Het raadsel HP/De Tijd onthuld

Boeken etc

Sinds enige tijd vinden op Centraal Station Amere allerlei vechtpartijen plaats. Soms moet het treinverkeer rond deze nieuwe stad worden neergelegd. Arrestaties zijn aan de orde van de dag.

Max Pam verliet de Amsterdamse grachtengordel en nam de trein naar Almere. Hij onthult hierna de oorzaak van de vechtpartijen.

almere3

Volgens de nieuwe hoofdredacteur van HP/De Tijd moet het blad “minder grachtengordel” worden, zo las ik op het net. De nieuwe hoofdredacteur heeft een nieuwe doelgroep voor ogen: ”mannen van in de veertig, oorspronkelijk uit Amsterdam, maar inmiddels woonachtig in Almere”.

Omdat een mens nooit te oud is om te leren en omdat ik wel eens wilde kennis maken met vertegenwoordigers van de nieuwe doelgroep, kocht ik een treinkaartje naar Almere. Niet lang nadat wij de kap van het Centraal Station achter ons hadden gelaten, stommelde onze boemel de provincie in. De weilanden werden groen en als ik het raampje open had gedraaid, had ik de geur kunnen ruiken van gemalen kippenstront.

Zo te horen was het een gezellige boel in de trein. Uiteraard reisde ikzelf eerste klas, maar dat nam niet weg dat vanuit de tweede klas allerlei geluiden doordrongen, die duidelijk maakten dat de reizigers naar Almere een doorwaakte nacht hadden doorgebracht in de grachtengordel. Allengs werd de stemming rumoeriger en af toe zag ik een conducteur door het middenpad wegvluchten, meestal snel gevolgd door een manspersoon van in de veertig. Wij konden dan horen hoe er verderop in een coupé klappen vielen.

almere

Vlak voor Almere-Centraal  hield de trein stil, vermoedelijk omdat er aan de noodrem was getrokken. Gejoel steeg op en ik vreesde al dat ik de door mij gezochte doelgroep zou mislopen, toen de trein weer langzaam in beweging kwam. Tenslotte reden wij Almere-Centrum binnen. Toen de deuren opengingen, stroomden de reizigersvolk onder luid kabaal naar buiten, waar het werd opgewacht door een speciale eenheid van de spoorwegpolitie.

In een mum van tijd bood het perron de aanblik van een veldslag. Met de lange lat sloeg de politie ferm van zich af, maar zij kon toch niet verhinderen dat hier en daar het cordon werd doorbroken door de woedende menigte van veertigers. Er werd geknokt en geslagen, bierflesjes keilden door de lucht, en het duurde niet lang meer of mannen vielen met bloedende koppen tegen de grond. Ook het personeel van een ambulance, die aan het einde van het perron de gebeurtenissen stond af te wachten, werd bespuugd en anderszins bedreigd.

Intussen had ik mij weten te verstoppen achter een pilaar, waar ik mij veilig kon wanen en niettemin een goed uitzicht had op de gewelddadigheden. Na een tijdje kreeg ik gezelschap van een conducteur, die op hetzelfde idee was gekomen als ik.

“Wat is hier aan de hand?”, vroeg ik.

“Ach, mijnheer”, kermde de conducteur, “dit is al een paar weken aan de gang. Heeft u de kranten niet gelezen? Kijkt u geen televisie? Minister Eurlings spreekt er schande van en ook FNV Bondgenoten heeft bekend gemaakt dat het zo niet langer kan. Elke week wordt hier alles kort en klein geslagen, maar niemand slaagt erin er een einde te maken”.

“Maar waarom doen ze het?”, vroeg ik, terwijl voor ons een veertiger in de boeien werd geslagen.

“Maar weet u dat dan niet?”, antwoordde de conducteur verbaasd, “in wat voor wereld leeft u? Elke week, als hier HP/De Tijd uitkomt, dan zijn al die veertigjarige mannen van Almere niet meer te houden. Dan zullen ze, koste wat kost, het nieuwe nummer bemachtigen. Dan gaan ze zich eerst helemaal ongans zuipen in de grote stad en dan komen ze hiernaar toe. Wij vrezen het moment dat de eerste dode gaat vallen”.

Intussen moest de spoorwegpolitie zich in een regen van stenen terugtrekken. De veertigers hadden de slag gewonnen. De weg naar de krantenkiosk lag open en de plundering nam een aanvang. Overal vloog papier door de lucht. Pas toen alle rekken leeg waren en Almere-Centrum was veranderd in een ravage, werd het weer rustig. Ik vermoed dat die veertigjarige mannen thuis in hun doorzonwoning aan het lezen waren, tenzij zij in slaap waren gevallen.

Zelf besloot ik de eerste trein naar huis te nemen.

Die had weliswaar vertraging, maar ik was opgelucht te kunnen terugkeren in de veilige moederschoot van de grachtengordel.

Het Parool, 11 april 2009