KETTER & GEEST – berichten die voor goddelozen van belang zijn

HUMAN

STOP SAOEDISCH SMAADTOERISME

In de Volkskrant van 11 september stond een in interessant artikel van Rachel Ehrenfeld, directeur van het American Center for Democracy. Ehrenfeld schreef een een met de titel: Finding the Devil, how terrorisme is financed – And How To Stop it.

Rachel Ehrenfeld 2

Na publicatie van het boek werd Ehrenfeld aangepakt door de Saoedische zakenman Khalid bin Mahfouz. Deze miljardair heeft de gewoonte tegenstanders dood te procederen. Hij heeft oneindig veel geld en gaat tot het gaatje.

Maar onlangs kwam hij te overlijden en de vraag is om zijn twee zijn zegenende arbeid zullen overnemen.

Khalid bin Mafhouz

Hier het stuk van Ehrenfeld in de Volkskrant:

Op 11 september herdenken Amerikanen de gruwelijke terroristische aanvallen waardoor duizenden onschuldige mensen in Manhattan, in Washington en Pennsylvania werden gedood en de levens van veel anderen werden geruïneerd.

De wereld kent Osama bin Laden, de leider van Al-Qaida. Dat is slechts een van de talloze radicale moslimorganisaties die met heel veel Saoedisch oliegeld Amerika en het Westen wil vernietigen. Maar zij moet ook Khalid bin Mahfouz leren kennen als de Saoediër die Amerikaanse en andere westerse media tot zwijgen bracht.

Want namens de Saoedi’s maakte hij gebruik van een juridische tactiek die bekend staat als smaadtoerisme, een nuttig wapen om schrijvers en uitgevers die de financiers van Al-Qaida en andere islamistische terreurorganisaties willen blootleggen, het zwijgen op te leggen.

Daarnaast beroofde hij Amerikanen van hun constitutionele recht op vrije meningsuiting.
De controversiële zakenman Mahfouz die op 15 augustus in Jeddah stierf, figureerde prominent op de Forbes-lijst van miljardairs. Onbegrijpelijk genoeg schrokken westerse media ervoor terug te schrijven over de 60-jarige oud-eigenaar van de grootste bank van het Midden-Oosten – de Saoedische Nationale Commerciële Bank – en tevens huisbankier van de koninklijke familie.

Daarnaast bezat hij het Muwafaq-liefdadigheidsfonds dat onder meer Al-Qaida en Hamas financierde. Mahfouz maakte, vaak samen met zijn zoon Abdulrahman, gebruik van archaïsche Britse smaadwetten om Amerikaanse uitgevers en schrijvers zowel in druk als op internet het zwijgen op te leggen. Maar met zijn dood kwam er geen einde aan de dreiging van smaadtoerisme. De Britse wetten uit 1849 blijven het recht op vrije meningsuiting in gevaar brengen.

Als de enige Amerikaanse auteur die tegenstand bood aan Mahfouz’ campagne moet me van het hart dat deze miljardair zijn talloze smaadprocessen in Engeland won vanwege de onuitputtelijke financiële bronnen waarover hij beschikte. Daardoor kon hij mensen zo intimideren dat ze toegaven.

Met behulp van die Britse smaadwetten die buitenlanders toestaan om buitenlanders bij Britse gerechtshoven te vervolgen, werd Mahfouz een serieuze ‘serievervolger’. Soms alleen, soms samen met zijn zonen heeft hij meer dan veertig schrijvers en uitgevers vervolgd, de meesten Amerikanen.

Als een direct gevolg van Mahfouz’ smaadtoerisme, ligt in het Congres nu ook een wet voor die vrijheid van meningsuiting garandeert. Voor de Britse rechtbanken werd het een miljoenenhandel met Londen als de ‘smaadhoofdstad’ van de wereld. Mahfouz slaagde erin dit smaadtoerisme te gebruiken als een wapen om westerse media te intimideren zodra ze over de Soedische terreurfinanciering wilden berichten.

En de angst was zo groot dat zelfs berichtgeving over zijn eigen dood twee weken werd opgehouden. Pas toen publiceerde de New York Times zijn necrologie, voornamelijk gebaseerd op Mahfouz’ website. De dood van deze rijke cliënt die gek was op procederen, betekende een gevoelig verlies voor Akin Gump, een internationaal advocatenkantoor. Ook de Engelse rechtbanken – en dan vooral de advocaten die hem vertegenwoordigden – zullen hem missen.

