Apeldoorn bellen

Columns

De aanslag in Apeldoorn heeft niet alleen veel menselijk leed veroorzaakt, hij heeft ook een ravage aangericht bij de media. Misschien kwam de klap het zwaarst aan bij Richard Tates, wiens foto op de voorpagina van het Algemeen Dagblad verscheen met de mededeling dat dit de tronie was van de man die met zijn Suziki Swift vijf mensen doodramde en daarbij zelf ook het leven liet.

Maar Richard Tates was de dader niet. Dat was Karst Richard Tates. Het AD had de verkeerde man gedetecteerd op Hyves en daarvan ook de foto overgenomen, zie onder.

richard-tates

GeenStijl, toch al verdomd goed in zijn berichtgeving, was er als de kippen bij om de blunder te signaleren, maar ook andere kranten lieten niet na het AD te kijk te zetten.

Richard was aanvankelijk zo grootmoedig om excuses te accepteren, maar later wilde hij toch een schadevergoeding. Hij zei: “Het excessief verkopen van hypotheken heeft geleid tot de kredietcrisis. Nu heeft de zucht om zoveel mogelijk kranten te verkopen geleid tot groot persoonlijk leed voor mij. Door het gebruik van mijn portret was het AD maandag volledig uitverkocht”.

De één zijn dood is de ander zijn brood.

Als ik Richard was, liet ik AD-hoofdredacteur Bonjer nog even peentjes zweten. In Amerika heb je als krant in zo’n geval een miljoenenclaim aan je broek, maar daar zijn wij in Nederland te netjes voor. Dat mag ook wel eens worden gezegd. Voor Richard zit er vermoedelijk niet meer in dan een reisje naar Parijs.

De fout van het AD was er één “in de grote herenmaten”, zoals Martin van Amerongen placht te zeggen. Het AD heeft het sowieso moeilijk, want er loopt ook nog een intern onderzoek naar de verstoorde werkrelatie tussen de regionale hoofdredacteur Arjeh Kahlmann en zijn stadsredactie. De stadsverslaggever wilde berichten over het declaratiegedrag van burgemeester Wolfsen, maar dat zag de hoofdredacteur – na een telefoontje van dezelfde burgemeester – niet zitten. Die Wolfsen moet heel wat hebben afgebeld in zijn declareerbare leven.

Ook het NOS-Journaal beging een journalistiek faux pas door het applaus, dat Koningin Beatrix tijdens de dodenherdenking ontving, van tien tot zeventien seconden op te lengen.

Grappig, dat zoiets uitkomt. Kennelijk is er altijd iemand die de secondes gaat natellen.

Het aandikken van het eerbetoon van de koningin zou je fotoshopen met geluid kunnen noemen. Een paar maanden geleden verbrak de Volkskrant het contract met een fotograaf, omdat die eigenhandig aan een foto van een jachtpartij een paar huppelende hertjes toevoegde. De fotograaf werd met onmiddellijke ingang de medewerking opgezegd. Plaatsvervangend Journaalhoofdredacteur Marcel Gerlauff, onder wiens verantwoordelijk de toejuichingen werden verlengd, kwam er gemakkelijker vanaf. Hij hoefde alleen maar te zeggen: “Dat hadden wij niet moeten doen”.

De afgelopen Koninginnedag kende voornamelijk verliezers, hoewel het fijn is voor het staatshoofd dat zij weer aan populariteit heeft gewonnen. Mooi, eigenlijk onthullend, was de niet-gemanipuleerde foto, waarop zichtbaar is dat zij moeite heeft de ernst op haar gezicht – vanwege de dodenherdenking – niet te laten verdrijven door een innige tevredenheid over het applaus.

Een grote verliezer was de Suzuki Swift, zeker in de zwarte uitvoering, die niemand meer wil hebben.

Voor Centraal Beheer Achmea is deze Koninginnedag helemaal treurig afgelopen. Aad Muntz, de man die 22 jaar geleden de leus “Even Apeldoorn bellen” heeft bedacht, voorspelt dat zijn geestkind nooit meer terugkomt. De reclameman, inmiddels gepensioneerd, is zijn tijd trouwens behoorlijk vooruit geweest.

even-apeldoorn-bellen1

Toen hij de slogan in 1987 bedacht was de telefoon nog helemaal niet belangrijk en in de eerste reclames werd helemaal geen nummer vermeld. De gimmick van het bellen was er alleen maar aan toegevoegd om een zekere vertrouwelijkheid te suggereren. Maar door het succes van de mobiele telefoon werd de campagne ineens ongekend populair.

Tot aan die populariteit een abrupt einde kwam, toen een Suziki Swift op de Koninginnedag van het jaar 2009, met Karst Richard Tates aan het stuur,  begon aan zijn dodemansrit. Vanaf dat moment had het zelfs voor Centraal Beheer Achmea geen zin meer om naar Apeldoorn te bellen.

Het Parool, 9 mei 2009

Ingezonden brief:

Beste Max,

Gisteren in Het Parool noem je Aad Muntz als de bedenker van “Even Apeldoorn bellen”. Dat is niet correct. Hij werkte  destijds bij Centraal Beheer, waar hij verantwoordelijk was voor alle  reclame-activiteiten. Muntz was dus de opdrachtgever van het bureau waar de campagne was bedacht (door Christiaan Oerlemans en Fons Bruijs).

Wil je precies weten hoe het allemaal in z\’n werk is gegaan, dan verwijs ik je naar de site van het Reclame Arsenaal.

Eind jaren negentig heb ik i.v.m. het 25-jarig bestaan van Adformatie de ontstaansgeschiedenis beschreven van vijfentwintig populaire campagnes uit uit die periode. Later heeft het Reclame Arsenaal deze op hun site gezet.

Vriendelijke groet,
Kees Schiferli