in elkaar zou storten. En nu, achteraf, willen zij liever voor slecht worden versleten dan voor dom. Wie eenmaal voor dom doorgaat, komt later nooit meer aan de bak.

Wanneer u behoort tot degenen die geld hebben verloren of die hun pensioen zijn kwijt geraakt, is de gang van zaken jammerlijk, maar in het algemene onvermogen om vooruit te zien, zit ook iets bijzonder opwindends. De crisis beantwoordt namelijk aan het romantische gevoel dat het universum te groot is om te omvatten en dat het leven niets anders is dan een avontuur door het onbekende. Misschien is het wel zo geruststellend om in een welvaartstaat van de wieg tot het graf verzorgd te worden, maar aan de andere kant lijkt een wereld die uitsluitend bestaat uit beheersbare gebeurtenissen weinig aanlokkelijk.

arie-dijkstra

Twee weken geleden zei Arie Dijkstra, adjunct-hoogleraar sociale psychologie van gezondheid en ziekte, in zijn inauguratierede: “Alle grote wetenschappelijke ontdekkingen zijn al gedaan. De meeste nieuwe theorieën borduren voort op wat al eerder is vastgesteld”. Hij voegde daaraan toe: “Wat een revolutie lijkt binnen de universitaire muren is in werkelijkheid en van een afstandje bekeken hooguit een rimpel in de vijver”. Het is volgens de adjunct-professor – ik wist niet dat die ook al bestonden – gedaan met al die grote ontdekkingen en uitvindingen. Hun aantal zal in de toekomst steeds kleiner worden.

De Einsteins zullen uitsterven.

De gedachte dat alle problemen in principe zijn opgelost en dat de wetenschap niets anders te doen staat dan het invullen van details, stamt uit de negentiende eeuw. Sindsdien zijn op alle terreinen en in alle disciplines regelmatig mensen opgestaan, die vinden er geen principiële problemen meer zijn. Stephan Hawking dacht het en Ludwig Wittgenstein heeft het gedacht, al zei die laatste er onmiddellijk bij dat wij daarmee niets waren opgeschoten.
En dan nu weer Arie Dijkstra, adjunct-hoogleraar te Groningen.

Toch heeft geen universiteit alarm geslagen om te waarschuwen voor de financiële tsunami, die ons kwam overspoelen. Misschien komt het omdat economie misschien net zo min een wetenschap is als de sociale psychologie van ziekte en gezondheid.

De excuses van sommige bankiers komen ongetwijfeld voort uit de behoefte om na al die rotzooi weer met een schone lei te beginnen. Wat dat betreft zit het jaargetijde mee: zet de ramen open! Het dagblad Trouw liet gisteren aantal filosofen filosoferen over het verschijnsel van de grote voorjaarsschoonmaak. Bij een foto van een stofzuiger werden Plato, Descartes, Nietzsche en Darrida geciteerd. Uiteraard begon het stuk, zij het verkeerd geciteerd, met de beroemde regel van Gorters Mei: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”.

Opnieuw beginnen, elke dag weer, dat is iets wat veel mensen zouden willen. Mensen zijn niet verslaafd aan roken, zij zijn verslaafd aan afkicken. Volgens Paul van Tongeren, een ethicus aan de Radboud-universiteit duurt de grote schoonmaak die Descartes aanbeveelt ongeveer een week. Descartes zou ook het precieze poetsmiddel hebben aangegeven: de twijfel. Maar de twijfel houdt weer een gevaar in. Wie twijfelt, raakt gemakkelijk de weg kwijt. De grote schoonmaak vraagt dat wij dingen weggooien. Opgeruimd staat netjes. Wie het eerste eruit vliegen zijn “de bankiers die aan de knopen” hebben gedraaid. Dan houden we een jaar op met het uitbetalen van de bonussen. Bij Van Lanschot is al een competitie ontstaan: wie de grootste bonus inlevert, is de winnaar. Ook hier heb je de eredivisie, het middenkader en het joelende publiek.

De komende maanden zal bovendien een strijd plaatsgrijpen over de vraag wie als eerste licht aan het einde van de tunnel ziet. Of ze klimmen met z’n allen in het kraaiennest. De crisis hebben ze niet zien aankomen, maar nu speuren ze de einder af.

Een vaatje brandewijn, dat is de bonus voor de scheepsjongen met de scherpste ogen.

de Volkskrant, 19 maart 2009