Rechter David Eady zal Mahfouz zéker missen. De zaken die hij Eady voorlegde en diens vonnissen maakten de rechter berucht. Hij hielp Mahfouz van smaadtoerisme een sterk wapen te maken om critici van het Saoedi-Arabische regime wereldwijd monddood te maken.

Zelfs de VN-mensenrechtencommissie waarschuwde Engeland het afgelopen jaar dat smaadtoerisme een middel was geworden waarmee het recht op vrije meningsuiting van de media werd aangevallen en dat zelfs de nationale veiligheid in gevaar bracht.

Khalid bin Mahfouz is dood, maar de oorlog die hij hielp financieren om westerse media het zwijgen op te leggen of hun medewerking af te dwingen, het verderfelijke smaadtoerisme incluis, bloeien nog volop. Jammer genoeg deed de Amerikaanse regering helemaal niets om zijn activiteiten te stoppen toen hij nog leefde.

Het Congres heeft nu de gelegenheid zijn erfenis terug te draaien. Mahfouz had allesbehalve gewild dat er een wet zou komen die het recht op vrije meningsuiting van Amerikanen beschermt. Maar de staat New York was de eerste die in mei 2008 een wet aannam die burgers beschermt, de Libel Terrorism Protection Act. Illinois en Florida namen soortgelijke wetten aan en in Californië staat de gouverneur op het punt zo’n wet te tekenen.

Als een direct gevolg van Mahfouz’ smaadtoerisme, ligt in het Congres nu ook een wet voor die vrijheid van meningsuiting garandeert, ingediend door Republikeinen en Democraten. Toonaangevende schrijvers en organisaties van uitgeverijen steunen die wet. Deze beschermt het recht op vrije meningsuiting in de VS en zal binnenkort worden aangenomen.

Daardoor zullen in de VS gevestigde onderzoeksjournalisten, onderzoekers en uitgevers niet langer bevreesd hoeven te zijn voor buitenlandse processen wegens smaad en kunnen ze Mahfouz en soortgelijke types aan de kaak stellen voordat ze ons nog meer schade berokkenen.

OOIT WERDEN CHRISTENEN BESCHOUWD ALS ATHEISTEN

Inderdaad zagen de Romeinen de christenen vaak als atheïsten, dit in tegenstelling tot de joden die volgens de Romeinen wel degelijk een echt geloof aanhingen. Daarbij speelde de fiscus een belangrijke rol – had ik het niet gedacht?

Dat alles valt te lezen in het proefschrift, waarop Marius Heemstra afgelopen zaterdag is gepromoveerd. Het Gereformeerd Dagblad geeft de volgende samenvatting:

GRONINGEN – De hervorming van de Joodse belasting in 96 na Christus heeft het schisma tussen Jodendom en christendom versneld.

Marius Heemstra concludeert in zijn proefschrift, waarop hij donderdag in Groningen promoveert, dat het uiteengaan van beide godsdiensten geen lang proces is geweest.

Heemstra onderzocht de zogeheten ”fiscus Judaicus”, de Romeinse instantie die was opgericht om de Joodse belasting te incasseren van alle Joden binnen het rijk na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem in het jaar 70.

Onder keizer Domitianus (81-96) werd de belasting ondanks de naam Judaicus ook geïnd van christenen, omdat zij het Joodse monotheïsme hadden overgenomen.

(Hier de munt van Dominatianus.)

Dominatius


In de tijd van keizer Nerva (96-98) werd het christendom ‘erkend’ als een aparte, zij het ‘illegale’ godsdienst, onderscheiden van de ‘legale’ godsdienst van het Jodendom. De Romeinse en Joodse definities van Jood werden waarschijnlijk gelijk getrokken. In plaats van een definitie op etnische grondslag („wie behoort tot het volk van de Joden”) werd nu de bepalende factor religieus, dat wil zeggen: Joden waren „zij die trouw bleven aan de voorvaderlijke gebruiken.”

Joodse christenen die onder Domitianus nog als Joden waren vervolgd omdat ze de belasting ontdoken, werden in de tijd van keizer Nerva (96-98) formeel vrijgesteld van belastingheffing. Deze vrijstelling rond het jaar 96 had een groot gevolg: zij leidde tot het verlies van hun juridische status als Jood onder Romeins recht. Na de hervorming van de fiscus Judaicus konden ze, evenals niet-Joodse christenen, worden aangeklaagd als ‘atheïsten’, waarop de doodstraf stond. Hierdoor kon bij sommigen de neiging ontstaan om terug te keren naar de beschermde omgeving van de synagoge, zoals volgens Heemstra blijkt uit de Brief aan de Hebreeën.

