Rise to the occasion

Invallen

In het Engels heb je de uitdrukking: rise to the occasion. Dat betekent zoiets als: succesvol omgaan met een moeilijke situatie. Of ook wel: in een crisissituatie boven jezelf uitstijgen.

Rise to the ocassion 1


Rise to the occasion
komt op alle terreinen voor waar mensen prestaties moeten leveren. Je hebt voetballers die ontzettend goed kunnen voetballen, maar op het beslissende moment altijd falen. Ineens schieten zij voor open doel hoog over. Nooit weten zij een wedstrijd naar hun hand te zetten. Zij zijn alleen in topvorm als hun team al met 6-0 voorstaat.  Maar je hebt ook voetballers die een wedstrijd lang lopen te lummelen, maar die op de juiste momenten ineens opduiken.
Op de beslissende momenten “maken zij het verschil”, zoals dat tegenwoordig in sporttaal heet. Ze kunnen omgaan met spanning en stress. Je kunt dat ook gewoon talent noemen.

De politiek is bij uitstek het terrein, waar het verschijnsel rise to the occasion voorkomt. Op belangrijke momenten in de geschiedenis krijgt de politicus de gelegenheid om als een staatsman boven zichzelf uit te stijgen.

Neem Winston Churchill.

Rise to the ocassion 2

Tien jaar lang had hij als buitenstaander moeten toezien hoe Chamberlain grote stukken van Europa verkwanselde aan Adolf Hitler, maar op 10 mei 1940 trad Churchill aan als prime-minister van een coalitie die de oorlog moest winnen.

Toen Churchill het Lagerhuis binnentrad, was de stemming apathisch. Daarop hield Churchill een korte toespraak. “Ik heb”, zei hij, “niets anders te bieden dan bloed, zweet en tranen. Voor ons ligt een zware beproeving. Voor ons liggen vele, vele lange maanden van strijd en lijden. U vraagt van ons beleid. Dan zeg ik: oorlog voeren ter zee, ter land en in de lucht, met alle onze inzet en alle kracht die God ons geven kan; oorlog voeren tegen een monsterlijke tirannie die nooit eerder is overtroffen  in de duistere, betreurenswaardige geschiedenis van misdaden door mensen begaan. Dat is ons beleid!”.

Het Lagerhuis rees op als één man.

Of neem Martin Luther King.

Luther King

Op 23 augustus 1963 hield hij in Washington DC zijn beroemd geworden toespraak, dankzij het retorische “I have a dream!”. Hij zei: “Ik droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van vroegere slaven en zonen van vroegere slavenhouders naast elkaar zitten aan de tafel van broederschap. I have a dream!”.

Of neem Ghandi,  De Gaulle, John F. Kennedy en Nelson Mendela. Allemaal hebben zij hun moment in de geschiedenis gehad – they rose to the occasion. Stel je eens voor dat Churchill op de bewuste dag in mei 1940 geen zin had gehad, of een griepje, en dat Martin Luther King ineens zijn gehoor met een wazige blik had aangestaard en had gezegd: “Ik had een droom, maar hoe zat dat ook al weer?”.

Op 17 september 2009 j.l beleefde Jan Peter Balkenende zijn belangrijkste optreden in de Tweede Kamer uit zijn carrière. Nog nooit is Nederland na de oorlog zo hard door een crisis getroffen en de premier moest voor een woedende oppositie het beleid van zijn kabinet verdedigen. “Gekluns premier verknalt de boodschap”, schreef de Volkskrant de volgende dag groot op de voorpagina. En inderdaad , onze minister-president had er geen klap van terecht gebracht.

“Ik was uit vorm”, zei hijzelf timide.

Fall to the occasion, zou je kunnen zeggen.

Betekent deze wanprestatie nu dat er geen kabinetten Balkenende IV, V en VI komen?

Welnee.

Nederlanders houden hun antihelden in ere tot de laatste snik. Met bloed, zweet en tranen.

Binnenlands Bestuur, 25 september 2009