La Traviata is best ook wel mooi

Beweringen en bewijzen

Afgelopen dinsdag stond het groot op de site van de Volkskrant: “Rotterdam heeft Buttplug-angst”. De Maasstad is niet in de greep van de varkensgriep, zoals je van internationale aanvoerhaven zou verwachten, maar van de Buttplug-angst.

kabouter-buttplug

Buttplug, naar analogie van God, Nederland en Oranje, gespeld met een hoofdletter. En met een koppelteken, hoewel het officieel één woord is.

Angst is een slechte raadgever. Daarom deden kop en artikel bij mij onmiddellijk de vraag rijzen wanneer het met die Buttplug-angst is begonnen, maar alvorens nader op de kwestie in te gaan, zal ik voor de weinigen die het nog niet weten, eerst even uitleggen wat een Buttplug is.

Dat is niet moeilijk, want in Wikepdia wordt de Buttplug zo belangrijk gevonden dat hij een eigen lemma heeft: “Een Buttplug is een voorwerp dat anaal gebruikt wordt en de anus afsluit. Een Buttplug lijkt een beetje op een dildo, maar doorgaans is de Buttplug korter dan een standaarddildo en de Buttplug heeft een tapse vorm”.

De Buttplug wordt door mannen als plezierig ervaren, omdat hij de prostaat stimuleert, terwijl bij vrouwen de diepere lagen van de clitoris worden aangesproken. Over de heilzame effecten bij vrouwen zijn de meningen overigens verdeeld.

Buttplug-angst moet ergens in het begin van de jaren negentig begonnen zijn met Jeff Koons, die het uit de pornografie had overgenomen. Maar dat de combinatie Art & Anal juist in ons land zo is aangeslagen, hebben wij vooral te danken aan twee van de grootste Nederlandse kunstenaars van onze tijd.

drol

De eerste is Wim T. Schippers, die nog vorige maand in het nieuws kwam toen de toeristentrekpleister Het Keukenhof bekend maakte geïnteresseerd te zijn in de aankoop van de viereneenhalve meter hoge drol van kunststof, die momenteel wat staat te verpieteren in het Bos van Ypeij. De openluchttentoonstelling aldaar is al een half jaar afgelopen en de drol kan niet in Ypeij blijven staan. De drol, die van de  kunstenaar de titel Stationnement gênant heeft meegekregen, zou zeer geschikt zijn als “klimsculptuur voor kinderen”.

De andere televisiekunstenaar die een bijdrage heeft geleverd aan de Buttplug-angst is Arjan Ederveen. In diezelfde jaren negentig voerde hij samen met Tosca Niterink (als prof. dr. Tineke Poortvliet) een personage op dat Kabouter Prikkeprak heette en dat als onderzoeker een grote, harige reet binnentrad ten einde daar de darmpoliepen weg te schrapen.

kabouter-prikkeprak

Mijn vrouw vertelde dat zij de scène indertijd per toeval had bekeken in het gezelschap van een paar Amerikanen. Die vielen zo wat van hun stoel. Onmogelijk dat zoiets in de Verenigde Staten zou worden uitgezonden en hun ongeloof werd nog groter toen zij te horen kregen dat kabouter Prikkeprak in Nederland te zien was bij een met gemeenschapsgeld gefinancierde omroep.

Maar de werkelijke aanzet tot dit alles is niet kabouter Prikkeprak maar Santa Claus, een beeld dat in 2001 door kunstenaar Paul McCarty werd gemaakt in opdracht van de Internationale Beelden Collectie Rotterdam. In  de volksmond werd het drie meter hoge  beeld als snel Kabouter Buttplug genoemd, omdat het kerstboompje dat de kerstman in zijn hand houdt verdomd veel lijkt op het anale gereedschap.

Namens allerlei gemeente-instanties en kunstcommissies is er wat rondgesold met Kabouter Buttplug. Eerst zou hij bij de Doelen worden geplaatst, maar na protesten kwam hij op de Van Barneveltplaats terecht, op de kop van de Koopgoot. Maar ook daar was het drie ton kostende meesterwerk niet welkom, zodat het tenslotte met een hijskraan in de binnentuin van Museum Boymans is neergelaten.

kabouter-buttplug2

Kwaad kon het daar niet meer doen, want zo was Buttplug officiële kunst geworden, in weerwil van het gesimuleerde volksfeest met de oliebollen die tijdens de plaatsing werden rondgedeeld.

Na Kabouter Buttplug was de beer pas goed los. Eerst ontwierp McCarthy voor de gemeente Utrecht nog een paar varkens van reusachtige afmetingen, maar in Rotterdam kreeg Buttplug een opvolger in de gedaante van Konijntje Snoepfles, een opblaasbaar beeld van 6x4x12 meter.

konijntje-snoepfles

Vervaardigd door beeldend kunstenaar Florentijn Hofman is Konijntje Snoepfles een titel, die volledig de lading dekt. Het lijkt. Een negentien meter hoge pinguïn zat toen nog in de pijplijn.

En nu wil de kunstenaar Joep van Lieshout, al weer in Rotterdam, een acht meter hoge stapeling van olievaten neerzetten, die “bijeen wordt gehouden door een druipende massa van menselijke figuren”. De beeldengroep heet Cascade, wat waterval betekent, maar in de volksmond wordt al van “de zwarte mannetjes” gesproken. De Rotterdamse wethouder Grashoff, dezelfde die ook de affaire-Tarig Ramandan in de soep heeft laten lopen, wil nu “een inspraaktraject” in het leven roepen.

cascade

Zo’n inspraaktraject zou ik hem ten stelligste willen afraden. Er is Buttplug-verzadiging. Rotterdam is Buttplug-moe en heeft Buttplug-angst. Laat de wethouder zelf zijn verantwoordelijkheid nemen: gewoon plaatsen, die handel!

Als het volk zich ermee gaat bemoeien, krijg je alleen maar kitsch en rotzooi zonder enige culturele waarde.

Zelf houd ik trouwens heel erg veel van kunst. Afgelopen week nog ben ik in het Amsterdamse Muziektheater naar La Traviata geweest. Ook best wel mooi!

de Volkskrant, 7 mei 2009, zie ook voor reacties.