Heemstra concludeert dat het jaar 96 als een belangrijke mijlpaal moet worden beschouwd in het uiteengaan van Jodendom en christendom. „Vanaf dat moment hanteerde de Romeinse overheid een striktere definitie van ”Jood”, waardoor het voor Romeinen gemakkelijker werd om onderscheid te maken tussen Jodendom, een toegelaten godsdienst binnen het rijk, en christendom, een verboden religieuze beweging, die in Romeinse ogen ”atheïsme” verspreidde.”

Heemstra’s conclusie gaat in tegen de breed gedeelde overtuiging dat het uiteengaan van Jodendom en christendom „een lang en complex proces” is geweest. Het was bovendien geen breuk tussen Joodse christenen en niet-Joodse christenen, zoals vaak wordt verondersteld, maar een breuk tussen Joodse christenen, in de regel leden van gemengde gemeenschappen, en de hoofdstroom van het Jodendom. „Hierbij claimden beide partijen de ware voortzetting te zijn van de geschiedenis van Israël.”

MEISJE IN GAZA WORDT JONGEN

Het leven gaat door onder de meest zware omstandigheden. Soms denk je: hebben ze niets anders aan hun hoofd dan hun eigen obsessies? Nee, want hij de som van hun obsessies vormt hun identiteit. Neem bijvoorbeeld Fatima Abed Rabbo, wonend in Jablaya in Noord Gaza. Fatima zag er zo uit:

Fatima Abed Rabbo (voor)

Ze zat op een meisjesschool, maar zij voelde zich geen meisje. Vooral niet omdat zij merkte dat meisjes werden gediscrimineerd. Dus kreeg zij op haar twaalfde een sexoperatie van een Spaans medisch team. (Kennelijk is er genoeg geld in de familie). Tegenwoordig ziet Fatima er zo uit:

Fatima (Odai) Abed Rabbo (na)

In zo’n conservatieve samenleving als Gaza zit men niet op een seksverandering te wachten, zegt Fatima, die zich tegenwoordig Odai noemt. Maar hij voelt zich nu wel vrij – een aandoenlijk verhaal. Benieuwd of Odai wordt toegelaten tot de milities van Hamas. Hier het volledige verhaal:

For fifteen years, Fatima Abed Rabbo lived as a girl in the northern Gaza neighborhood of Jabalya. She wore girl’s clothing, and went to an all-girl’s school.

But shortly after turning 12, Fatima, now renamed Odai, recalls undergoing changes: “I was normal. I used to be a girl and my name was Fatima. Before my father found out and the doctors checked me, I felt like a girl. But after I turned 12 years old, I began feeling more like a boy than a girl.”

Majd Abed Rabbo, Odai’s father, said that following several medical tests, a hormonal imbalance was detected in Odai. The results showed that Odai had high levels of testosterone and needed a sex-change operation.

He is not the only transgendered person in his family. Odai’s cousin was once a female named, “Ola”. Now he is a male named, “Nader”.

The decision to pursue a sex change, Majd maintains, was a difficult one. Gaza’s conservative society, along with difficult economic conditions, made it extremely difficult to take this life-altering decision.

But about five months ago, Majd said, a team of Spanish Urologists performed the operation: “Here in the Gaza Strip, the doctor wanted to charge $3,000 per surgery (out of a total of three). Since I could not afford that, I decided to go abroad.

“While making travel arrangements, a Spanish medical delegation specializing in Urology happened to be visiting the Strip. So I went to al-Awda hospital and met with the doctors. The (Spanish) doctor checked him just two days before he traveled back. He performed only one surgery instead of three,” Majd said.

Odai will continue to receive testosterone injections for the next eight months, and will have to undergo an additional surgery which will link Odai’s penis to his urine tract.

“I feel much more comfortable now, I feel like I was born again. I feel free. Anyway, I prefer now to be male because this society privileges males over females. The women in our society are not respected, and their ideas are not respected either. This society is much more acceptant of males than females,” said Odai.

Humanistische Omroep, 17 september 2009