Pas op! Uitrukroute van de brandweer

Invallen

In mijn leven ben ik niet vaak ik in aanraking geweest met de sterke arm, maar onlangs was het toch zo ver. Als rasechte Amsterdammer ken ik zo’n beetje alle sluipruimtes en deze keer had ik die genomen langs Museumplein gaat. Tussen het Zuiderbad en het Rijksmuseum door kun je op de Stadhouderskade komen.

uitrukroute3

Je moet wel een klein doorgangetje passeren bij de Brandweerkazerne. Vroeger werd het doorgangetje versperd door een paaltje dat omhoog en omlaag kan, maar de laatste tijd wordt dat paaltje om de een of andere niet meer gebruikt.

Ik kwam aanrijden, maar helaas stonden er twee auto’s voor de doorgang. De bestuurders en de hun medepassagiers waren gezellig met elkaar door het openstaande raampje aan het kleppen. Ik bleef rustig wachten, want ik had geen haast, maar na een minuut of twee werd ik toch ongeduldig. Ik wist me er net langs te wurmen en vervolgde mijn weg via het doorgangetje. Hoewel het geen gemarkeerde politieauto was, zag ik in het voorbijgaan dat er in de auto die mij zo lang had laten wachten, twee agenten zaten. Dat verontrustte mij niet, want ik had niet het gevoel dat ik een overtreding had begaan.

Even later, stonden ze toch met een stopsein achter me.

Een jonge agent stapte uit en zei door het raampje dat ik de sluiproute niet had mogen gebruiken, want er stond een bord: alleen voor hulpdiensten. Naar waarheid antwoordde ik dat ik dat bord nog nooit had gezien. Bovendien zei ik, en misschien had ik dat niet moeten doen, dat hun ongemarkeerde politieauto de weg had versperd zonder een zwaailicht te gebruiken. De (jonge) agent lachte zuinig, maar was toch zo aardig mij zonder bekeuring te laten gaan – althans dat dacht ik.

Maar anderhalve kilometer later, aan de andere kant van de stad, stonden ze ineens weer achter me dat stopsein. Ze hadden me dus al die tijd gevolgd, waaruit ik opmaakte dat ze mij alsnog op een overtreding wilde betrappen. Ze waren nu een stuk minder beleefd dan de eerste keer. Ik kreeg toegesnauwd dat ik ergens onderweg verkeerd had voorgesorteerd en dat deze boete wel thuisgestuurd zou krijgen. Daarna scheurden ze weg, mij verbouwereerd achterlatend.

Uitrukroute

De hele dag was ik er een beetje beduusd van. Ik reed terug naar de plaats van de misdaad en constateerde dat op het bord alleen maar stond: “Pas op! Uitrukroute van de Brandweer”. Een verbodbord was het niet, maar meer een waarschuwingsbord – zoiets als: “Pas op. Brug open”. Ik maakte een foto van het bord, voor het geval ik inderdaad die boete zou krijgen. Ik zou het dan laten voorkomen. Als burger moet je niet alles nemen. Maar de bekeuring is nog niet in de bus gevallen. Misschien wilden ze me alleen maar bang maken.

Je hoort vaak dat er meer “blauw” op straat moet en iedereen schijnt het daarmee eens te zijn, zeker als je hoort dat  er doden zijn gevallen op een dansfeest. Maar je kunt je ook afvragen wat voor soort blauw dat moet zijn. Aan blauw dat elke maand zijn quotum aan bekeuringen moet binnenhalen, heeft niemand behoefte. Op die manier wordt adagium dat de politie je beste kameraad behoort te zijn ernstig ondermijnd.

Een paar na het gebeurde vond in de Rotterdamse gemeenteraad een debat plaats over de onlusten in Hoek van Holland. Op dezelfde dag ontruimde de politie abusievelijk een hennepveld, dat door de universiteit van Wageningen wordt gebruikt.

Ik voelde iets van leedvermaak.

Binnenlands Bestuur,  11 september 2009