De klokken van Tilburg zijn zoet van toon

Invallen

Al ruim twee jaar volg ik ademloos de affaire van het klokgelui in Tilburg. De kwestie is zo fascinerend, omdat je er alles in terugvindt wat typisch Nederlands is: de secularisatie, het poldermodel en het onvermogen van de lokale overheid om iets simpels te regelen.

margarita-mariakerk1

De man om wie het allemaal draait, is pastoor Harm Schilder, een jonge kerel met een oer-Hollandse naam en een zachte gé. Die begon gewoon om zeven uur ’s ochtends de klokken te luiden, ten einde de gelovigen op te roepen ter kerke te gaan. Helaas was dat tot minder genoegen van degenen die tegenwoordig de kerk links laten liggen en die vormen in deze geseculariseerde wereld al gauw een meerderheid.

Zelfs in Tilburg. Er kwam dus protest van Tilburgers, die liever nog een tijdje op één oor lagen.Al snel liep de kwestie hoog op. De gemeente greep in met de gemeentewet, maar de jonge pastoor wist van geen wijken. Omdat hij behoorlijk televisiegeniek is, mocht hij zijn zaak bepleiten bij Pauw & Witteman en ook bij Andries Knevel was hij te gast. Omdat hij zelfs een rechtzaak overleefde – “God is mijn hoogste rechter” – werd hij al snel gebombardeerd tot een kleine held van de burgerlijke ongehoorzaamheid. Het onwettelijk beieren van de klokken als de opvolger van het proletarisch winkelen. Was het niet bisschop Muskus geweest, die de hongerigen had aanbevolen een brood te stelen?

Arme bakkers. En arme inwoners van Tilburg die rond de Margarita Mariakerk in Tilburg wonen.

Nu zou je denken dat het toch niet zo moeilijk moet zijn te vroeg luidende klokken via een drieregelige gemeenteverordening tot zwijgen te brengen, maar niets bleek minder waar. Om te beginnen moest worden vastgesteld van hoe laat tot hoe laat er niet mag worden gebeierd. Daar zijn in Tilburg hele raadsvergaderingen overheen gegaan.

Moest het nou van 23.00 uur tot 7.15 uur wezen, of mag die vermaledijde klok pas tussen acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds zijn zegenend werk doen?

harm-schilder

En dan was er nog iets. Hoeveel overlast, in decibellen gemeten, zou worden toegestaan? De Tilburgse gemeenteraad vergaderde en vergaderde en ondertussen beierde pastoor Harm Schilder lustig door dat het een aard had. Die trok een lange neus en daarna trok hij gewoon aan het touw van zijn klok. Uiteindelijk kwam via het poldermodel een plaatselijk verordening tot stand, waarin alles geregeld zou zijn.

Dacht men.

Maar nauwelijks was de verordening aangenomen, of burgemeester Ruud Vreeman van Tilburg kwam met een ontnuchterende mededeling: “Handhaving van het nieuwe artikel bleek helaas onmogelijk”. Want wat was het geval? Tijdens alle polderonderhandelingen in de gemeenteraad had men het tijdsstip toch weer vervroegd en bovendien had men de concrete geluidsnorm van tien decibel geschrapt, zodat eigenlijk toch weer niemand wist waar hij aan toe was. Kennelijk hadden ze tijdens de gemeenteraadsvergaderingen toch door het gebeier heen geslapen.

Je houdt je hart vast als daar in Tilburg eens een echt besluit moet worden genomen. Dat theater van Adje, opgezet door die kluns van Paul de Leeuw, is zo langzamerhand ook een operettestuk geworden. En ondertussen kan pastoor Harm Schilder weer gewoon twee jaren aan de slag met zijn klokken. De grote woorden om zijn beleid te verdedigen, heeft hij al gevonden: “de vrijheid van godsdienst is in het geding”.

En dan te bedenken dat in het totaal gaat om precies één minuut per dag.

Ik dank God dat ik niet in Tilburg woon.

Binnenlands Bestuur, 3 april 2009